Millenniumdoelen te vaak Millenniumdromen

Iedereen is het eens met millenniumdoelen als ‘maak een einde aan de hongersnood’. Maar ze  zijn zo algemeen geformuleerd dat niemand zich er verantwoordelijk voor voelt. Hoe kan dat anders? Dat vraagt Aline van Veen zich af, een van de deelnemers aan het Utrecht University Model United Nations. Op 12 december gaan ze de discussie hierover aan.

Meer mensen honger! Kindersterfte? Niet zo zeuren. Ach, krijg toch malaria! Het zijn standpunten die vrijwel niemand in zal nemen. In 2000 stemden alle regeringsleiders van de 189 staten die de wereld toen rijk was in met de Millenniumverklaring. Deze verklaring leidde tot de definiëring van de Millenniumdoelstellingen (MDG’s) die tot op een zekere, vastgestelde hoogte in 2015 behaald moeten zijn: uitbannen van armoede en hongersnood, bereiken van een universele basiseducatie, gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen, kindersterfte tegengaan, tegengaan van moedersterfte, uitbannen van hiv/aids, malaria en andere levensbedreigende ziekten, verzekeren van een duurzame omgeving en ontwikkelen van een wereldwijde samenwerking voor ontwikkeling. De grootste verdienste van deze doelen is dat ze zowel staten als NGO’s en internationale instituties op één lijn hebben gebracht als het gaat om het meten van het succes van ontwikkeling. Ze vormen als het ware een raamwerk voor wereldverbeteren op alle niveaus van de (mondiale) samenleving.

Holle frasen

Inderdaad, het is moeilijk om niet achter de inhoud van deze doelen te staan. Maar er valt ook behoorlijk wat op aan te merken. Zijn het geen holle frasen, dromen die sowieso nooit gerealiseerd zouden kunnen worden? Is het niet te makkelijk om doelen te stellen, zonder aandacht te besteden aan hoe er daadwerkelijk aan gewerkt moet worden? Richten ze zich niet meer op kwantiteit dan kwaliteit? De doelen hebben geen juridische status, niemand kan aansprakelijk worden gehouden als ze in 2015 niet zijn gehaald. Daarnaast benoemen ze niet de diepere (politieke en economische) oorzaken van de problemen. Is er met de formulering van de doelen dus niet meer sprake van symptoombestrijding dan van een echte aanpak van ongelijkheid in deze wereld?

Ruim een half jaar geleden kwam de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) met het rapport ‘Ontwikkelingsagenda na 2015: Millennium Ontwikkelingsdoelen in perspectief’. De AIV noemt de Millenniumverklaring hierin nog steeds actueel. De raad vindt dat de verklaring een aantal belangrijke voorwaarden heeft gesteld om tot ontwikkeling te komen, maar stipt ook aan dat sommige thema’s uit de verklaring niet zijn omgezet tot doelen; vrede en veiligheid, mensenrechten en goed bestuur en de speciale positie van Afrika en ‘global governance’. Dit terwijl deze onderwerpen ontzettend belangrijk zijn om de doelen te behalen en duurzame ontwikkeling te garanderen.

Lange termijn

Er zijn nog veel andere kritiekpunten op de Millenniumdoelen. Zo noemt de AIV dat de MDG-systematiek weliswaar succes heeft gehad in de communicatie van de ontwikkelingsproblematiek naar het grote publiek, maar verder in veel gevallen niet leidt tot het behalen van de doelen zelf. Dit komt volgens de raad onder andere door de beperkte operationalisering van de doelen voor de ontwikkelde landen en het niet nakomen van de internationale toezeggingen. Zijn de acht doelen dan niet meer dan een rijtje mooie woorden, makkelijke stellingen om naar te verwijzen?

Wellicht. De AIV concludeert in ieder geval dat het noodzakelijk is om voor de toekomst tot een andere invulling van de MDG-systematiek te komen. In een post-2015-systeem zou volgens de AIV een basisniveau van veiligheid als voorwaarde voor ontwikkeling moeten worden opgenomen. Ook stelt de AIV voor dat een post-2015-systeem lange termijn streefcijfers voor een duurzaam leefmodel moet bevatten met een ‘rolling agenda’ die de voortgang elke vijf  of tien  jaar meet en, op basis van deze meting, leidt tot regelmatige bijstelling van de strategie.

Verantwoordelijk

Dit zijn wellicht wel de minste aanpassingen die aan het systeem gedaan moeten worden. Niet alleen moeten de streefcijfers zich meer richten op de lange termijn, ook moet de strategie om de cijfers te halen in de doelen geïmplementeerd worden. Alleen realistische, goed uitgewerkte plannen kunnen er immers voor zorgen dat doelen worden gehaald. Bovendien zijn ‘doelstellingen’ niet hard genoeg. Zoals gezegd, niemand móet werken aan het behalen van de doelen, wie wil kan zijn steentje bijdragen, dat geldt voor overheden, organisaties, bedrijven en personen, maar niemand hóeft dat te doen. Pas als we spreken over rechten en mensen deze rechten kunnen opeisen en hun regeringen verantwoordelijk kunnen houden wanneer hun rechten niet worden gegarandeerd, kunnen de doelstellingen worden afgedwongen. De kans dat er een internationale consensus komt voor het vaststellen van ‘millenniumrechten’ is echter klein.

UUMUNOp 12 december organiseert UUMUN een grote paneldiscussie ‘Millenniumdoelen?! Millenniumdromen!’ Over de zin en onzin van de millenniumdoelen en wat er nu en na 2015 moet gebeuren.Vanaf 19:00 in de Boothzaal op de Uithof, In het panel zitten Sylvia Borren, directeur Greenpeace Nederland, Hans van Ginkel, voormalig ondersecretaris-generaal van de VN, Marc Broere, ontwikkelingsjournalist en Pascalle Grotenhuis, millenniumdoelencoördinator bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

 

 

Advertentie