Het diplomatenklasje: 'Het gaat om je kwaliteiten, om je levenservaring'

Sommige diplomaten zijn herkenbaar aan hun nummerbord. Foto: Niels Bosboom

Elk jaar azen zo’n 900 afgestudeerden op één van de 20 plekken in het diplomatenklasje, het internationale traineeship van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Wat voor types zitten er? En hoe kom je door de selectie heen? Twee oud-UU studenten weten er alles van.

De opleiding voor startende beleidsmedewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, in de volksmond het diplomatenklasje, is de heilige graal voor veel studenten en starters. De selectie is zwaar: drie maanden lang zijn er talentests, rollenspellen, psychologische tests en assessments. En heb je het tot de zesde sollicitatieronde geschopt, dan mag je nog verschijnen voor de ‘Adviescommissie Aanstellingen’, gekscherend de ‘Bloedraad’ genoemd, van acht BZ’ers waar je een laatste keer mag uitleggen hoe jij écht het verschil gaat maken bij Buitenlandse Zaken. 

Als diplomaat leer je het spel van politieke verhoudingen en gevoeligheden

Jorien Janssen (28) studeerde Psychologie aan de Universiteit Utrecht en Culturele Antropologie in Amsterdam, en werd in april toegelaten tot het klasje. “Ik had me voor de laatste ronde verdiept in Nederlandse militaire missies, maar toen kreeg ik ineens een vraag over de kwestie Griekenland. Ik had echt geen idee, want ik had door mijn onderzoek naar die militaire missies bijna geen krant opengeslagen in die tijd. Gelukkig is het vooral belangrijk dat je de verhoudingen snapt.”

Een toelating is niet alleen een ticket tot de opleiding voor startende beleidsmedewerkers op instituut Clingendael, je krijgt ook meteen een contract voor zeven jaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Jorien: “De klas duurt drie maanden, daarna ga je twee jaar aan de slag als beleidsmedewerker bij Buitenlandse Zaken in Den Haag. Het is de bedoeling dat je dan twee jaar naar het buitenland gaat, en vervolgens tijdens de laatste drie jaar van je contract weer op het ministerie werkt.”

Inmiddels werkt Jorien fulltime als landenmedewerker Indonesië. Ze beantwoordt vragen vanuit de Tweede Kamer, bijvoorbeeld over samenwerkingsprojecten met Indonesië, en heeft intensief contact met de ambassade. “Zo kun je soms betrokken raken bij heftige gebeurtenissen, zoals toen er begin dit jaar een Nederlander werd geëxecuteerd. Het is erg boeiend om te weten wat er speelt in de wereld. Als diplomaat leer je het spel van politieke verhoudingen en gevoeligheden. Laatst zat ik bij een vergadering van de ASEM, het overlegorgaan tussen Europese en Aziatische landen. Ik zie dan live hoe internationale onderhandelingen werken, hoe beleid tot stand komt. Dat is ontzettend gaaf.”

Ik praat zowel met rebellenleiders als met ceo’s en politici

Dirk-Jan Koch (35) studeerde aan het University College in Utrecht en deed daarna een master ontwikkelingseconomie in Londen. Hij koos voor het werk als diplomaat omdat hij “supergeïnteresseerd is in ontwikkelingsvraagstukken op beleidsmatig niveau”. Hij begon zijn carrière als beleidsadviseur bij Buitenlandse Zaken en vertrok na drie jaar naar de Nederlandse ambassade in Kinshasa, Congo. Nu werkt hij sinds vorig jaar weer op het ministerie, als Speciaal Vertegenwoordiger Natuurlijke Hulpbronnen.

“Ik houd me bezig met het verduurzamen van de grondstoffenhandel. Bijvoorbeeld het conflictvrije tin in Oost-Congo. Het is een samenwerkingsverband tussen onder meer Buitenlandse Zaken, Philips, de VN vredesmissie en lokale handelaren. Ik praat zowel met rebellenleiders als met ceo’s en politici. Soms komen we op een lijn, soms niet. Dat politieke spel is ontzettend interessant.”

Dirk-Jan was op zijn zestiende al voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). Hij woonde en studeerde in Frankrijk, in Latijns Amerika en in Nigeria voordat hij zich bij Buitenlandse Zaken meldde. Om door de strenge selectie van de diplomatenklas te komen, moet je verschillende talen spreken, en op de hoogte zijn van belangrijke politieke ontwikkelingen, aldus Dirk-Jan. Maar wat als je niet cum laude bent afgestudeerd, en maar één master hebt gedaan in plaats van twee of drie? “De selectie is competitief, maar niet elitair”, zegt Dirk-Jan. “Het gaat om je kwaliteiten, om je levenservaring. Die kun je overal opdoen.”

“Ik dacht ook dat het moeilijk was erin te komen”, zegt Jorien. Maar het gaat erom dat je laat zien dat je tijdens je studie niet alleen met je neus in de boeken hebt gezeten. Tijdens mijn studie psychologie heb ik seksuele voorlichting in Ghana gegeven en voor mijn master Antropologie deed ik onderzoek in Zuid-Afrika. Na mijn afstuderen ben ik voorzitter geweest van de Landelijke Studenten Vakbond. Eigenlijk bedacht ik me toen pas om bij de overheid te gaan werken. Ik wilde altijd al graag internationaal werken, bij een ngo bijvoorbeeld, maar een ministerie leek me eerder maar saai.”

Je wordt geen diplomaat om geld te cashen

Hoe zit het met het vak als diplomaat? Volgens Dirk-Jan is dat totaal anders dan vroeger. “De tijd dat het ging om mannen in pak die samen de wereldproblematiek oplosten, is voorbij. Er zijn veel vrouwen die de diplomatie ingaan, en de diplomatie wordt daardoor diverser. Naast mijn werk als diplomaat ben ik ook gepromoveerd, gaf ik  les op de universiteit in Congo.”

Een goudmijn is het werk als diplomaat niet. Dirk-Jan: “Je krijgt in eerste instantie gewoon een ambtenarencontract, schaal 11. Als je voor een ambassade gaat werken, krijg je wel toeslagen, helemaal als je in ‘moeilijke’ landen wordt geplaatst. Maar je wordt geen diplomaat om geld te cashen. Ik haal mijn voldoening uit het bijdragen aan de publieke zaak.” 

“Veel mensen hier zijn erg bezig met de toekomst van hun politieke carrière”, zegt Jorien. “Ik ben daar niet zo mee bezig. Ik kijk ernaar uit om in het buitenland te werken, maar dat hoeft niet altijd voor het ministerie te zijn, ook de journalistiek of een ngo lijken me nog steeds interessant. Ik hoop dat ik mijn antropologische kijk kan vasthouden, dan ik de belangen van een land niet uit het oog verlies, ook al spreek je vooral andere diplomaten.”

Dirk-Jan Koch raadt studenten aan hun passie te volgen. “Je hart moet sneller gaan kloppen van alles wat je doet. Laat je niet afschrikken door de strenge selectie, als je iets wilt bereiken, dan ga ervoor!”

Meer weten?

Lees meer over de diplomatenklas, de toelatingsprocedure en ervaringen van studenten op de site van werken voor Nederland.

Advertentie