Miljoenensucces voor UU-toponderzoek klimaat en katalyse

Het Utrechtse klimaatonderzoek en het onderzoek naar een nieuwe generatie katalysatoren, hebben samen bijna 60 miljoen euro gekregen uit het Zwaartekrachtprogramma van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De champagnekurken kunnen knallen bij de faculteiten Geo- en Bètawetenschappen.

De Utrechtse hoogleraren Bert Weckhuysen en Jaap Sinninghe Damsté  hebben als hoofdaanvrager elk succes gehad bij het aanvragen van een Zwaartekrachtsubsidie. In totaal verdeelde het ministerie van OCW 153 miljoen euro aan zes projecten uit de bètawetenschappen en life sciences. In totaal kwamen er 41 aanvragen binnen bij het ministerie.

Weckhuysen krijgt met zijn onderzoeksconsortium 31,9 miljoen voor onderzoek naar duurzame katalyse, Sinninghe Damsté en consorten krijgen 28 miljoen voor klimaatonderzoek. Beide onderzoeken vallen onder het Strategische Thema Duurzaamheid van de Universiteit Utrecht.

Zondagskind Bert Weckhuysen gaat op zoek naar duurzame katalyse

“Toen we vorige week te horen kregen dat we het door ons aangevraagde bedrag kregen, had ik wel een zondagskindgevoel. We kunnen nu tien jaar lang zonder niet al te veel besognes onderzoek van de lange adem doen. Hiermee kunnen we voor het hoog hangende fruit gaan.”

De Utrechtse hoogleraar Anorganische Chemie en Katalyse Bert Weckhuysen, in juni nog geëerd met de Spinozaprijs, heeft met collega’s van de Universiteit Twente en de TU Eindhoven 31,9 miljoen euro gekregen. “Met het nieuwe Nederlands Centrum voor Multiscale Catalytic Energy Conversion, waarvan Utrecht de penvoerder is, willen we een nieuwe generatie katalysatoren ontwikkelen. De chemische industrie maakt bij alles gebruik van katalysatoren, stoffen die een chemisch proces versnellen. Ons hoogste doel is om katalysatoren te maken die op een duurzame en efficiënte manier chemische bouwstenen en brandstof maken uit aardgas, biomassa of kooldioxide én zonlicht. Zo willen we een stille groene revolutie veroorzaken die op een duurzame manier in de energiebehoefte van onze samenleving voorziet. Als ik het zou moeten uitleggen aan mijn moeder in België zou ik zeggen dat we aan het motorblok van de auto gaan sleutelen terwijl we comfortabel blijven rondrijden.”

De onderzoekers van Eindhoven kende Weckhuysen al, maar eind vorig jaar en begin van dit jaar werden collega’s uit Twente uitgenodigd om samen naar de toekomst van katalysatoren te kijken. “We hebben eerst aan elkaar gesnuffeld voor we elkaar het ja-woord gaven. We moesten een beetje aan elkaar wennen. Fysici, chemici en ingenieurs spreken elk toch een andere taal.”

De groep rond Weckhuysen vermeldt veel gerenommeerde onderzoekers. “Vier Spinozawinnaars, veel onderzoekers met een Europese grant. Ze staan in alle hitlijstjes. We wisten dat als je opgaat voor een subsidie als deze, dat je dan excellente wetenschappers nodig hebt die over de grenzen van hun vakgebied heen kunnen en durven kijken.”

De andere Utrechtse aanvrager is Alfons van Blaaderen


Klimaatonderzoeker Sinninghe Damsté wil antwoord op de vraag: Hoe warm wordt het op aarde aan het einde van deze eeuw?

Hij heeft het niet in zijn eentje gedaan, benadrukt de Utrechtse hoogleraar Jaap Sinninghe Damsté als DUB belt om te feliciteren met de 28 miljoen euro die het ministerie van OCW aan zijn aanvraag voor klimaatonderzoek heeft toegekend. “Het gaat om een consortium van onderzoekers van wie ik de hoofdaanvrager ben. Zo’n 50 procent van de onderzoekers komt uit Utrecht, maar ook Wageningen, Nijmegen, de VU en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, het NIOZ,  participeren in dit onderzoek.”

Wat de wetenschappers willen is een virtueel onderzoekscentrum opzetten voor klimaatonderzoek;  het Netherlands Earth System Science Centre. De grote vraag die zij hopen te beantwoorden in de komende tien jaar, is hoe warm het gaat worden op aarde aan het eind van deze eeuw.

