Buitenlandse promovendi leveren Nederland geld op

Buitenlandse promovendi zijn goed voor de Nederlandse economie. Ze betalen via de belastingen meer terug dan hun promotie de staat heeft gekost.

Ongeveer 40 procent van de promovendi in Nederland komt uit het buitenland. Hun promotietraject is relatief duur, omdat ze hier over het algemeen worden betaald als werknemer en niet als student. 

Toch zijn buitenlandse promovendi geen kostenpost, becijferde het Centraal Planbureau. Via de belastingen betalen ze Nederland ruimschoots terug voor hun wetenschappelijke vorming.

Het zou kunnen dat ze banen innemen die Nederlandse gepromoveerden ook wel hadden willen hebben, maar die Nederlanders komen dan weer ergens anders terecht. De aanwezigheid van buitenlanders leidt niet tot extra werkloosheid.

Na tien jaar werkt nog ongeveer een derde van de buitenlandse promovendi in Nederland. Dat betekent dat ze ook hier belasting betalen. En omdat buitenlanders vaker in de private sector werken, waar de salarissen hoger liggen, betalen ze gemiddeld genomen meer belasting dan Nederlandse gepromoveerden.   

Volgens het CPB zijn de positieve effecten van buitenlandse promovendi overigens groter dan in geld is uit te drukken. Ze brengen nieuwe ideeën mee en er worden wereldwijde “kennisnetwerken” gecreëerd. Maar zulke effecten zijn voor het CPB nu eenmaal moeilijk te meten.  

In 2012 berekende het CPB al eens dat dezelfde redenering opgaat voor studenten uit het buitenland. Ook zij leveren de schatkist jaarlijks miljoenen op.

Advertentie