Universiteiten vinden regeerakkoord ‘klein stapje vooruit’

Presentatie regeerakkoord Bron: Tweede Kamer

De eersten die gisteren op het nieuw akkoord reageerden, waren de twee studentenorganisaties ISO en LSVb. Ze sprongen uit hun vel toen ze het regeerakkoord lazen en verstuurden het ene na het andere persbericht.  "De nieuwe coalitie laat de kans liggen om de schade die is aangericht door het leenstelsel te herstellen”, aldus LSVb-voorzitter Tariq Sewbaransingh. Ook zijn collega Rhea van der Dong van het Interstedelijk Studentenoverleg is teleurgesteld: “Het is duidelijk dat het hoger onderwijs voor het nieuwe kabinet geen topprioriteit is." 

Maar de universiteiten en hogescholen zijn gematigder. Die zien wel kansen in het nieuwe akkoord. Oppositiepartijen uiten vanzelfsprekend zware kritiek, maar ook die zien hier en daar lichtpuntjes.

Universiteitenvereniging VSNU: ‘stap in de goede richting’
Het nieuwe regeerakkoord is “een stap in de goede richting voor wetenschap en hoger onderwijs in de wereldtop”, menen de universiteiten. Ze zijn blij dat er 400 miljoen euro bijkomt en willen dat geld graag “omzetten in kennis”. Ze denken aan cyberveiligheid en digitale oplossingen in de gezondheidszorg, maar ook aan investeringen in ict-vaardigheden van studenten, “in samenwerking met de hogescholen”.

En de kwaliteitsafspraken die universiteiten moeten gaan maken? Daar hebben ze gemengde gevoelens over. VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg: “Het is goed dat het regeerakkoord de vorm van die afspraken aan instellingen, studenten, medewerkers en andere belanghebbenden laat. De mogelijkheid van een financiële straf werkt echter remmend voor het aangaan van structurele investeringen, waaronder ook vaste dienstverbanden.”

Andere ideeën van de nieuwe regering klinken de universiteiten beter in de oren, bijvoorbeeld de plannen voor open science en internationalisering in het hoger onderwijs. Maar eigenlijk moet er nog meer geld bij, menen ze.

De Utrechtse rector Bert van der Zwaan onderschrijft de visie van de VSNU. “Al is veel nog onduidelijk. We moeten afwachten wat het allemaal in de praktijk betekent. In eerste inschatting denk ik dat we weinig winnen en weinig verliezen.” Hij is zelf ongelukkig met de terugkeer van de prestatieafspraken, vooral wanneer daar een apart instituut voor opgetuigd zou gaan worden.  

Vereniging Hogescholen: ‘regeerakkoord geeft nieuwe impulsen’
Het regeerakkoord geeft “nieuwe impulsen” aan het hbo, verwachten de hogescholen. Er komt misschien niet veel geld bij, maar de miljoenen van het nieuwe leenstelsel blijven behouden voor het hoger onderwijs en dat is goed.

Voorzitter Thom de Graaf wil zo snel mogelijk met de nieuwe minister van Onderwijs praten over de investeringen van hogescholen aan intensiever en kleinschalig onderwijs, betere begeleiding van studenten, goede onderwijsfaciliteiten en de professionalisering van docenten. Hij hoopt op ‘meer vertrouwen’.

Want de hogescholen moeten nieuwe kwaliteitsafspraken maken, hebben de regeringspartijen bedacht. De Graaf is weliswaar blij dat de oude prestatieafspraken, met “centrale prestatie-indicatoren”, niet meer terugkeren, maar nu wil hij ook echt meer vrijheid krijgen. “De hogescholen zullen keuzes maken die bij de eigen context passen”, belooft hij.

Gelet op de toegankelijkheid van het hoger onderwijs zijn de hogescholen positief over de halvering van het collegegeld voor eerstejaars studenten en voor tweedejaars pabostudenten. Ook de extra middelen voor fundamenteel en toegepast onderzoek zijn welkom: die geven de hogescholen meer ruimte voor praktijkgericht onderzoek, verwacht De Graaf.

SP: ‘Collegegelddifferentiatie moet je niet aan beginnen’
“Het is teleurstellend dat de basisbeurs niet terugkomt en dat lenen ook nog eens duurder wordt gemaakt”, zegt Tweede Kamerlid Frank Futselaar van de SP. “Er heerst toch al leenangst onder jongeren uit families met lage inkomens en jongeren van wie de ouders niet hebben gestudeerd. Dat weten we uit allerlei rapporten. Dit gaat er niet tegen helpen, denk ik.”

