Duurzaamheid: van de overheid hoef je niets te verwachten

In de aula van het Academiegebouw stond maandagavond de verwarming niet al te hoog. Of dit was uit het oogpunt van energiebesparing valt niet met zekerheid te zeggen. Het sloot wel aan op het thema van de eerste aflevering van de debatreeks People, planet, profit, principles. De conclusie van de avond: duurzaam leven heb je zelf in de hand.

Na de inleiding van rector Bert van der Zwaan die onder meer de trekker is van het focusgebied aarde en duurzaamheid, was het de beurt aan drie sprekers. Zij gaven tijdens deze discussieavond van Studium Generale waarin onze planeet centraal staat, in een kwartier hun visie op wat mensen moeten weten over duurzame ontwikkeling. In 1972 verscheen het boek The limits to growth van Dennis Meadows dat het startpunt is van de klimaatdiscussie. Nu 40 jaar later rijst de vraag hoe het staat met de duurzaamheid in de wereld? De rode draad die tussen de sprekers te trekken valt is: er moet nu iets gebeuren en van de overheid hoeven we niets te verwachten.

     
  Bert van der ZwaanProf. dr. Bert van der Zwaan, rector magnificus: "Ik probeer mijn levensstijl wel aan te passen om de footprint die ik achter laat te beperken. Dit is echter niet altijd even makkelijk. Waar het kan kom ik bijvoorbeeld op de fiets naar de universiteit toe. Maar omdat ik vanuit mijn functie een volle agenda heb en her en der in het land moet zijn beschik ik over een dienstauto. Het is nu eenmaal de meest efficiënte manier om mijn werk te doen. Privé heb ik bewust gekozen voor de meest kleine en zuinige auto die er is.’  
     
     
  André FaaijProf. dr. André Faaij, Energiewetenschapper aan de Universiteit Utrecht: “Wij hebben thuis nog wel een auto, maar die gebruiken we zo min mogelijk en ik sluit zeker niet uit dat hij op den duur weggedaan wordt. Ik doe zelf zo veel mogelijk op de fiets en ik reis verder met het openbaar vervoer. De elektrische apparaten die wij in ons huis hebben staan, hebben een A-label. Bepaalde apparaten hebben wij bewust niet in huis zoals een wasdroger, die slurpt energie en is eigenlijk niet nodig. We hebben zelfs geen koffiezetapparaat in huis. Als je er echt over nadenkt, kom je tot de conclusie dat een hoop apparaten overbodig zijn. Laatst kwam er iemand aan de deur om de energiestand op te meten. Hij geloofde niet dat ons huishouden uit vier personen bestond. Daar ben ik dan best wel trots op. Van spullen kopen, hou ik niet en ik gooi heel weinig weg. Zo draag ik kleding altijd af tot op de draad. Ook qua eten probeer ik zo min mogelijk weg te gooien. De enige doodzonde die ik regelmatig bega, is vliegen. Ik vlieg nu eenmaal veel voor mijn werk. Dit probeer ik dan te compenseren via het duurzaam energiefonds, dat er naar streeft de CO2 uitstoot te compenseren.”  
     

De eerste spreker is hoogleraar André Faaij. Hij zwaait met een vuistdik boek. “Dit is het IPCC-rapport, het rapport van het Intergovernmental Panel on Climat Change over klimaat en energie. De conclusie is dat we een probleem hebben en we kunnen niemand bellen”, zegt Faaij. In zijn vijftien minuten durende praatje passeren in hoog tempo grafieken en statistieken uit het rapport de revue: over wereldwijde CO2 uitstoot, het gebruik van fossiele brandstoffen en een stijging van de temperatuur. Voor de toeschouwers zijn ze te zien op schermen die aan weerszijden in de aula van het academiegebouw zijn geplaatst.

De twee sprekers na Faaij, Appy Sluijs en Marjan Minnesma hebben vanuit hun perspectief geredeneerd eenzelfde boodschap. Het probleem is urgent, het is nu tijd om actie te ondernemen en van de overheid hoeven wij niks te verwachten. Hun gezamenlijke motto luidt dan ook: ‘Niet lullen maar poetsen.’

Om het probleem aan te pakken, moet op grote schaal worden ingezet op duurzame energie. Omdat de kosten hiervan omlaag gaan vanwege technologische vooruitgang wordt het economisch rendabel en interessant voor bedrijven. “De tijd dat duurzaam stond voor geitenwollen sokken is voorbij, er wordt nu flink geld mee verdiend”, zegt Minnesma. Zij wijst als voorbeeld naar China dat in één klap de grootste producent van zonnecellen ter wereld werd. Sluijs benadrukt in zijn praatje dat we niet precies kunnen voorspellen hoeveel warmer het op aarde zal worden door de toegenomen CO2 uitstoot. Daarom is het zaak om de uitstoot bij voorbaat terug te brengen. Het is nogal een verschil of de temperatuur 1,5 graad zal stijgen of 4,5.

De volgende lezing van people, planet, profit, principles is op maandag 20 februari. Die begint om 20 uur in de aula van het Academiegebouw. Deze is ook live op internet te volgen via de website van Studium Generale.

     
  Appy SluijsDr. Appy Sluijs, paleoklimatoloog van de faculteit Geowetenschappen: “Ik ben vanuit mijn werk fulltime bezig met duurzaamheid en de CO2 uitstoot. Ik houd me bezig met de vraag hoe de CO2 uitstoot het systeem op aarde verandert en daarbij kijk ik naar het verleden. Van daaruit zie ik dat een individu slechts een hele kleine bijdrage levert, dit maakt echt bijna geen verschil. Om zelf toch een bijdrage te leveren ga ik met de fiets naar het werk toe. Ik bezit bijvoorbeeld ook geen auto. Ik  geef veel lezingen over het onderwerp. Zo probeer ik groepen mensen er toe te bewegen gebruik te maken van nieuwe technologische vinden zoals de nieuwe generatie zonnecollectoren. Zo is de impact veel groter dan als ik in mijn eentje een warme trui aantrek.”  
     
     
  Marjan MinnesmaDe ecologische voetafdruk van Marjan Minnesma, directeur Stichting Urgenda: “Vanwege mijn werkzaamheden als directeur van Stichting Urgenda ben ik 80 uur per week bezig met duurzaamheid. Ik vind het belangrijk om mensen er toe te bewegen sneller op een duurzame manier te laten leven. Zelf leef ik zo groen mogelijk. Zo koop ik alleen de meest zuinige elektrische huishoudelijke apparaten en ik koop veel tweedehands spullen. Verder ga ik bijvoorbeeld nooit met het vliegtuig op vakantie en doen we thuis biologische boodschappen. Op het dak van ons huis staan zonnepanelen en we hebben een warmtepomp laten installeren.”  
     

 

Advertentie