Antibioticaresistentie is onze redding

Student Lianne Smink vindt dat er bij de faculteit Diergeneeskunde te weinig gekeken wordt naar alternatieven voor het gebruik van antibiotica.

De publicaties over de integriteit van dierenartsen en antibioticaproblematiek vliegen je als diergeneeskundestudent om je oren (NRC Handelsblad, 9 en 13 april 2011). Aanleiding hiervoor is het probleem van antibioticaresistentie, dat gezien wordt als een groot probleem voor mens en dier.

Ik ben erg blij met deze ophef. Het is zeer goed om onszelf, dierenartsen en diergeneeskundestudenten, af te vragen waar we mee bezig zijn en of we zo verder willen. We zijn immers allemaal begonnen met de studie diergeneeskunde omdat we hart hebben voor dieren en daarom diergezondheid nastreven. Maar doen wij dit op de best mogelijke manier? 

Weerstand tegen antibiotica
Ook boeren stellen zichzelf deze vraag en ik merk bij hen weerstand tegen het gebruik van allerlei synthetische middelen (waar antibiotica er één van is) en schaalvergroting. Er is een steeds groter wordende groep boeren die niet meer verder wil op de ingeslagen weg en duidelijk op zoek is naar andere manieren om te boeren, de gezondheid van dieren te bevorderen en dieren te genezen. 

Het groeiend aantal biologische bedrijven en het feit dat ruim 350 boeren een cursus homeopathie hebben gevolgd illustreert het zoeken naar andere wegen en de relevantie van de vraag: hoe houden we dieren gezond in overeenstemming met de natuur? Ik heb de indruk dat de huidige diergeneeskundigen niet aan deze vraag kunnen voldoen. Ik heb meerdere boeren horen zeggen dat de veearts opgeleid in Utrecht hun bedrijf weinig te bieden heeft. Wij hebben niet de kennis en kunde in huis om deze boeren te begeleiden. Daarom ben ik van mening dat wij hier steken laten liggen.

Deze constatering samen met de problematiek van antibioticaresistentie zijn duidelijke signalen die ons dwingen kritisch te kijken naar ons handelen. We kunnen er voor kiezen niet naar deze signalen te luisteren en door te gaan op de oude, vertrouwde manier en zo onze rol op het gebied van diergezondheid kwijtraken, maar we kunnen er ook wat mee doen! 

Liefde en aandacht voor dieren
Ik dacht zelf dat als men streeft naar een gezonde veestapel waarin onnodig lijden vermeden wordt, je niet zonder antibiotica en andere synthetische stoffen kan. Maar inmiddels heb ik met eigen ogen gezien hoe meerdere bedrijven hun gezondheidsmanagement hebben omgegooid en nu nauwelijks of geen antibiotica meer gebruiken. De gezondheid wordt gewaarborgd door het geven van liefde en aandacht aan de dieren, kastjes en buizen die ongewenste effecten van straling voorkomen, healingen, magnetiseren, therapie met frequenties, colloïdaal zilver, kruiden, planten en boombladeren, etcetera.

De dieren hebben een stralende vacht, zijn ontzettend rustig en het uierontstekingspercentage is gezakt tot onder de 10 procent! Ik heb hier met ongeloof naar staan kijken en ik snap niet hoe en waarom het werkt, maar het resultaat dwingt mij te concluderen dat er andere manieren van gezondheidsmanagement zijn dan wij op de faculteit leren. Iets in deze reeks van behandelingen moet effect hebben. Ik zie daarom een grote rol weggelegd voor ‘alternatieve’ geneeskunde in de antibioticaproblematiek. 

Alternatieve geneeskunde
Ik heb altijd met enorme verbazing gekeken naar het standpunt van de faculteit over ‘alternatieve’ geneeskunde. Het wordt ‘wenselijk bevonden als studenten afstand doen van alternatieve behandelwijze’. Er worden tijdens de studie een paar hoorcolleges aan dit onderwerp gewijd, omdat men vindt dat studenten hierover een mening moeten kunnen vormen. Maar in de praktijk wordt er gewoon een standpunt gepresenteerd en men hoopt dat de studenten die overnemen.

Ik dacht altijd dat je bij een wetenschappelijke opleiding geleerd werd om open en onbevooroordeeld naar de verbijsterende zaken van het leven te kijken en die vervolgens kritisch te aanschouwen. Het lijkt er echter op dat de faculteit Diergeneeskunde niet op mensen zit te wachten die dat doen. Naast deze expliciete afkeuring leren wij nog steeds dat antibiotica het antwoord is en er wordt nauwelijks aandacht besteed aan mogelijke alternatieven. 

