Weer minder studenten voor kleine talenstudies

Universiteiten zagen de belangstelling voor kleine letterenstudies als Spaans en Keltisch wederom dalen. Een nieuwe klap voor opleidingen die het toch al moeilijk hebben. In Utrecht is de belangstelling voor de kleine talen iets toegenomen.

Nog maar 586 studenten begonnen afgelopen september aan bacheloropleidingen als Japans, Italiaans, Nieuw Grieks of Romaanse talen. Dat is 12 procent minder dan een jaar eerder, toen het er 663 waren.

De kleine talenstudies liggen gevoelig. Voor sommigen zijn ze een lakmoesproef voor de integriteit van universiteitsbestuurders: durven ze kleine vakgebieden overeind te houden of zwichten ze voor de druk van de lage studentenaantallen?

Maar bestuurders zien het anders. Ze willen niet werkeloos toekijken terwijl deze opleidingen afbrokkelen. In Utrecht en Groningen werden studies samengevoegd of opgeheven, ondanks protesten. Aan de Universiteit van Amsterdam ontstond dit najaar veel opschudding toen het bestuur de faculteit geesteswetenschappen onder handen wilde nemen: mede daarom hielden actievoerders een Amsterdams faculteitsgebouw bezet.

“Dit is heel complexe materie”, vindt hoogleraar Frits van Oostrom van het Regieorgaan geesteswetenschappen, waar ook de talenstudies toe behoren. Er moet een ‘nationaal plan’ komen, onderstreepte hij afgelopen januari in gesprek met het ministerie van Onderwijs, universiteitenvereniging VSNU en de decanen van de letterenfaculteiten. “Enige blauwdruk daarvoor hebben (ook) wij niet direct in voorraad, vooralsnog – wel staat de noodzaak van een herijkt kader voor ons buiten kijf.”

Als je kijkt naar Utrecht zie je een klein herstel in vergelijk met vorig jaar. En dat terwijl Portugees en Arabische taal niet meer worden aangeboden als bacheloropleding. Italiaans, Frans en Spaans doen het daarentegen in Utrecht beter dan eerdere jaren. Bij Spaans gaat het om 23 studenten, 10 meer dan het afgelopen collegejaar. Bij Duits en Keltisch zie je een daling. Deze studies moeten het in 2014 doen met een instroom van respectievelijk 8 en 4 studenten.

Bij de wat grotere studies blijft Engels met een instroom van 93 studenten ongeveer gelijk, terwijl de daling bij Nederlands doorzet, nog maar 42, terwijl dat er in 2012 nog 81 waren. Ook dit past bij de landelijke trend. Terwijl er door de jaren heen steeds meer studenten naar de universiteit komen, trekt Engels ongeveer evenveel studenten als vier jaar geleden: zo’n 450. Nederlands is zelfs gezakt van meer dan driehonderd eerstejaars in 2010 naar nipt tweehonderd nu

Overigens komen deze cijfers van DUO niet altijd overeen met de daadwerkelijke aantallen eerstejaars. Duits bijvoorbeeld heeft 20 eerstejaars en niet 8. Deze verschillen komen voort uit de manier waarop DUO telt. Zij tellen alleen mensen die voor het eerst een studie volgen en niet studenten die al eerder afgehaakt zijn bij een andere studie. Of mensen die een tweede studie volgen. De Universiteit Utrecht heeft formeel 15 eerstejaars staan. Voor de financiering tellen de cijfers van DUO.

Advertentie