Kiezen of duwen, supersize soda of niet

Mag de overheid burgers verleiden tot gewenst gedrag of dat zelfs afdwingen? Mariëtte van den Hoven gaat op zoek naar de grenzen van de ‘nudge’.

Op Bevrijdingsdag sta ik stil bij een bekende discussie in mijn vak: het belang van de individuele vrijheid. De overheid stimuleert gezond gedrag door allerlei screenings- en preventieve interventies aan te bieden en burgers voor te lichten. Tegelijkertijd houdt het CBS ons voor dat er niet minder rokende, zwaarlijvige mensen komen, noch dat het aantal jongeren dat van de drank af kan of wil blijven, sterk stijgt. Neem daarbij het feit dat de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) in toenemende mate pleit voor de zelfredzame patiënt, die eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de gezondheid neemt. Dus de overheid zou daar geen of slechts een bijrol in moeten spelen. En tegelijk wordt die burger niet gezonder (maar wil het vaak wel).

Dit alles is voer voor ethici. Sommigen, vooral politiek filosofen, nemen stelling in en verdedigen ofwel een liberale, of een meer socialistische visie op de organisatie van de staat. Het leidt in het debat over ‘nudging’ momenteel tot patstellingen die niet constructief zijn. Zoals de burgemeester in New York, die veel weerstand ondervond toen hij de verkoop van te grote softdrinks wilde verbieden, omdat dit tegen de vrijheid van individuen zou indruisen. De suggestie is dat een grondrecht wordt geschonden als je geen XXXL soda kunt kopen.

De filosoof Thomas Nys heeft eens op overtuigende wijze beargumenteerd dat veel preventieve acties niet indruisen tegen de autonomie van mensen: autogordels bijvoorbeeld beperken je nauwelijks in je levenskeuzen. In opposities is de tegenpool ook allerminst aantrekkelijk: als je geen volledige keuzevrijheid hebt, mag de overheid zich blijkbaar met alles bemoeien. Ook dat beeld is natuurlijk onjuist. Wie geen XXXL kan kopen, koopt toch gewoon een aantal XL soda’s. Niemand die je tegenhoudt. Op de jongerencampings mogen ouders kinderen onder de 18 wel bier brengen en mogen zij het voor hun tent opdrinken. Zolang ze maar niet naar de campingkantine gaan.

Terug naar de patstelling: wie keuzen voor of tegen gezond gedrag alleen als keuzen voor volledige eigen keuzevrijheid of paternalistische betutteling ziet, vergeet dat voor veel mensen kiezen en zelfdisciplineren moeilijk is. Voor een psycholoog niets nieuws onder de zon: mensen kiezen onbewuster, gedragen zich weinig rationeel. Wat is er dan mis met een beetje ‘duwen’ in de goede richting? Ethici als ik vinden dat een interessante gedachte die verder geëxploreerd moet worden: zou de wens tot sturing in de zelfdisciplinering een legitimatie voor meer nudging mogen zijn? En hoe kunnen mensen daar in ‘willen’ als veel ‘nudges’ vaak op het onbewuste van mensen inspelen (zoals lekkers bij de kassa). Is het verdedigbaar autonomie niet alleen als kiezen op te vatten?

Samen met psychologen en bestuurskundigen gaan we de komende vier jaar hiermee aan de slag: met een open houding, zonder patstellingen op zoek naar de legitimatie (en grenzen ervan) van de nudge. Meer weten? (www.nwo.nl zoek op Welfare improvement through nudging knowledge)

Tags: gezondheid

Advertentie