Planten en kruiden
Als argument hiervoor wordt aangedragen dat er geen wetenschappelijke bewijs bestaat voor andere benaderingen en er alleen bewijs bestaat voor de onwerkzaamheid hiervan. Maar dat is niet waar. Naast onderzoeken die geen werkzaamheid aantonen, zijn er ook zeker onderzoeken die dat wel doen. Er is met name wetenschappelijk bewijs voor behandelingen bij mensen, maar ook voor dieren is er bewijs geleverd (pdf).

Behalve deze klinische studies bestaan ook talloze natuurwetenschappelijke onderzoeken die de kracht van gedachten, aandacht en liefde, de gezondheidsbevorderende eigenschappen van planten en kruiden, en de verbondenheid tussen mens en dier aantonen. Dit zijn geen directe bewijzen voor geneeswijzen, maar kunnen wel de basis zijn waarop geneeswijzen gestoeld kunnen worden.

Dit is niet anders dan in de reguliere geneeswijze waar behandelingen ook niet altijd op wetenschappelijke bewijzen gebaseerd zijn, maar op theorieën die uit wetenschappelijke kennis voortkomen. Dat de faculteit vindt dat het zijn grondbeginselen moet verloochen en zijn geloofwaardigheid verliest als het zich bezig zou houden met ‘alternatieve’ geneeskunde is voor mij onbegrijpelijk.

Geloofwaardigheid
Deze houding maakt het onmogelijk om het beste van alle soorten geneeswijzen te combineren en kritisch en onderzoekend te kijken naar alle geneeswijzen. Mensen die zich bezig houden met diergeneeskunde hebben gewoon het beste voor met dieren en ze willen de dieren allemaal gezond houden en gezond maken. Dus er bestaat geen ‘wij’ en ‘zij’, er bestaat geen tweestrijd. We hebben allemaal hetzelfde doel en streven dat na. Wat zou het prachtig zijn als we deze krachten kunnen bundelen!

De discussie over antibioticagebruik moeten we aangrijpen om te onderzoeken hoe bepaalde boeren hun dieren behandelen en één met de natuur boeren. We zouden moeten kijken hoe het hen lukt om zonder synthetische middelen de koppel gezond te houden. Ik mis op de faculteit de nieuwsgierigheid en de open houding om naar een andere aanpak te kijken.

Beperkte kijk op diergeneeskunde
Frederik van Eeden zei in 1890 het volgende: 'Ik ben stelliger dan ooit van mening, dat het van tevoren verwerpen en niet willen onderzoeken van onbekende en vreemd schijnende dingen de grootste vijand van wetenschappelijke vooruitgang is.' Dit is in mijn ogen exact wat er op de faculteit Diergeneeskunde gaande is. De beperkte kijk op diergeneeskunde staat werkelijke ontwikkeling in de weg.

‘De faculteit’ wordt natuurlijk gevormd door individuen. Er zijn studenten, docenten en hoogleraren aanwezig die wel een open houding hebben. Maar ik heb de indruk dat deze mensen klein gehouden worden, dat hen de mond gesnoerd wordt. Zolang dit niet verandert zal het antibioticaprobleem blijven bestaan en zullen over een poosje ook de middelen tegen wormen (anthelmintica) aanschuiven om ons tot verandering te dwingen.

Neem een voorbeeld aan de VS
Het is nog nooit in de geschiedenis voorgekomen dat we altijd hetzelfde pad bleven volgen, dus ook nu zullen we moeten bijsturen. Alleen in de VS zijn er al 46 universitair medische centra (voor mensen) die integrale geneeskunde (regulier en alternatief geïntegreerd) opgenomen hebben in het onderwijs, dit aanbieden aan patiënten en/of hier onderzoek naar doen.  Daarnaast bestaat er op sommige universiteiten speciale masters die onderwijs geven over alternatieve geneeswijze.

Ook in de diergeneeskunde vindt er in andere landen integratie plaats van verschillende geneeswijzen o.a. bij de University of Minnesota en de Colorado State University. Hopelijk kiest de faculteit er in de nabije toekomst voor om een inhaalslag te gaan maken op dit gebied. 

Open dierenartsen
We kunnen vandaag nog met z’n allen de eerste stap zetten naar een mooiere samenwerking tussen boeren, dierenartsen en dieren. Wanneer de zaadjes gezaaid worden op de faculteit Diergeneeskunde en gewetensvolle, open dierenartsen Nederland in zullen trekken, zie ik een heel mooie toekomst voor de houderij en diergeneeskunde in Nederland. Een houderij en geneeswijze waar respect is voor dier en natuur. Diergezondheid zal dan volgen.

Antibioticaresistentie een probleem? Nee, het zou wel eens onze redding kunnen zijn!

Advertentie