Utrechtse studenten laconiek na onvoldoendes voor opleidingen: ‘Dit is Inholland niet’

Het oordeel in de media over de vier opleidingen van de faculteit Geesteswetenschappen die vorige week een onvoldoende kregen, was soms hard. Toch maken studenten van deze “flutstudies” zich weinig zorgen.

Een rondgang langs de vier Utrechtse opleidingen die onderwijskeurmeester NVAO negatief beoordeelde, maakt duidelijk dat de studenten van de studies niet wakker liggen van het nieuws. Sommige landelijke media mogen dan aan de haal zijn gegaan met de onvoldoendes binnen de alfastudies, de studenten reageren gelaten. Dit nieuws was al lang bekend, zeggen ze. Of: de ernst van de situatie wordt schromelijk overschat. En: de opleiding is ondertussen al verbeterd. Voor hun eigen toekomst op de arbeidsmarkt vrezen ze ook niet.

De studenten op de kamer van studievereniging Contact van Communicatie- & Informatiewetenschappen (CIW) reageren laconiek op de vraag hoe zij denken over de onvoldoende voor hun studie. “Dit wisten wij al 1,5 jaar”, zegt Lisane, commissaris onderwijs van de vereniging. “En sindsdien heeft de opleiding veranderingen doorgevoerd, zoals een extra methodenvak”, voegt Doris, student CIW en lid van de faculteitsraad, toe.

Bij Geschiedenis is de beoordeling van afstudeerwerken verbeterd, aldus Jeffrey, bestuurslid van studievereniging UHSK: “De criteria waarop scripties worden beoordeeld zijn nu voor alle docenten dezelfde, voorheen kon bijvoorbeeld per docent verschillen welk deel van je cijfer door inzet werd bepaald.”

Daarbij komt dat de studenten vinden dat iederen goed op de hoogte is gesteld door de faculteit, ook de studenten die misschien minder actief zijn binnen de opleiding. Iedereen werd al voor de bekendmaking door de NVAO of anders op de dag zelf in een uitgebreide mail ingelicht door het departement. Doris: “Die communicatie vanuit de faculteit was heel duidelijk. Als faculteitsraad en ook bij de studievereniging hebben wij geen vragen van studenten binnengekregen.”

Tendentieuze berichtgeving
De studenten hebben geen goed woord over voor de manier waarop de landelijke media sensatie kozen ten koste van nuance. Vooral de Volkskrant met de kop 'Honderden alfastudenten kregen onterecht hun bul' krijgt ervan langs. De NOS wilde filmen bij studenten Geschiedenis, vertelt Hannah, commissaris onderwijs van UHSK: “Toen bleek dat wij de nuance aanbrachten en niet boos waren, zijn ze afgehaakt. Dat toont maar weer hoe hypegericht zelfs de NOS is.” Jeffrey: “We zijn niet boos, we zijn goed geïnformeerd en veranderingen zijn doorgevoerd.”

Bij Keltisch Talen en Cultuur hebben ze blijkbaar zo genoeg van de pers dat vanuit het departement is gevraagd vooral niet te praten met journalisten die bellen. Studenten willen nog net zeggen dat ze zich geen zorgen maken, maar dan wordt er toch echt opgehangen. Gelukkig wil Tom, bestuurslid van studievereniging Asterix, wel iets zeggen: “Ik moet alleen bekennen dat ik er helemaal niet mee bezig ben geweest. Ik vind dat we ons niet druk hoeven maken, het ene werkstuk is het andere niet, er glipt wel eens wat door. Als bestuur hebben we dit niet besproken en studiegenootjes hoor ik er eerlijk gezegd ook niet over praten.”

Vrees voor beeldvorming
Allemaal leuk en aardig, die relativering. Maar maken studenten zich dan echt geen zorgen over hun arbeidsmarktperspectieven? Bij Geschiedenis, een opleiding waarvan de vooruitzichten op een baan niet rooskleurig zijn, hebben studenten stiekem toch enige angst. Niet omdat de opleiding niet goed is, maar vanwege alle negatieve media-aandacht, legt Jeffrey  uit. “Je weet niet wat het met de beeldvorming doet.”

Maar de meeste studenten delen dit gevoel niet. “Dit is Inholland niet”, antwoorden zij steevast op de vraag of ze vrezen voor hun toekomst op de arbeidsmarkt, “iedereen is dit over een jaar weer vergeten”. Student Mediastudies Bram zegt bijvoorbeeld: “Dit is niet mediageniek: het is een technische kwestie en het is niet geconcentreerd. maar speelt zich af op verschillende universiteiten.”

