De stille werkgroep; wat doe je eraan? Het DUB-panel geeft tips

De ergernis over zwijgende studenten tijdens een werkgroep. Docenten én studenten herkennen de emotie maar al te goed. We vroegen ons DUB-panel hoe je studenten dan wel aan de praat krijgt.

Een oorverdovend zwijgen als een docent een vraag stelt en pijnlijke stiltes als er een discussie gestart moet worden. Verbeelden ervaren docenten het zich, of komt het steeds vaker voor? 

Bij de opleiding Nederlands plakten studenten het treffende etiket “de stille werkgroep” op het probleem. We vroegen de leden van ons DUB-panel in hoeverre zij ervaring hebben met stille studenten, maar vooral om oplossingen.


 
Binnen het DUB-panel geven studenten en medewerkers hun mening over universitaire kwesties. Klik hier voor de samenstelling van het panel en eerdere discussies.

Alle panelleden die een mailreactie stuurden, wisten het fenomeen onmiddellijk te plaatsen. Studenten die niet-actief deelnemen aan een college benadelen immers niet alleen zichzelf, maar ook hun medestudenten en de docent. 

“Met mijn vriendinnen is dit bijna wekelijks een onderwerp van gesprek geweest”, mailt student Pedagogische Wetenschappen Sterre Raterman. “Hoe is het toch mogelijk dat sommige studenten echt altijd onvoorbereid de werkgroep doorkomen?”

Maar "De stille werkgroep" is niet altijd te wijten aan luiheid of gebrekkige discipline. USBO-promovenda en docent Jasmijn van Harten zegt: “Het kan ook zo zijn dat studenten de stof niet goed snappen maar dat niet durven aan te geven. Of er zijn veel studenten in de groep die niet zo mondig of spraakzaam zijn.”

Simpelweg aan studenten vragen waarom ze zo stil zijn, is volgens Van Harten een eerste stap naar een oplossing. Hieronder acht andere aanbevelingen van onze panelleden:

1) Wees expliciet in wat je van studenten verwacht
Literatuurwetenschapper Frank Brandsma: “De overgang tussen middelbare school en universiteit is groter dan docenten denken. Studenten zouden meteen in het eerste jaar moeten leren wat het betekent om te studeren, zodat ze beseffen dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Daar besteden we te weinig aandacht aan.”

2) Wees als docent niet te veel aan het woord
Jasmijn van Harten: “Als je als docent te veel praat, denken studenten dat ze het college niet hoeven voor te bereiden. Een oplossing die ik wel eens hanteer is studenten terplekke in groepjes opdelen en een artikel of casus laten lezen inclusief leesvragen.”

Kunsthistoricus Hoogenboom: “Ik laat me niet verleiden tot het geven van hoorcolleges in werkgroepbijeenkomsten. In werkcolleges moet door studenten worden gewerkt. Ze moeten vragen stellen, discussiëren en presenteren.”

3) Stel het voorbereiden van werkgroepen verplicht
Researchanalist Mies Steenbergen: “Kun je niet iedereen bij binnenkomst in één minuut drie simpele meerkeuzevragen laten beantwoorden over de stof. Als je het niet weet, wegwezen."

Informatica-hoogleraar Johan Jeuring: “Tegenwoordig wordt veel geëxperimenteerd met het gebruik van technologie om te verifiëren of een student zich wel heeft voorbereid. Zo mag je aan sommig onderwijs van de faculteit Geneeskunde alleen deelnemen als je vooraf een toets hebt gemaakt.”

4) Verplicht of beloon actieve inbreng in de werkgroep
Student Rechten en Geschiedenis Stefan Roelofsen: “Een goede oplossing is om een participatiecijfer te geven dat meetelt voor het eindcijfer of om onvoorbereide studenten hun herkansingsmogelijkheid te ontnemen."

USBO-student Harm de Jong vindt dat juist geen goed plan: “Dat levert voornamelijk ophokuren op: het allerlaatste wat je moet willen op de universiteit. Je mag van een student enige zelfstandigheid verwachten.”

