WK voetbal schonk Zuid-Afrika geen rijkdom, wel trots

Vijfentwintig Utrechtse studenten trokken deze zomer de Zuid-Afrikaanse townships in voor een onderzoek naar de nalatenschap van het WK voetbal. Vandaag presenteren ze een boek over hun bevindingen.

Een WK voetbal organiseren, wat levert dat een land op? Bijna één jaar na het WK reisden vijfentwintig bachelorstudenten Bestuurs- en Organisatiewetenschap af naar Johannesburg om dat te onderzoeken. In zes weken tijd spraken zij honderden bestuurders, sportcoaches, welzijnswerkers, ondernemers en bewoners van arme wijken.

Desmond TutuEen aantal studenten ging vorige week nog even naar Zuid-Afrika, om een onderzoeksbundel te presenteren op een sportcongres waar ook Desmond Tutu aanwezig was (foto rechts). Afgelopen zondag vlogen onder meer Marjolein van den Bergh en Karin ter Horst al weer terug naar Nederland voor de Nederlandse presentatie van de onderzoeksbundel.

En, is Zuid-Afrika er beter op geworden?
Karin: “Gewone Zuid-Afrikanen zijn er economisch niet op vooruit gegaan. De verwachtingen waren vooraf hooggespannen. Mensen dachten dat ze vaste baan zouden krijgen. Maar dat is vies tegengevallen.”
Marjolein: “De overheid heeft een belangrijke rol gespeeld in het creëren van die verwachtingen.”
Karin: “Hoe konden ze anders verantwoorden dat ze miljarden in voetbalstadions steken terwijl het geld heel goed elders besteed kan worden? Ze moesten draagvlak creëren om die kosten te legitimeren.”

Hoe kijken gewone Zuid-Afrikanen terug op het toernooi?
Karen: “Ze zijn lyrisch over het WK. Al die buitenlanders die kwamen, dat vonden ze erg leuk. Was het maar weer als tijdens het WK, hoor je veel.”
Marjolein: “Ze hebben het als een groot feest ervaren. Ze zijn erg enthousiast.”
Karin: “De mensen zijn trots. Van tevoren was er veel scepsis. Zouden die Zuid-Afrikanen dat wel kunnen organiseren, zo’n groot sportevenement? En zou het wel veilig zijn? Maar ze hebben laten zien dat ze dat wél kunnen. Misschien trekt dat meer investeerders aan, maar dat is lastig te meten.”

Ondanks het beperkte economische profijt, zijn jullie toch erg positief over de nalatenschap van het WK. Hoezo?
Marjolein: “De grootste winst is sociaal. De trots dat ze dit hebben georganiseerd, het plezier dat ze aan het WK hebben beleefd. Het WK heeft echt de Rainbow Nation op de kaart gezet.”
Karin: “Het WK is een collectieve herinnering voor iedereen. Er konden tijdens het WK ook blanke mensen feest vieren in de townships.”
Marjolein: “Wij hebben gekeken naar de effecten van voetbalprojecten van de KNVB en de FIFA die bedoeld waren om kansarme bewoners life skills bij te brengen. Vooraf waren we sceptisch, dat zou vast alleen maar gedaan worden voor de goede pr. Maar die projecten hebben toch veel effect gehad. Wel zijn we kritisch op de beperkte duur van die projecten. Na het WK stoppen ze ermee, dat is niet duurzaam.”

Met vijfentwintig studenten de townships in, is dat wel veilig?
Karin: “Mijn ouders waren ook wel ongerust, zes weken met zo’n grote groep de townships in. We zijn veel in de wijk Hillbrow geweest, een wijk waar blanken 20 jaar geleden niet eens over straat konden. Maar er is echt helemaal niks gebeurd in al die weken. Je hebt meer kans om overvallen te worden als je met 25 man naar Madrid gaat.”

Wisten de bewoners van de townships nog iets van het Nederlandse voetbal?
Marjolein: “Iedereen kent het Nederlands elftal. En ze vinden het erg jammer voor ons dat we de finale verloren hebben. Taxichauffeurs, mensen op straat, ze beginnen er allemaal over.”
Karin: “In een township bij Pretoria konden alle kindjes het hele Nederlandse elftal opnoemen. Voetbal is echt hun leven.”

Advertentie