Waarom er dit jaar zoveel Vici-beurzen waren

In de wedloop om NWO-onderzoeksbeurzen van anderhalf miljoen euro kwamen maar liefst vijf wetenschappers tegelijk over de finish. De oplossing? NWO heeft iets meer beurzen uitgedeeld.

Vorige week maakte onderzoeksfinancier NWO 36 wetenschappers uit allerlei disciplines blij met een Vici-beurs van anderhalf miljoen euro. Daarmee kunnen ze de komende vijf jaar hun eigen onderzoeksgroep opbouwen.

Dat zijn er opvallend veel. De afgelopen jaren verdeelde NWO steeds rond de dertig beurzen. Maar er was iets bijzonders aan de hand: vijf wetenschappers waren gelijk geëindigd op plaats 32 en NWO heeft ervoor gekozen hun allemaal een beurs te geven.

Dat roept vragen op. Bij het verdelen van de Vici-subsidies moet NWO altijd appels met peren vergelijken - natuurwetenschappers en wiskundigen wedijveren met sociaal-wetenschappers en letterkundigen - en elk jaar komt de onderzoeksfinancier tot ongeveer dertig Vici-laureaten. Hoe kunnen er dan ineens vijf wetenschappers op gelijke hoogte eindigen?

Het is uitzonderlijk, maar het kan gebeuren, zegt Coenraad Krijger, directeur beleidsontwikkeling van NWO.

Binnen de verschillende wetenschapsdomeinen maken commissies van wetenschappers een eerste schifting in de aanvragen voor de Vici-subsidies. Dit keer hadden 216 wetenschappers een beknopte aanvraag ingediend en na de eerste schifting hebben 132 hun aanvraag nader uitgewerkt.

Vervolgens vraagt NWO drie, vier of zelfs vijf anonieme ‘referenten’ van over de hele wereld om een oordeel. Dat zijn wetenschappers uit dezelfde discipline of hetzelfde specialisme die bij uitstek kijk hebben op de kwaliteit en originaliteit van het onderzoeksvoorstel. De aanvragers mogen op de referenten reageren. Ten slotte nodigt een ‘wetenschapsbrede’ commissie een aantal kandidaten uit voor een gesprek.

Met al die informatie gaat een de commissie aan de slag. Ze geeft de aanvrager op een schaal van één tot negen scores op drie criteria: de wetenschapper zelf (eerdere publicaties, overtuigingskracht), het onderzoeksvoorstel (originaliteit, belang) en kennisbenutting (mogelijke opbrengst, bijdrage aan de maatschappij, bijdrage aan andere disciplines).

Eerst vullen de commissieleden hun voorlopige oordelen in, daarna gaan ze met elkaar in discussie en kunnen ze - op grond van de argumenten - de toegekende punten bijstellen. De wetenschapper en het voorstel wegen daarbij zwaarder dan de toepasbaarheid.

Dan rollen vrijwel automatisch de scores eruit, van hoog naar laag. De voorzitter en secretaris doen een laatste check - komt de volgorde overeen met de discussie in de commissievergadering en zijn er geen rekenfouten gemaakt? - en dan kan het bestuur van NWO de beurzen toekennen.

Er zijn altijd aanvragers die met kop en schouders boven de rest uitsteken en aanvragers die overduidelijk minder sterk zijn dan de rest. Maar in het ‘grijze gebied’ is het lastiger om het onderscheid te maken. Dan kan een commissie tot de conclusie komen dat een verder onderscheid niet meer mogelijk is.

Het gebeurt niet vaak, maar in deze ronde zijn er dus vijf wetenschappers ex aequo geëindigd op plaats 32 tot en met 36. “Daar was dit jaar ook geld voor, onder meer doordat in voorgaande jaren sommige Vici-subsidies niet gebruikt zijn”, zegt Coenraad Krijger. “Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de aanvrager voor hetzelfde project ook een beurs krijgt van de European Research Council. Dan moet de onderzoeker kiezen welke beurs hij accepteert.”

Dus kunnen nu 36 wetenschappers aan hun vakgroep bouwen. Het doet Krijger genoegen: “Het zijn vijf wetenschappers extra die tot de beste van hun generatie behoren en met anderhalf miljoen euro toch aan de slag kunnen.”

Advertentie