Vernietigende kritiek op visie Van Ree

Beleidsarme keuzes, op drijfzand gebaseerde redeneringen, een kunstmatige en overbodige indeling in afdelingen. De kritiek op het visiedocument Bètawetenschappen was woensdag tijdens een hearing van de faculteitsraad ongekend hard.

Interim-decaan Jan van Ree kan zijn borst nat maken. Op woensdag 8 december krijgt de faculteitsraad voor het eerst de kans om haar mening over het nu al veel besproken document te geven, en als de bijeenkomst van medewerkers in het Minnaertgebouw van deze week voorspellende waarde heeft, staat hem een stevige confrontatie te wachten.

Niet alleen de inhoud van het document stuit op veel weerstand, zo bleek woensdag, maar ook het volstrekt ontbreken van goede argumenten en van een cijfermatige onderbouwing voor de gemaakte keuzes. Bovendien was er veel ergernis over de geheimzinnige manier waarop het stuk tot stand is gekomen. “Ik mocht zelfs niet met Van Ree spreken”, zei directeur Jan van Maanen van het Freudenthal Instituut verontwaardigd, om er cynisch op te laten volgen, “maar ja, ik ben ook maar hoogleraar-directeur van een instituut met negentig medewerkers.”

Reorganisatie

Een vraag die Van Ree in ieder geval zal moeten beantwoorden, is of er vanwege de keuzes die worden gemaakt, geen sprake is van een reorganisatie. Volgens de interim-decaan is zijn visie niet meer dan een uitwerking van het Strategisch Plan 2009-2013, maar die opvatting werd door de aanwezigen weggehoond. “Dit is wel degelijk een fundamentele koerswijziging”, kreeg raadsvoorzitter Johan van de Leur te horen, “jullie hebben dus instemmingsrecht, maak daar gebruik van.”

Ook inhoudelijk werden de gemaakte keuzes door verschillende sprekers gehekeld. “Door deze profilering dreigen delen van het onderwijs en het onderzoek die voor de UU als geheel van belang zijn, buiten de boot te vallen. Het is toch te gek voor woorden dat een farmacoloog daar samen met vier harde bèta’s over kan beslissen? Het ontbreekt volledig aan regie van het college van bestuur. Uiterst teleurstellend.”

Instituten

Veel kritiek was er op het voorstel van Van Ree om binnen de zes departementen twintig afdelingen te vormen. “Hadden we net instituten gevormd, moeten er opeens weer afdelingen komen”, zuchtte hoogleraar Theoretische Biologie Rob de Boer. “Waarom gebruikt men de instituten niet als basis voor de nieuwe structuur?” Hij werd bijgevallen door directeur Christoph Keller van het onderzoeksinstituut Sterrenkunde. “Hoe kan ik mijn instituut nu goed leiden als ik geen controle heb over het geld?”

Ook onderwijsdirecteur Sjef Smeekens van Biologie zette vraagtekens bij de gekozen organisatiestructuur. “Wij zijn in ons departement al met minder dan vijftig stafleden en die ga je nu nog eens opdelen in vier afdelingen. Dit gaat toch nooit werken? Als ik in andere universiteiten kom, is de structuur heel simpel. Er is een departementsbestuur van vijf mensen en die zorgen dat alles goed loopt. Waarom kan het hier niet net zo simpel?”

Cynische terzijdes

Tijdens de informatiebijeenkomst van maandag had Van Ree het belang benadrukt van een goede sfeer in de faculteit. Zijn manier van werken en de door hem gemaakte keuzes hebben de stemming er vooralsnog echter niet beter op gemaakt, zo bleek woensdag. Hoe verbitterd veel medewerkers zijn over de gang van zaken, bleek vooral uit talloze cynische terzijdes.

“Men zegt dat de faculteit wil gaan sturen op excellentie. Kun je in deze situatie dan nog excellent worden?” was er zo een. “Kritiek op de financiële administratie is een risico, want voor je het weet stelt men nog meer administrateurs aan” een andere. En dan was er nog: “Deze managementstijl heet in de wandeling ‘quick and dirty, maar in dit geval is het vooral ‘dirty’.” Het is duidelijk, het nieuwe bestuur wacht ten aanzien van het verbeteren van de sfeer in de faculteit een allesbehalve eenvoudige taak.

EH

Advertentie