De balans tussen werk en leven

Bij het St. Theresa’s hospital in ruraal Zimbabwe, foto Jesse Oberdorf

Dag Vincent,                                                                             Masvingo, Zimbabwe, 20 mei 2017

Wat een heerlijk zware titel boven deze brief, niet? Laat me die wat nuanceren. Ik schrijf je over de balans tussen bovengenoemde zaken. Toegepast op onze situatie als masterstudenten zou je het de balans tussen onderzoek doen en op onderzoek uitgaan kunnen noemen. In de afgelopen twee maanden ontdekte ik hoe belangrijk het is om daadwerkelijk die balans te vinden! Ik ben benieuwd of jij jezelf daarin ook herkent.

Onderzoek doen voor je master is een serieuze aangelegenheid. Ik bevind mij aan de andere kant van de wereld met een taak. Ik moet data verzamelen. Ik moet mijzelf volledig innestelen in de wereld van sociale activisten in Zimbabwe. Ik moet met ze spreken over belangrijke zaken als onrecht, identiteit en wat die precies voor hen betekenen. Ik ben hier vooral om mijn onderzoeksvoorwerpen van binnen en buiten te leren kennen! 

Daarbij komt het feit dat het leven hier nogal anders is ingedeeld dan het leven thuis. Daar werkte ik drie maal per week in de horeca, ging ik twee keer per week naar voetbaltraining en speelde ik op zondag een wedstrijd; geen van deze zaken stonden de afgelopen tijd in mijn agenda. Twee keer in de maand terug naar papa en mama, of regelmatig op stap met vrienden; in Zimbabwe is dat allemaal niet aan de orde.

Wat overblijft zijn zeeën van tijd. Tijd om te besteden aan mijn onderzoek. Dat onderzoek is fascinerend, begrijp me niet verkeerd, maar voor ik het wist, stopte ik al gauw vijftig effectieve uren per week in dat onderzoek. Zoveel tijd gaat er in Utrecht zeker niet in mijn studie zitten! 

Na twee maanden was ik Harare, de hoofdstad van Zimbabwe en tevens mijn onderzoeksgebied, nog nauwelijks uit geweest. Binnen de grenzen van dit land bevinden zich een miljoen avonturen die ik misloop, ook al zijn ze zo dichtbij! Commitment aan mijn onderzoek, of eeuwig zonde?

Wat het antwoord op die vraag ook is, ik moest er even tussenuit. Ik schrijf je deze mail vanuit het St. Theresa’s hospital, zo’n 350 kilometer buiten Harare, diep in ruraal Zimbabwe. Oude vrienden namen mij mee achterin hun oude auto, tussen alle spullen die van de grote stad mee moesten naar het missie-ziekenhuis.

De afgelopen dagen spendeerde ik tussen de zusters, op bezoek bij locale basisscholen en mensen die het iets minder goed getroffen hebben. Vandaag trek ik verder naar Masvingo, een middelgrote stad van waaruit men Great Zimbabwe kan bezoeken, het oude ruïne-complex waarnaar dit land in 1980 werd vernoemd. 

Schuddend en hobbelend in verschillende voertuigen heb ik tijd om te reflecteren op de afgelopen maanden. Af en toe maak ik een kleine aantekening. Wat is nu de kern in die overvloed aan informatie die ik de voorbije maanden verzamelde? Ik merk dat een beetje afstand nemen helpt. Fysieke afstand van het altijd drukke Harare, maar ook een stapje weg doen van mijn onderzoek.

Hoe gek het ook klinkt, onderzoek doen wordt na een tijdje misschien wel wat comfortabel. Je gaat van interview naar interview, verwerkt de informatie eenvoudig en slaat het op voor wanneer het tijd is om je thesis te schrijven. Voor het grotere denkwerk heb ik echter wat meer ruimte nodig. Ruimte en afleiding. Na een dag op pad met de zusters schrijf ik in één uur al mijn inzichten op. Mijn advies? Hou tijdens je onderzoek wat tijd over om op onderzoek uit te gaan!
 

Ik hoor snel weer van je!

Jesse
 

Volg de verhalen van Jesse en Vincent Oberdorf ook via Facebook en Instagram (In2Afrika Diaries)

 

Advertentie