UCU-studenten zoeken antwoord op onmogelijke vraag

Wie zijn wij?, foto 123RF

Wie zijn wij? Het is waarschijnlijk onmogelijk om hét antwoord op die vraag te vinden. Maar daar gaat het filosofiedocent Chiara Robbiano ook niet om. Ze daagt haar studenten uit om zich te verplaatsen in de grote filosofen uit het westen en het oosten. Hoe kwamen zij tot hun antwoord? “Stel je voor dat je vandaag Nishitani bent, en kijk waar ons dat brengt.”

Cursus Who are we? Philosophical views on humans and gods
Niveau, hoeveelstejaarsvak Bachelor, tweedejaarscursus
Studie Liberal Arts & Sciences
Waar University College, Voltairegebouw
Datum & duur Maandag 25 april, 15.45 – 17.30
Docent Chiara Robbiano
Aantal  studenten 15
Voertaal Engels

Op de fiets naar het University College probeer ik te bedenken of ik eigenlijk oosterse filosofen ken. De naam Confucius schiet me te binnen, uit China, en dan heb je natuurlijk Boeddha. Maar van de laatste eeuwen? Grote namen als Descartes, Nietzsche, Spinoza, maar dan uit het oosten? Ik heb geen idee. Van Nishitani Keiji, de man waar het vandaag over gaat, heb ik nog nooit gehoord.

De vraag der vragen
Japanner Nishitani leefde van 1900 tot 1990 – hij was dus een moderne filosoof. De kernvraag waar hij zich mee bezighield is: wie zijn wij? Het is waarschijnlijk de vraag der vragen in de filosofie (gevolgd door ‘…en waartoe zijn wij op aard’), en dus staat-ie centraal in alle colleges van deze reeks. Hopelijk hebben de studenten straks, als ze het laatste college achter de rug hebben, het antwoord op deze vraag, zegt docent Chiara Robbiano, maar ze grinnikt erbij. Kan ik me iets bij voorstellen, want ‘wie zijn wij’ – valt die vraag ooit te beantwoorden?

Bij Nishitani gaat de vraag wie wij zijn gepaard met de vraag wat werkelijkheid is. Dat is een moeizaam begrip, want wat écht is kunnen we alleen zien met onze eigen ogen, vanuit onszelf – en die ervaring is dus altijd gekleurd. Nishitani zet zijn ideeën af tegen die van René Descartes (1596–1650), die benadrukte dat er een grote kloof is tussen onze ideeën aan de ene kant, en aan de andere kant de ‘dode materie’ van de natuurlijke wereld. Voor het college hebben de studenten zich al in Nishitani en Descartes verdiept. Zo discussieerden ze op een speciaal forum met elkaar over vragen van de docent.

Het valt me op hoe betrokken de studenten zijn. Dit is geen klassiek college waarin de docent vertelt en de studenten luisteren, docent en studenten vormen sámen een groep. En het niveau ligt hoog. Misschien komt het door hun voorbereiding, en het zou goed kunnen dat UCU-studenten gewoon erg slim en gemotiveerd zijn. Mij duizelt het halverwege het college een beetje, als het gaat over de ‘mechanistische blik’ van Descartes en de ‘elementaire basis van het zelf’. Derdejaars Geertje Bol, die naast me zit, stelt me gerust: het is niet zo gek dat ik de draad kwijtraak, want je kunt dit vak pas volgen als je al een basisvak filosofie gehad hebt.

Are you still alive?
Docent Robbiano houdt in de gaten of iedereen zijn hoofd er nog bij kan houden. “Are you still alive? Good.” Haar toon is opgewekt, en daarmee biedt ze tegenwicht aan de soms zware materie. Het gaat over de ‘grote twijfel’ in het zenboeddhisme, waar Nishitani door is beïnvloed. Die twijfel heeft te maken met de ‘fundamentele onzekerheid van alles’. Niets is zeker in het leven, alles is eindig. In die zee van twijfel proberen de zenboeddhisten geruststelling te halen uit het concept suchness: we moeten ons ‘zelf’ loslaten, het leven gewoon bekijken zoals het is. Niets meer, niets minder.

Aan het eind van het college is de zaal een stuk stiller. Af en toe wordt er nog een vraag gesteld. Hoe kun je als mens nu je ‘zelf’ helemaal loslaten, vraagt iemand: ben je dan niet leeg – zonder drijfveren of behoeften? Zeker, zegt Robbiano. Je zou denken dat je als mens het ‘zelf’ uiteindelijk nodig hebt om in een maatschappij te functioneren, anders kom je niet meer vooruit. Maar dan legt ze uit wat Nishitani’s antwoord hierop zou zijn.

Reflecteren en beargumenteren
Het relativeren van je ‘zelf’, die ‘grote twijfel’ – is het Robbiano’s bedoeling dat je jezelf en de wereld met meer afstand gaat bekijken? Niet helemaal, zegt ze. “Het gaat mij erom dat de studenten kennismaken met verschillende ideeën. Niet om er een levensvisie uit te halen die henzelf het meest aanspreekt, maar om te kunnen reflecteren op hun eigen aannames en om de ideeën van de verschillende filosofen te kunnen vergelijken. Hoe kwamen die op een bepaald idee, welke argumenten hebben ze ervoor?” Hét antwoord op de grote vraag ‘wie zijn we’ hoeven de studenten niet te vinden. “Maar ze moeten wel kunnen navigeren door alle verschillende antwoorden die er op die vraag zijn gegeven.”

Ik ben benieuwd of Robbiano trucs heeft om de studenten zo actief bij het college te betrekken. Ze vertelt dat ze haar best doet om hen te laten nadenken. Daarom kauwt ze niet te veel voor. “Ik wil meer doen dan kennis overdragen, dus ik stel niet alleen retorische vragen.” Ze daagt haar publiek uit om zich in de filosofen te verplaatsen. “Stel je voor dat je vandaag Nishitani bent. Verplaats je in zijn aannames, en kijk waar ons dat brengt.”

Advertentie