James Boswell Instituut wordt opgeheven

James Bosweel Instituut op International Campus

Het James Boswell Instituut (JBI) wordt opgeheven. De ongeveer 30 medewerkers van het universitaire instituut voor bijscholing en taalonderwijs, worden van werk naar werk begeleid, zegt directeur Jeroen Torenbeek.

Medewerkers en studenten kunnen al jarenlang terecht bij JBI voor allerlei trainingen en cursussen. Zo komen veel docenten hier om Academisch Engels te leren, kun je bijspijkercursussen Wiskunde volgen en kunnen mensen uit het buitenland er de Nederlandse taal eigen maken. Maar ook niet UU'ers kunnen bij het JBI een cursus of training volgen. Een jaar geleden kreeg directeur Torenbeek de opdracht van het college van bestuur om verschillende scenario’s te bedenken om het instituut goedkoper te maken.

Hij kwam met twee scenario’s. Het eerste was om de verschillende activiteiten van het JBI op te splitsen en deels voort te zetten. Het tweede was het opheffen van het JBI en de succesvolle activiteiten aan anderen te gunnen. Het college van bestuur heeft voor het laatste scenario gekozen. Torenbeek kan het de bestuursleden niet eens kwalijk nemen. “Ons werk hoort niet tot de corebusiness van de universiteit. Wij kosten de universiteit acht ton.”

Te duur
Het meest kwetsbare punt van het JBI is dat het instituut niet bedrijfsmatig kan werken, waardoor het zichzelf uit de markt prijst. “Onze cursussen zijn goed, maar duur. Andere bedrijven die dezelfde soort cursussen aanbieden, zijn goedkoper. Dat komt, zegt hij, door de beloningsstructuur. “Die ligt totaal anders. Prijstechnisch heb je dan een achterstand.”

Een ander punt is dat scholieren die bij het JBI bijvoorbeeld hun wiskunde komen bijspijkeren lang niet altijd kiezen voor de Universiteit Utrecht. “Driekwart van ons werk is voor de buitenwereld. Dus een deel van de universitaire subsidie gaat daar naar toe. Dat is zoals ik dat noem, niet schutte proof. Met andere woorden: je doet iets wat niet zou moeten.”

Schurft over in
De medewerkers en de dienstraad zijn deze week van het nieuws op de hoogte gebracht. “De werknemers hebben er natuurlijk wel de schurft over in. Dit is iets wat je overkomt. Zij hebben hier niet om gevraagd. De bedoeling is dat iedereen van werk naar werk wordt geholpen. Vijf jaar geleden heb ik hier ook een grote reorganisatie moeten doorvoeren en toen heeft iedereen weer werk gevonden. Ik ben een rasoptimist. Ik besef dat het dit keer wel moeilijker is, maar de praktijk biedt vaak onverwachte mogelijkheden. We gaan hier heel hard aan werken, dus ik denk dat dat nu ook moet lukken.”

Torenbeek verwacht dat de hele operatie één tot maximaal twee jaar gaat duren. Ondertussen zoeken de werknemers zelf al naar oplossingen, zegt hij. De medewerkers van de bèta-cursussen zijn de mogelijkheden aan het onderzoeken om een eigen bedrijf te beginnen die de cursussen in de toekomst gaat aanbieden. “Ik bekijk dat van de zijlijn. Het is een initiatief van de werknemers zelf. De meeste bètadocenten doen graag mee aan dit initiatief; als docent of ondernemer.”

"Van sommige taaldocenten weet ik dat ze van de gelegenheid gebruik gaan maken om iets heel anders te gaan doen. Van anderen weet ik, of denk ik te weten, dat ze willen blijven doceren. Zij gaan op zoek en zoals gezegd helpen wij ze daarbij."

Advertentie