J’accuse … de Universiteit Utrecht

De UU maakt zich schuldig aan ‘ableism’ en discrimineert medewerkers met beperkingen. Dat zegt docent Corrie Tijsseling, zelf doof.

Sommigen noemden het al in hun bijdragen aan het diversiteitsblog: het algemene beeld dat zich voordoet in de wandelgangen van de UU is ofwel overwegend wit en mannelijk of waar het gaat om de afdeling Pedagogische Wetenschappen waar ik werkzaam ben: overwegend wit en vrouwelijk. Wat betreft het aandeel vrouwen zit het daar dus wel goed. Ook is men daar erg internationaal gericht, de kerstborrel was geheel Brits ingericht qua taal en feestelijke rituelen. Aan kleur ontbreekt het echter nog wel. Maar wat vooral ontbreekt binnen de gehele UU is functionele diversiteit. Her en der wordt het in het diversiteits-wensenlijstje nog wel genoemd: ‘gehandicapten’.

Traditioneel spreken we over ‘gehandicapten’, wat betekent: onmachtig om in de samenleving te functioneren. Of over ‘mensen met beperkingen’: mensen die iets niet kunnen. De laatste tijd raakt de term ‘functionele diversiteit’ verspreid: mensen die op een andere manier functioneren, maar wel hetzelfde kunnen bereiken. Immers: “The disability is not the problem. The accessibility is the problem”.

In de tien jaren die ik nu bij de UU werk, ontmoette ik maar weinig personen die ‘anders functioneren’. Meestal waren het bovendien studenten. Als dove docent voel ik me best weleens eenzaam, als enige niet-gemiddelde persoon tussen alle gemiddelde collega’s. Een oproep bij een personeelsbijeenkomst om toch vooral steeds Engels te praten bij de koffiemachine zodat de internationale collega’s zich niet buitengesloten voelen, dient weggeslikt te worden. De bijkomende gedachte dat er nooit een oproep is gedaan om rekening te houden met mensen die anders functioneren, en dat het hier gaat om de afdeling orthopedagogiek, dient eveneens snel weggestopt te worden.

J’accuse…! wil ik hier roepen. Namelijk: op de UU komt ableism voor. Dat wil zeggen: “… discrimination against people with disabilities, including the expression of hate for people with disabilities, denial of accessibility, rejection of disabled applicants for housing and jobs, institutionalised discrimination in the form of benefits systems designed to keep people with disabilities in poverty, etc.”

Wat betreft studenten is er enige vooruitgang: er wordt rekening gehouden met speciale voorzieningen. Het gemopper dat daarmee gepaard gaat en de geuite twijfel van collega’s over het al dan niet toelaten van niet-gemiddelde studenten laat ik er maar even buiten. Wat echter nog wel ontbreekt is een actief stimuleringsbeleid: nodig studenten met beperkingen uit om te komen studeren bij de UU. Ga in gesprek met Handicap & Studie; wat kan de UU doen om toegankelijker te worden voor studenten met functionele diversiteit?

Wat betreft medewerkers: vooralsnog is een medewerker die anders functioneert een zeldzaamheid maar er zijn hoopvolle perspectieven. Zo staat in de huidige CAO van de Nederlandse universiteiten in artikel 6.3 dat een stimuleringsbeleid gevoerd zal worden, gericht op groepen werknemers in een achterstands- of anderszins kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, waaronder mensen met een arbeidsbeperking. Zelfs staat er dat er een plan van aanpak zal worden opgesteld, en dat er jaarlijks verslag zal worden gedaan van het gevoerde beleid.

De praktijk blijkt echter een ander verhaal. Enkele weken geleden vernam ik formeel dat ik na tien jaar mijn werk naar tevredenheid te hebben gedaan, zelfs tot docent van het jaar te zijn gekozen, geen vaste aanstelling zal krijgen na afloop van mijn huidige contract. Per 1 september ben ik weg bij de UU. En is de populatie aldaar weer een stukje meer homogener: witte westerse mensen met privileges. Kortom: als de UU daadwerkelijk divers wil zijn, zal ze toch echt moeten beginnen met uitvoering te geven aan het diversiteitsbeleid waar het gaat om het behouden en werven van ‘anders functionerende’ medewerkers.

Ik klink misschien wat zuur maar het lijkt me dat mij dat vergeven mag worden, na bijna mijn hele leven te moeten knokken voor gelijke kansen. Immers, het ableism binnen de UU staat niet op zichzelf. Zo ben ik lid van Deaf Academics, een internationale organisatie waarin dove wetenschappers hun kennis met elkaar delen, maar toch vooral ook hun ervaringen met ongelijkheid binnen de academische wereld.

Sinds 2014 ben ik bestuurslid van Dovenschap, de belangenorganisatie van en voor doven in Nederland. Als bestuur komen we in actie voor de rechten van dove mensen in Nederland. Zo waren we actief tijdens de Kamerbesprekingen over de ratificatie van het VN-verdrag inzake de Rechten van Mensen met Beperkingen.

Nederland is een van de laatste landen dat dit verdrag nog niet geratificeerd heeft. De oorzaak werd tijdens de debatten duidelijk: in Nederland staan de kosten nog altijd boven de mensenrechten. Het was spannend, maar het wetsvoorstel is nu door de Tweede Kamer. Onze hoop is nu gevestigd op de Eerste Kamer. Ratificatie van dat verdrag betekent immers een eerste stap naar gelijke rechten voor mensen met functionele diversiteit. Dan behoren de vele beschamende voorbeelden bij de hashtag #jekomternietin op een dag tot het verleden. 

De organisatie In1school vroeg me recent om een blog te schrijven over mijn werk, vanwege mijn voorbeeldfunctie op het gebied van diversiteit. De titel luidt: “Een goede docent is niet doof voor haar studenten”. In lijn hiermee wil ik stellen: “Een goede universiteit is toegankelijk voor anders functionerende mensen”.

Diversiteitsblog
Te wit, te Nederlands, te westers, te mannelijk, te elitair, kortom: te ‘ons soort mensen’. Hoe kan de universiteit dat veranderen? Klik hier voor meer verhalen over internationalisering, emancipatie, inclusie en politieke correctheid.

Advertentie