Beste leerling van de klas

Je rust nemen. Dat wordt vaak gezien als belangrijkste voorwaarde voor prestaties in de sport. Toproeier Kaj Hendriks vindt het best lastig om te ontspannen. Zeker nu hij weet dat er straks een fikse langstudeerboete op hem wacht.

Op het moment van schrijven heb ik nog zware benen van de laatste van een langere reeks testen: zestig minuten zo hard mogelijk op een fietsergometer. De testweek bevatte daarnaast: een medische keuring inclusief uitgebreide bloedtesten, een lactaattest en korte afstanden op de roeiergometer. Uit al deze informatie maakt de begeleiding op of iemand fit is en in welke mate er progressie geboekt is. Voor de roeiers zelf speelt dat pas iets later een rol, want op het moment van testen gaat het er vooral om wie de beste/snelste/enzovoorts is en hoe groot het verschil. Wie is de beste leerling van de klas?

trainingNu is die titel na deze testweek erg toepasselijk, maar niet geheel de reden waarom ik deze gebruikt heb. Afgelopen week kon er gelukkig nog steeds gewoon geroeid worden en fietste de technisch directeur – tevens zeer ervaren bondscoach – een baantje mee met de boot waarin ik roeide. Halverwege de training was er een korte bespreking waarin hij mij een aantal aanwijzingen gaf omtrent ‘ontspanning’. Roeien is niet alleen een kwestie van kracht, maar ook van ritme, techniek en enige souplesse, waar een zekere mate van ontspanning voor nodig is. En dat is nou niet echt mijn sterkste punt. Ik deed ook die training hard mijn best goed te roeien. De coach benoemde dat als ‘de beste leerling van de klas te willen zijn’, maar het ging dus ook weer ten koste van enige ontspanning.

Ik herkende me heel erg in zijn twee punten, want voor mij gaan deze niet alleen op binnen de boot. Ook op het gebied van school en studie heb ik altijd de beste leerling van de klas willen zijn. Net als bij hard trainen, schoot  de ontspanning er bij het harde studeren wel eens bij in. Per slot van rekening was ik naar Utrecht gekomen om te studeren en ondanks het roeien heb ik mijn bachelorjaren als Geneeskundestudent erg hard gewerkt, vaak ten koste van ontspanning en zelfs rust (lees: slaap).

Toen ik ‘doorbrak’ in het roeien en steeds meer en vaker in Amsterdam moest trainen, kwam ik, zeker toen mijn coschappen voor de deur stonden, voor een keuze te staan. Immers, van 8 tot 18 coschappen lopen en twee keer trainen op een dag houdt niemand lang vol. Ik kon dus niet meer de beste leerling zijn van al mijn klassen. De keuze voor het roeien en het uitstellen van mijn coschappen leverde me meer rust en ontspanning op.

Totdat vorig jaar de plannen voor langstudeerders weer boven water kwamen en zelfs ingevoerd werden. Die regeling maakt waarschijnlijk geen uitzonderingen voor topsporters. Dit zou betekenen dat ik weer de boeken in moet naast het trainen in mijn voorbereiding op de Olympische Spelen. Anders krijg ik een grove boete aan mijn broek. Nu heb ik simpelweg die tijd niet, maar houdt het me vele uren bezig. Ik wil immers altijd de beste van de klas zijn. Die ontspanning van even niet studeren is verdwenen. Ik voel me dagelijks bijna schuldig of dom dat ik niet studeer. Dit gaat ten koste van mijn rust buiten de trainingen om, die ik juist zo goed kan gebruiken.

Ik had vorige week bijna door de bondsarts een voorschrift laten schrijven dat ik een beperking heb waardoor ik meer ontspanning nodig heb en dus niet kan studeren, totdat ik bedacht dat zelfs voor studenten met een beperking geen uitzondering gemaakt wordt. Er zit dus niets anders op dan harder te trainen en niet alleen de beste leerling van de klas te worden, maar zelfs van de wereld en vervolgens van een mogelijke (gouden) medaillebonus (na belastingaftrek) mijn langstudeerboete te betalen.

Advertentie