De driekoppige hond

Selectie aan de poort is een symptoom van een ziekte. Een prikkelende uitspraak die masterstudent Arthur Zwartsenberg mythologisch onderbouwt. Het leverde hem een nominatie op als campuscolumnist.

Tegenwoordig is de UU de universiteit met de meeste masters die selecteren aan de poort. Selectie aan de poort. Toen ik die term hoorde moest ik even denken aan Cerberus, de driekoppige hond die de poort naar de onderwereld bewaakte in de Griekse mythologie, die uiteindelijk door de held Herakles gevangen werd. Vroeger bestond er nog de doorstroommaster. Met een bachelordiploma had je automatisch toegang tot deze opleiding. Maar nu is de directe relatie tussen je bachelor en de bijbehorende master ontwricht.

Deze selectie aan de poort is een symptoom van een ziekte: excellentiezucht. Het is begrijpelijk dat bij sommige selectieve honoursprogramma’s ingangseigen worden gesteld. Maar sommige masters moeten geen veer in hun eigen derriere steken en pretenderen dat ze excellent zijn; dat zijn ze niet. Sterker nog, dat kan niet. Niet iedereen kan excellent zijn, want excellentie bestaat niet in absolute zin. Excellenten zijn de uitschieters ten opzichte van het huidige referentiekader. Het is per definitie onmogelijk om massaal te bereiken, want als iedereen uitblinkt wordt het de norm; excellent is the new sufficient. Als iedereen negens haalt, is negens halen niet meer excellent. Het is dus even ongrijpbaar als de regenboog.

Maar belangrijker nog, niet iedereen hoeft excellent te zijn. Dat studenten op academisch niveau niet excelleren betekent niet dat ze op andere gebieden weinig kunnen. En zo worden perfect capabele mensen geweerd voor masterprogramma’s vanwege volstrekt arbitraire regels. Deze mensen zouden weliswaar geen kanker genezen (in metaforische zin, want kanker is een parapluterm voor een heel scala aan verschillende aandoeningen met eigen oorzaken en genezingen, maar dat is een verhaal voor een andere keer) of het equivalent hiervan in hun eigen vakgebied. Maar ik twijfel er geen seconde aan dat ze toch op hun eigen manier een bijdrage hadden kunnen leveren. Deze kans wordt ze zonder meer ontnomen. En wat vooral wreed is, is dat er studenten zijn voor wie het eind van hun bachelor in zicht komt en te horen krijgen dat ze opeens aan bepaalde eisen moeten voldoen als ze willen masteren. Hun studietempo is bepaald door het vooruitzicht dat ze automatisch konden doorstromen. Als ze vanaf het begin wisten dat masters selecteerden hadden ze harder gewerkt, maar nu zijn ze al bijna klaar en is het te laat om dat gemiddelde nog omhoog te krikken. En wat moeten deze studenten nu?

In de economie bestaat er zoiets als een ‘liquiditytrap’. Deze studenten belanden in een ‘educationtrap’. Geen master neemt ze aan; maar het is te laat om nog aan de eisen te voldoen. En zo vallen ze door de spleten van het hoger onderwijs. De spelregels worden tijdens het spel veranderd. En voor een universiteit, een paragon van verlichting en progressie, kan dit niet door de beugel. Wie o wie wordt de Herakles die ons van deze Cerberus gaat verlossen?

Advertentie