Anthonie Wattel: universiteitsbestuurder in democratiseringsjaren

Eind vorige maand overleed voormalig voorzitter van het College van Bestuur Anthonie Wattel. Hij was universiteitsbestuurder in de roerige jaren zeventig en tachtig. In Utrecht moest hij na een bestuurscrisis vertrekken.

Als universiteitsbestuurder kreeg Anthonie Wattel te maken met de democratiseringsgolf die de universiteiten vanaf eind jaren zestig overspoelde. De hoogleraar economie was van 1971 tot 1975 rector in Groningen. De nieuwe Wet op de Universitaire Bestuurshervorming (WUB) gaf in die jaren de aanzet tot verschillende experimenten met zelfbestuur door studenten en medewerkers. Over die jaren schreef WF Hermans, begin jaren zeventig werkzaam aan de Groningse universiteit, zijn bekende boek Onder Professoren. De bestuurlijke perikelen en het studentenprotest spelen in die roman op de achtergrond mee.

In 1980 werd Wattel collegevoorzitter van wat toen nog de Rijksuniversiteit Utrecht heette. In Utrecht kwam zijn universiteitsbestuur door het bezuinigingsbeleid vanuit Den Haag in conflict met de faculteiten. Ook botste het CvB met een zeer assertieve medezeggenschap. Er ontstond een explosieve situatie na een weigering van de raad om over de begroting van de universiteit te praten zonder dat er een langetermijnvisie was geformuleerd. Begin 1982 vroeg onderwijsminister Van Kemenade de collegeleden terug te treden. 

Het Ublad van 19 februari 1982 deed uitgebreid verslag van de bestuurscrisis en maakte melding van de inhoud van een onderzoeksrapport dat aan de basis lag van het ontslag. Dat rapport sprak van een grote kloof tussen universiteitsbestuur en het college van decanen. Bezuinigingsdoelstellingen werden zonder inhoudelijk overleg doorgeschoven naar de faculteiten, concludeert het Ublad in het artikel. Er was “een kloof tussen het gedecentraliseerde akademische zelfbestuur op het gebied van onderwijs en onderzoek en het centrale financieel-ekononomische bestuur”.

Ook de relatie met de universiteitsraad was niet goed, zo werd in het onderzoeksrapport opgemerkt. De raad vond dat het bestuur een weinig consequent beleid voerde in financieel lastige tijden. Maar de moeizame verhoudingen waren volgens het rapport ook deels aan de raad zelf te wijten. Een klein aantal langzittende raadsleden en ook de voorzitter bemoeiden zich “meer dan gewenst en gebruikelijk” met de bestuursproblematiek. 

De bestuurscrisis noopte minister Van Kemenade tot ingrijpen. Naar aanleiding van het onderzoeksrapport vroeg hij de Utrechtse bestuursleden hun zetels beschikbaar te stellen. In september 1982 trad voormalig minister Leendert Ginjaar aan als nieuwe collegevoorzitter. 

Op de achtergrond speelde een tendens waarbij de macht van de universiteitsraden in het universitaire bestuur langzaam werd teruggedrongen. De nieuwe Wet op het Hoger Onderwijs in 1981 had de colleges van bestuur al meer beleidsbepalende bevoegdheden gegeven. Uiteindelijk kwam minister Jo Ritzen in 1997 met zijn Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie. Door het integrale management van de universiteiten in handen te geven van de universiteitsbesturen moesten de instellingen efficiënter en effectiever bestuurd kunnen worden. De raadsleden waren geen medebestuurders meer maar medezeggenschappers.  

Wattel vertrok naar de Open Universiteit in Heerlen waar hij hoogleraar bedrijfswetenschappen werd. Tussen 1985-1988 was hij tevens rector magnificus. Bij zijn emeritaat in 1988 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. 

Naast zijn werkzaamheden als hoogleraar was Wattel politiek actief. Hij was de laatste vicevoorzitter van de Christelijk-Historische Unie en werd in 1980 lid van het eerste dagelijkse bestuur van het CDA. 

Anthonie Wattel werd 86 jaar.

 

Advertentie