“De afgelopen 10 jaar hebben we een enorme stap gemaakt in de reconstructie van het vroegere klimaat op aarde, onder meer in tijden met een hoog gehalte aan CO2 in de atmosfeer. Door een beter begrip te krijgen van de manier waarop vroegere klimaatsveranderingen tot stand kwamen, kunnen we misschien beter grip krijgen op alle processen betrokken bij klimaatveranderingen. Hiermee hopen we voorspellingen van de temperatuur op aarde aan het einde van deze eeuw - wanneer de CO2 concentratie in de atmosfeer flink is toegenomen - te kunnen verbeteren.”

Met het geld uit het Zwaartekrachtprogramma kan het werk worden voortgezet van het Darwin Centrum voor Biogeologie dat nu 9 jaar bestaat. Dit centrum, waarvan Utrecht de penvoerder is en waarvan UU-rector Bert van der Zwaan, de eerste directeur was, wordt voor de helft gefinancierd door onderzoeksfinancier NWO en voor de andere helft door de betrokken universiteiten en onderzoeksinstituten. “We kregen een subsidie voor een periode van 10 jaar. Die tijd is nu bijna voorbij.”

In het Darwin Centrum werken biologen en geologen van verschillende universiteiten en het NIOZ samen. “We doen veel mooi onderzoek. Dat werk willen we graag voortzetten. Vandaar dat ik samen met de huidige directeur van het Darwin instituut, professor Jack Middelburg, een aanvraag heb gecoördineerd voor een Zwaartekrachtsubsidie. De focus wordt nu nog meer het klimaatonderzoek. We hebben nieuwe partners gezocht om ons te versterken. Die hebben we gevonden in de fysici van de Utrechtse Bètafaculteit – het IMAU – en in de groep van Marten Scheffer uit Wageningen.”

Het consortium van onderzoekers was niet zo arrogant om te denken dat ze als winnaar uit de bus zouden komen. “We hadden wel goede hoop, omdat we vinden dat de betrokken onderzoekers het heel aardig doen. Een eis om mee te dingen naar een subsidie is namelijk dat het onderzoek wetenschappelijk excellent moet zijn. De aangesloten onderzoekers hebben samen in de laatste 10 jaar meer dan 100 publicaties in high impact journals gehad. Dat lijkt me van excellentie spreken. Onder de hoofdaanvragers zijn vier Spinozawinnaars. Ook dat is een indicatie van wetenschappelijke excellentie in Nederland.”

Daarnaast zijn in de aanvraag 40 gedetailleerde voorstellen voor individuele onderzoeksprojecten gedaan. Met de miljoenen kunnen onder meer promovendi, postdocs en analisten worden aangezocht om dit onderzoek dat bij de beoordelaars blijkbaar in de smaak vielen, te doen. Daarnaast wordt van het geld een klein bureautje opgezet in Utrecht, ter ondersteuning van de onderzoekers. Daar wordt Sinninghe Damsté directeur van.

De Utrechtse medeaanvragers zijn Jack  Middelburg en Hans Oerlemans.


De andere prijswinnaars:

3) The Institute for Chemical Immunology (ICI)
Hoofdaanvrager: Professor J. Neefjes (Nederlands Kanker Instituut)
Utrechtse participatie, medeaanvragers zijn professor Albert Heck en professor Piet Gros
Toekenning: 27,6 miljoen

Doel van het onderzoek: Topwetenschappers in immunologie en chemie willen met hulp van chemie immuunziekten begrijpen en met oplossingen komen als het afweersysteem faalt of te actief is. Dit kan de aanpak van auto-immuunziektes, infecties en kanker radicaal veranderen.

4)The Soehngen Institute for anaerobic microbiology : microben voor gezondheid en milieu
Hoofdaanvrager: Professor M. Jetten (Radboud Universiteit). Opvallend: medeaanvrager is Jaap Sinninghe Damsté in zijn rol als onderzoeker bij het NIOZ
Toekenning: 22,9 miljoen euro.
Doel van het onderzoek: De microbiologen willen een duurzame biobased economy scheppen. Het gaat onder meer om de efficiënte productie van biogas, het omzetten van organisch afval in afbreekbare bioplastics en een betere gezondheid door een geoptimaliseerde microflora in de darmen.

5) Networks
Hoofdaanvrager: Professor M. Mandjes van de Universiteit van Amsterdam
Toekenning: 27, 6 miljoen
Doel van het onderzoek: Elf wiskunde- en informaticaonderzoekers van vier instituten zoeken oplossingen voor plotselingen problemen die kunnen ontstaan in grote netwerken zoals verkeers- en vervoersnetwerken of energienetwerken.

6) Research Centre for Integrated Nanophotonics
Hoofdaanvrager: Professor M. Smit van de Technische Universiteit Eindhoven
Toekenning: 19,9 miljoen
Doel van het onderzoek: een technologie ontwikkelen die het mogelijk maakt om gigantisch grote datastromen tussen miljarden processors mogelijk maakt. Dit onderzoek moet toekomstbepalend zijn voor het internet.

Advertentie