Hoogopgeleiden kapen eenvoudige banen weg

In studentensteden werken veel hoogopgeleiden onder hun niveau, blijkt uit CBS-cijfers. Ze verdringen daardoor laagopgeleiden op de arbeidsmarkt.

Werken in de horeca, machines bedienen of gegevens ordenen… In Groningen, Eindhoven en Wageningen heeft zo’n twintig procent van de hoogopgeleiden een dergelijke baan. In Utrecht is dat bijna 15 procent. Ook veel andere afgestudeerden werken onder hun niveau in beroepen van ‘voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau’, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek dat omschrijft. Tussen vier en zes procent is zelfs werkloos.

Aanleiding om de cijfers op een rij te zetten is een vandaag verschenen rapport van kennisorganisatie Platform31 over hoogopgeleiden die laagopgeleiden van de arbeidsmarkt verdringen. Daarin staat dat hoogopgeleiden inderdaad voor werkgelegenheid zorgen, zoals gemeenten veronderstellen: denk aan de komst van nieuwe restaurants, koffiebarretjes en culturele instellingen. Tien procent meer hoogopgeleiden betekent drie procent meer werk. Alleen pikken ze die baantjes grotendeels zelf in.

Grofweg één op de drie werkt dus onder zijn niveau. In het rapport staan vergelijkbare cijfers, al zijn ze een jaar ouder en zijn de achterliggende tabellen niet online beschikbaar. Klaarblijkelijk gaan hoogopgeleiden vaak aan de slag in eenvoudiger baantjes als ze geen werk op niveau kunnen vinden. Let wel, hierbij zijn de bijbaantjes van studenten buiten beschouwing gelaten, want die zijn nog niet afgestudeerd en gelden in de statistieken als ‘middelbaar opgeleid’.

Wat kunnen de steden doen? Ze kunnen laagopgeleiden scholing aanbieden, aldus het rapport voor de gemeenten. Of ze moeten meer banen voor hoogopgeleiden scheppen, zodat die minder onder hun niveau gaan werken. “En tot slot zouden studenten kunnen worden ontmoedigd om naast hun studie te gaan werken”, aldus de rapporteurs. Dan zouden laagopgeleiden meer kans maken.

Maar het is de vraag of studenten zich zullen laten ontmoedigen. Studeren wordt de komende jaren alleen maar duurder, omdat de basisbeurs verdwijnt. Naar verwachting zullen studenten juist vaker op zoek gaan naar een bijbaan.

Op het verdringen van laagopgeleiden door studenten (en hoogopgeleiden) is wel eerder kritiek geleverd. Waarom werkt het ministerie van Onderwijs niet beter samen met het ministerie van Sociale Zaken, vroeg de Tilburgse hoogleraar arbeidsrecht Mijke Houwerzijl zich af. Een studiebeurs zou goedkoper zijn dan een uitkering. Doctorandus Bordenwasser zou plaats moeten maken voor een laagopgeleide.

Advertentie