5) Treedt assertief op
Sterre Raterman: “Desnoods laten docenten een student die zich niet heeft voorbereid finaal afgaan voor de groep. Nu weten studenten dat ze toch wel gespaard worden en uitstel krijgen voor het geven van een presentatie. Zo worden studenten bijna beloond voor het niet-meewerken in de werkgroep.”

Stefan Roelofsen: “Ik heb docenten gehad die zich in vragen en discussies alleen richten tot studenten die zich wél hebben voorbereid, of die onvoorbereide studenten gewoon wegsturen.”

Jasmijn van Harten: “Je teleurstelling uitspreken over de voorbereiding (inclusief uitleg waarom die voorbereiding van belang is) gevolgd door het uitspreken van de verwachting dat het bij een volgende bijeenkomst weer op orde is, werkt in mijn ogen vaak goed.”

Johan Jeuring: “Er bestaan ook methoden waarbij een docent gebruik maakt van “morele druk”: laat een student expliciet uitspreken na bijvoorbeeld de eerste onderwijsbijeenkomst dat hij of zij belooft actief deel te nemen.”

6) Geef beter of ander onderwijs 
Michiel Vonk: “Sommige docenten krijgen het voor elkaar om iedereen enthousiast mee te laten doen en een sfeer te creëren waarin iedereen per se voorbereid naar de werkgroep wil komen. Bij ons in de opleiding is te merken dat docenten “spelen” met verschillende werkvormen. Dat is een goede ontwikkeling.”

Harm de Jong: “Wat mij betreft besteden we de investeringen in kleinschalig intensief onderwijs niet in het vergroten van het aantal contacturen maar in de kwaliteit van de werkgroepen. Bijvoorbeeld door promovendi een cursus didactiek te geven.”

7) Laat studenten kiezen tussen werkvormen
Harm de Jong: “De meer “passieve” student is misschien gebaat bij een kennisreproducerende werkgroep en andere studenten willen deelnemen aan actievere werkgroepen waar bijvoorbeeld ook specialisten en hoogleraren aan deelnemen.”

Filosoof Floris van den Berg: “Toen ik zelf nog student was, vond ik werkgroepen totale tijdsverspilling. Ik prefereerde hoorcolleges met een tentamen aan het einde zodat ik zelf kon bepalen wanneer en hoe ik studeerde. Desondanks heb ik twee academische studies afgerond. Als veel studenten zo denken, moeten we het werkcollege misschien maar afschaffen.

“Tegelijkertijd heb ik ook het idee dat een groot deel van de studenten literatuur lezen als straf ziet. Wellicht moet er een elite-klas komen voor studenten die vrijwillig kiezen voor werkcolleges met voorbereiding van het bestuderen van literatuur.”

8) Schaf aanwezigheidsplicht af
Student Algemene Sociale Wetenschappen Michiel Vonk: “Als studenten niet naar een werkgroep of college komen, moet dat hun eigen verantwoordelijkheid zijn. Dit geldt voor alle “luie” en voor alle studenten die zich incidenteel door omstandigheden niet heeft kunnen voorbereiden. Zo blijf je over met studenten die daadwerkelijk gemotiveerd zijn."

Opvallend is dat alle panelleden de oplossing zoeken bij de opleiding of de docent. Neerlandicus Laurens Ham pleit er deze week op DUB juist voor om ook de studenten zelf meer verantwoordelijk te maken voor het groepsproces, bijvoorbeeld door twee klassenoudsten aan te wijzen.

Veel panelleden wijzen erop dat “de stille groep” een veelkoppig monster is dat lastig te vangen is. De meningen over welke maatregelen passend zouden zijn lopen daardoor nogal uiteen. Jeuring: Het is een moeilijk probleem zonder gemakkelijk oplossingen. Docenten en onderwijsinstellingen zullen eraan moeten blijven werken.”

Annemieke Hogenboom sluit af met: “Wie beweert een oplossing te hebben moet worden gewantrouwd. Natuurlijk kun je allerlei maatregelen nemen, maar het is niet eenvoudig om een evenwicht te vinden tussen de energie, aandacht en tijd die die maatregelen kosten, en de energie die de ergernis kost over studenten die kennelijk hun motivatie en tijd niet goed zelf kunnen organiseren.”

Tags: dub-panel

Advertentie