Veldonderzoek legt drugsnetwerk bloot

De Utrechtse jurist Damián Zaitch toont aan dat je cocaïnehandel niet stopt met repressieve middelen. Voor zijn onderzoek gaat hij gewoon praten met Colombiaanse handelaren. Vandaag vertelt Zaitch zijn verhaal op een symposium over cocaïnehandel.

Tien jaar ‘war on drugs’ hebben de productie en consumptie van cocaïne enkel maar doen toenemen.  “Om de cocaïnehandel te bestrijden, moet je het legaliseren met strakke regulatie, een vergunningsstelsel en prijscontrole door de staat.” Dat is de conclusie van de Utrechtse criminoloog Damián Zaitch van het Willem Pompe Instituut op basis van zijn veldonderzoek. Vandaag komt hij met vakgenoten van het  Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC) bijeen om over de resultaten te spreken.

Waar kranten en televisie een beeld schetsen van strak georganiseerde cocaïnekartels met machinegeweren en peetvaders, ontdekte Zaitch een betrekkelijk vredelievend kringetje van Colombiaanse ‘traqueto’s’ – immigranten - met familieleden in Colombia die ondergedoken in de latino-gemeenschappen van Amsterdam en Rotterdam hun handelsroutes opzetten.

Nog steeds is Nederland wereldwijd een van de grootste handelaren van cocaïne. “Weet je, het is gewoon tussenhandel. 90 procent van de cocaïne die via containers in Rotterdam binnenkomt, wordt verkocht in Afrika, Latijns-Amerika.”

Zaitch deed zijn onderzoek in volle openheid. "Ik heb altijd iedereen eerlijk verteld dat ik wilde begrijpen wat de motieven waren om in de cocaïnehandel te gaan. Ik ging gewoon naar de salsabar, naar de kerk en sprak Colombiaanse immigranten aan, zo’n vijf jaar lang. Relaties zijn toch op eerlijkheid gebaseerd.”

Hij denkt dat hij met het veldonderzoek beter zicht  krijgt op de handel en de mogelijke oplossingen. “Door het veldonderzoek begon ik te begrijpen hoe het echt in elkaar steekt. Het is een netwerk van handelaren tussen de legale en illegale wereld in. Een advocaatje hier, een verre neef in Colombia, geld oversluizen naar Colombia bij de Western Union of Thomas Cooke, een corrupt containerbedrijfje in de Rotterdamse Haven en dure feesten in een salsabar. Het is parasitair op de gewone handel. Vaak hoeven veel van de betrokkenen geeneens echt iets illegaals te doen, maar interpreteren ze de wet net even iets anders. Nederland is nu eenmaal een echt handelsland met alle faciliteiten. Dat is al sinds de tijd van de VOC zo.”

Deze manier van onderzoek werpt een ander licht op de werkelijkheid, denkt Zaitch. Dat werd hem nog eens extra duidelijk tijdens een groot internationaal congres vorige week over de internationale aanpak van drugshandel. “Ook al zullen vooral de rechtse politici het niet snel toegeven, de ‘war on drugs’ is een catastrofale mislukking geweest. De Zuid-Amerikaanse landen en de Verenigde Staten willen het net zo gaan doen als Nederland. Er zijn inmiddels twee Amerikaanse staten waar ze marihuana gaan legaliseren. Obama heeft zich daarachter geschaard. De komende jaren komt er zeker een omwenteling, het kan niet anders. Eerst marihuana, maar geleidelijk ook cocaïne, denk ik. Let wel, ik ben een tegenstander van drugsgebruik, maar ik denk dat de nadruk veel meer moet liggen op het ontmoedigen van  het gebruik door te wijzen op de gevaren van verslaving.”

De politie spreekt zich nog lang niet openlijk uit over het falen van de war of drugs. “We zullen dat zien tijdens het symposium in Utrecht. In de ochtend hoor je van internationale organisaties, mensenrechtorganisaties en politici dat de war on drugs moet stoppen, maar in de middag komen politiemensen aan het woord en die zullen zeggen hoe succesvol hij is.

"Ze hebben er ook belang bij. Er is een enorme bureaucratie rond de drugsbestrijding ontstaan. In de Verenigde Staten bestaat een hoog percentage gevangenen uit drugshandelaren. Waar gaan al die politiemensen en gevangenenbewaarders straks werken als drugs legaal zijn? Maar echt succesvol tegen drugshandel is de war on drugs nauwelijks geweest.”

Zaitch baseert zijn conclusies op de verhalen uit de praktijk. “Ze vertelden me hun levensverhalen, natuurlijk niet hoeveel kilo en ook niet wanneer en hoe de drugs worden geleverd. Het was geen infiltratie. Ik heb vijf jaar full time de tijd gekregen om inzicht te krijgen over cocaïnehandel op grond van insider-informatie. Kijk, ik ben van origine Argentijn, kon dus makkelijk met ze praten. Het was puur demografisch onderzoek, niet bedoeld om de politie te helpen.”

Onveilig heeft Zaitch zich tijdens zijn onderzoek niet gevoeld.  “Het geweld rond drugshandel is hier marginaal in vergelijking met de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. Onze aanpak van schadebeperking is dus uiterst succesvol. Zeker als je weet dat de handel hier zo kolossaal is, zeg 25 procent van de wereldmarkt. 60.000 doden in zeven jaar tijd in Mexico. Dat zijn catastrofale cijfers, de proporties van een tsunami. En kijk naar Spanje. Laatst werden er weer 18 Colombianen vermoord in Madrid.

In Nederland voeren we niet een ‘war on drugs’. Wij concentreren ons op een aanpak van het geweld in plaats van de handel. De pakkans bij moord is hier 97 procent, terwijl je in Colombia juist 95 procent kans hebt om vrij uit te gaan. Maar ik heb tijdens mijn onderzoek echt wel handelaren ontmoet en gesproken, die naar Colombia gingen en daar zijn vermoord.”‘

Advertentie