Student CIW Marloes blijft ook redelijk nuchter onder die berichtgeving: “Ik denk niet dat toekomstige werkgevers hier echt over zullen vallen, het gaat om zo’n klein dingetje. Bovendien, als ze dat wel doen zijn wij als communicatiestudenten mans genoeg om uit te leggen hoe het echt zit!” Ook andere studenten geven aan zich weinig zorgen te maken omdat het niet om hen gaat: zij zijn immers pas eerste- of tweedejaars of hebben hun bachelorscriptie ruim boven het akelige zesje afgerond.

Kwalijke timing
Tweedejaars Geschiedenis Hans en Jona zitten in de introductiecommissie voor eerstejaars. Zij vrezen voor het aantal aanmeldingen komend jaar. Hans: “Ik vind het een kwalijke timing. Dit was al lang bekend, waarom het juist nu naar buiten brengen, nu middelbare scholieren voor hun studiekeuze staan. Dit zou effect kunnen hebben op de aanmeldingen.”

Dat het nieuws gevolgen kan hebben voor de nieuwe instroom, onderstreept Annemarie die net had besloten de master Mediastudies te gaan studeren. “Ik was zo blij dat ik eindelijk een keuze had gemaakt, stond op het punt zorgeloos mijn vakantie in te gaan. En nu dit. Welke gevolgen heeft dit nieuws? Wil ik dit nog wel studeren of moet ik toch bij de vergelijkbare master in Amsterdam gaan kijken? In een e-mail probeert de universiteit ons gerust te stellen maar dat bericht komt wel van de universiteit zelf: natuurlijk gaan die niet zeggen dat het heel erg is.”

De studenten geven overigens toe dat hun opleiding op sommige punten best verbeterd kon worden. Ze zijn blij dat daar nu aandacht voor is. Mediastudiesstudent Bram vindt bijvoorbeeld dat docenten soms best wat strenger mogen zijn: “Je kan geen voldoende geven omdat iemand zo zijn best heeft gedaan.”

Maar Doris (CIW) vindt dat ook studenten een verantwoordelijkheid hebben voor het afleveren van een degelijke scriptie: “Het schrijven van een scriptie is een wisselwerking tussen student en begeleider. Mijn methodehoofdstuk was aanvankelijk ook niet sterk maar met goede feedback van mijn begeleider heb ik dat weten te verbeteren. Bovendien heb ik zelf bewust een extra methodenvak gevolgd.”

Als het aan de huidige studenten ligt, komt het helemaal goed. Het nieuws zal vanzelf overwaaien.
Toch beseffen ze ook dat dit voorlopig nog wel even een gespreksonderwerp blijft, in grappig bedoelde app-berichtjes van vrienden, tijdens bezoekjes aan bezorgde familieleden of op feestjes. Hannah: “Vanaf nu moeten we op verjaardagsfeestjes niet alleen uitleggen wat je met geschiedenis kan, maar moet je ook uitleggen dat de opleiding wel deugt.”

Opleidingen krijgen weinig vragen en klachten

“Bijna niets, het is wonderlijk stil”, antwoordt decaan Geesteswetenschappen Wiljan van den Akker op de vraag of er veel vragen en klachten binnenkomen van studenten en afgestudeerden van de vier opleidingen die van de NVAO een onvoldoende kregen. “Bij de opleidingen hebben zich enkele mensen gemeld, maar echt mondjesmaat.” Hoogleraar Keltisch Peter Schrijver onderschrijft het beeld dat de decaan schetst. “Ik heb zelfs geen enkele vraag of opmerking binnengekregen.”

Na de aanvankelijke forse stellingname van de Volkskrant vreesden de opleidingen even een storm aan negatieve aandacht. Maar die is uitgebleven. “De meeste andere pers bleek uiteindelijk veel minder oorlogszuchtig”, neemt Van den Akker waar. “Die kwam met veel evenwichtigere berichtgeving.” Volgens Peter Schrijver beperkte ook de “beheerste” reactie van de minister de ophef. “Die had het over een licht dat op oranje stond en dat we de situatie niet moesten dramatiseren.”

Van den Akker en Schrijver hopen bovendien dat de verschillende manieren waarop zij hebben geprobeerd de media, maar zeker ook de studenten en afgestudeerden, te informeren over de situatie positief hebben uitgepakt. Schrijver stuurde de studenten een mail en plaatste een post op de Facebookpagina van zijn opleiding. “Die berichten gaan ook naar heel veel alumni.”

Het is volgens Schrijver nog even afwachten hoe potentiële studenten gaan reageren. Hij heeft studenten die onlangs de matchingsdag van Keltisch bezochten deze week persoonlijk geïnformeerd. “Het is nog te vroeg om iets te zeggen over het effect daarvan.” 

 

Advertentie