Dat het collegegeld in het eerste jaar wordt verlaagd, vindt hij op zich prima (“ik ben altijd voor collegegeldverlaging”), maar het pakt volgens hem niet de kern van het probleem aan. “Misschien proberen ze twijfelaars over de streep te trekken, maar je begint in deze tijd niet zomaar aan een studie nu je zoveel moet lenen.”

Ook ziet hij weinig in een lager collegegeld voor tweedejaars pabo-studenten. “Ik gun het hun wel, daar niet van, maar collegegelddifferentiatie is een pad dat je niet in moet slaan. Straks hebben we misschien een tekort aan accountants, gaan we dan ook het collegegeld verlagen? Als je wilt dat jongeren vaker voor de pabo kiezen, moet je gewoon het salaris en de werkdruk van docenten in het basisonderwijs aanpakken.”

Verder is hij blij met extra geld voor wetenschappelijk onderzoek. “Dat mag ook gezegd worden. Ik maak wel een beetje zorgen over de aanpassing van de financiering: als technische universiteiten er beter van worden, dan wordt de rest er slechter van.”

PVV: ‘Lager collegegeld is een fooi’
 “Het was een van de kroonjuwelen van het CDA om de basisbeurs te herstellen”, smaalt Tweede Kamerlid Harm Beertema van de PVV. “Het moet voor Buma toch een hard gelag zijn dat hij alleen maar het collegegeld in het eerste studiejaar kon halveren. Dat is een fooi. Of het de toegankelijkheid van het onderwijs vergroot? Je moet slecht hebben leren lezen en denken als je dat gelooft. Ik vind het helemaal niks. Het regeerakkoord hangt aan elkaar van list en bedrog.”

“Wat me wel bevalt is dat het kabinet scherper wil toezien op naleving van de wet dat Engels in het hoger onderwijs alleen de voertaal mag zijn als dat een toegevoegde waarde heeft. Ik ben benieuwd wat ze daaronder verstaan. Wat mij betreft is dat maar in een heel enkel geval aan de orde, bijvoorbeeld bij hooggespecialiseerde technische studies met PhD’s uit andere landen. Wij zullen dit goed in de gaten houden.”

Meer geld voor de technische opleidingen? “Dat juich ik toe. Het zijn dure studies, ze zijn heel belangrijk voor de wetenschap en voor de B.V. Nederland. Daar moet gewoon geld bij. Dat het budget voor fundamenteel onderzoek stapsgewijs wordt verhoogd, is ook een prima voorstel.”

Maar de plannen voor verdergaande internationalisering bevallen hem minder. “Zo’n actief beleid van globalisering in het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is echt de ideologische agenda van partijen als D66 en GroenLinks. Dat de Universiteit Maastricht met trots verklaart dat ze meer buitenlandse dan Nederlandse studenten telt, daar begrijpen onze kiezers helemaal niets van. We gaan toch ook geen patiënten werven in het buitenland om er winst op te maken? De komst van buitenlandse studenten heeft gewoon een tol: denk aan het gebruik van studie-infrastructuur, huisvesting, vervoer enzovoorts.”

GroenLinks: ‘Studenten moeten hun eigen voordeeltje  betalen’
“Het regeerakkoord lijkt een soort stoelendans”, zegt Tweede Kamerlid Zihni Özdil van GroenLinks. “Er komt van alles in beweging, maar uiteindelijk blijft de opzet hetzelfde en is er toch steeds weer een verliezer. Neem het verlaagde collegegeld in het eerste studiejaar. Toen dat uitlekte, dacht ik: goed nieuws, daar ga ik positief op reageren. Maar nu blijken studenten er zelf voor te betalen met een hogere rente op hun studieschuld. Dan ben je nog verder van huis.”

Met andere maatregelen zou hij het in principe wel eens kunnen zijn, maar die moeten nog uitgewerkt worden. Zoals de kwaliteitsafspraken die universiteiten en hogescholen gaan maken met ‘partners’. “Wie zijn die partners dan? Zijn dat alleen bedrijven of ook de studenten en docenten? En nog belangrijker: krijgen studenten en docenten instemmingsrecht?”

Of denk aan de 200 miljoen euro voor fundamenteel onderzoek. “Goed dat er meer geld voor de wetenschap komt, maar gaat dat bedrag alleen naar de technische wetenschappen? Ik begrijp dat een natuurkundige in een laboratorium meer kost dan een historicus in een archief, maar de geesteswetenschappen lijken er toch bekaaid van af te komen.”

Prima dat de regering de opmars van het Engels in het hoger onderwijs in de gaten wil houden, vindt Özdil. En het is ook goed dat bacheloropleidingen voortaan een goede reden moeten geven voor ze een numerus fixus mogen instellen. Maar het totaalpakket bevalt hem niet.

Advertentie