Onder professoren

De zonovergoten werkkamer van Willem Koops in De Uithof. Terwijl de decaan van de Utrechtse faculteit Sociale Wetenschappen zacht meeneuriet met het nummer False Illusions van The Professor, bladert hij ontspannen in ‘Onder professoren’ van W.F. Hermans. Dan komt zijn voorganger Hans Adriaansens, tegenwoordig 'dean' van de Roosevelt Academy de kamer binnen.

“Kijk eens aan, als we daar onze hoofdonderwijzer uit Middelburg niet hebben? Hoe is het met je schooltje, Hans?”

“Uitstekend Willem, kan niet beter. Als die veredelde beroepsopleiding van jullie ook maar bij benadering het rendement zou halen van onze bachelor liberal arts and sciences, dan zouden jullie in Utrecht niet zo paniekerig hoeven na te denken over de invoering van het bsa in het tweede en derde jaar.”

“Ja, haal je de koekoek. Hoe hoog dacht je dat mijn rendement zou zijn als ik maar tweehonderd studenten per jaar hoefde aan te nemen, zeker als ik ze ook nog kon selecteren op kwaliteit en motivatie?”

“Tut tut, waarde confrère, je vergeet dat je voor het opzetten van een succesvol International Honors College wel een ‘dean’ met visie en charisma nodig hebt.”

“Iemand zoals jij, bedoel je?”

“Kijk Willem, nu toon je inzicht, al zou het aardiger zijn geweest als je dat subtiele vleugje ironie bij het stellen van die laatste vraag achterwege had gelaten. Vind je het trouwens erg om na deze boeiende gedachtewisseling ter zake te komen, want ik ben niet helemaal naar Utrecht gekomen om alleen maar gedag te zeggen.”

“O nee? Wat kwam je dan doen?”

“Zoals je weet, heeft Yvonne van Rooy in een voor haar zeldzaam moment van onbedachtzaamheid besloten dat afgestudeerden van ons in Utrecht dienen te promoveren, waardoor niet een socioloog van naam en faam zoals ik de supervisie heeft over de gang van zaken, maar een eenvoudig psycholoog zoals jij.”

“Ik zou eerder geneigd zijn om dat te beschouwen als een zeldzaam bewijs van visie van onze kittige leidsvrouwe, maar ga door, wat is je probleem?”

“Mijn probleem is dat ik jou nu, in die met saxofoonspelers volgehangen kamer van je, moet komen vragen of onze professor René Diekstra in de promotiecommissie van Jansen plaats mag nemen.”

“Professor René Diekstra?  Beste Hans, vergis je je niet? Ik ken geen professor René Diekstra. Ik heb geen idee wie dat kan zijn.”

“Kom Willem, doe niet zo onnozel, wil je. Je gaat me toch niet vertellen dat je René Diekstra, tot voor kort hoogleraar in Leiden, niet kent?”

“O, wacht even. Je bedoelt de héér René Diekstra. Ja natuurlijk ken ik die, maar ik kan een gewoon iemand, ook al is het tegenwoordig weer een heer, toch onmogelijk tussen allerlei hoogleraren in een promotiecommissie zetten?”

“Volgens mij heb je het niet helemaal begrepen, Willem. René Diekstra is professor aan de Roosevelt Academy. Ik heb hem zelf benoemd.”

“Goh wat gek, ik dacht dat alle Utrechtse hoogleraren, ook als ze les geven aan een schooltje in de provincie, door het college van bestuur werden benoemd. Misschien mag René Diekstra zich bij jullie in Zeeland professor noemen, maar daarmee is hij in Utrecht nog geen hoogleraar.”

“Maar René is echt professor. Iedereen in Middelburg noemt hem zo.”

“Ja wat wil je, Middelburg. Professor Longhair, die ouwe bluespianist, werd in New Orleans ook door iedereen professor genoemd, dus dat zegt me niet zoveel. Maar weet je wat? Ik ben ook de rottigste niet. Als Jansen promoveert mag de heer Diekstra gerust langskomen. We hebben achter in de zaal vast nog wel een stoel voor hem over.”

“Geweldig, Willem. En ik?”

“Jij Hans, wat dacht je? Voor de gerespecteerde ‘dean’ van onze hooglijk gewaardeerde Roosevelt Academy reserveren we uiteraard een ereplaats helemaal voorin de zaal. Als ze komt, mag je van mij zelfs naast Yvonne zitten. Maar als je het niet erg vindt, wilde ik nu weer aan het werk gaan. Ben je trouwens met de trein?”

“Ja, hoezo?”

“Hier, dan geef ik je ‘Onder professoren’ mee. Heb je onderweg wat te lezen. Echt bizar, hoe hoogleraren vroeger met elkaar omgingen.”

(met dank aan Matthias)

Tags: schreef

Advertentie