12 Olympic Questions (3): Esther Akihary

Foto: Pixel Fotografie

Esther Akihary (24) studeerde in 2010 af. De juriste won bij de Nederlandse Kampioenschappen brons op de 60 meter en wil met de estafettesprintploeg 4 x 100 meter naar Londen.

1. Wat is je levensmotto?
'If everything seems under control, you’re just not going fast enough' (Formule 1-coureur Mario Andretti)

2. Naar welke muziek luister je voor een wedstrijd?
Ik ben fan van Usher. Vooral zijn More vind ik super om te luisteren voor een race. Maar mijn favoriet nummer is De Reunie  van Zo Moeilijk. Die beat vind ik fantastisch.

3. Waar denk je aan tijdens je Olympische race?
Het enige waar ik aan denk tijdens het lopen is mijn taak. In mijn Olympische race zal ik dus gefocust zijn op de wissel die ik moet maken en het overgeven van het stokje aan de tweede loopster.

4. Wie is je sportheld?
Mijn favoriet is Maurice Greene. Hij liep niet alleen een fantastisch wereldrecord op de 100 meter, maar liet ook zien dat hij kon presteren onder druk. Bovendien was hij mijn held in de tijd dat atletiek voor mij wat serieuzer begon te worden; mijn kamer hing vol met krantenknipsels over hem.

5. Naar welke andere sport ga je kijken in Londen?
Naar het schermen. Mijn vriend Bas Verwijlen heeft zich al geplaatst voor het degenschermen en heeft maar één doel: goud winnen. Dat wil ik niet missen!

6. Wat mis je van Utrecht als je in het buitenland bent?
Utrecht heeft een unieke binnenstad. Tijdens mijn rechtenstudie liep ik altijd van het station naar de faculteit, omdat veel colleges in de binnenstad werden gegeven. Het wandelen door de vertrouwde straatjes mis ik het meest. 

7. Wat moet de UU doen om studerende topsporters te helpen?
Ten opzichte van andere Universiteiten loopt de UU al ver voor; dat mag wel eens gezegd worden. Als je al iets zou willen verbeteren is het de voorlichting over wat er mogelijk is. Veel topsporters zijn er niet goed van op de hoogte dat ze in Utrecht ondersteuning kunnen krijgen. Verder zouden sommige docenten wat meer ‘sportminded’ mogen zijn. Gelukkig kon ik in lastige situaties rekenen op de studieadviseur en op de topsportcoördinator Anne Hamburger.

8. Heb je een (bij)geloof?
Vroeger was ik erg bijgelovig. Ik was bang dat ik slecht zou lopen als ik iets verkeerd deed in mijn ritueel voor de start. Inmiddels heb ik daar geen last meer van. Ik weet dat ik het kan en dat mijn prestaties niet afhankelijk zijn van mijn kleur nagellak, mijn piercing of de muziek die ik voorafgaand aan een race luister.
Ik heb wel een geloof; ik ben christelijk protestants (hervormd). Door mijn drukke schema kan ik slechts een paar keer per jaar naar de Molukse kerk in Lunteren, waar mijn vader organist is. Maar als ik er ben, krijg ik altijd een warm welkom. Dat gemeenschapsgevoel is iets speciaals.  

9. Wat zit er in Londen in ieder geval in je bagage?
Mijn spikes. Voordat ik de deur achter me dichttrek controleer ik tien keer of ik die wel bij me heb.

10. Wat is het meest memorabele Olympische moment uit de geschiedenis?
Ik krijg nog altijd kippenvel en tranen in mijn ogen als ik de gouden race van Ellen van Langen terugzie. Zij won de Olympische finale 800 meter in Barcelona. Ik was pas vijf jaar oud, maar wist dat het iets heel bijzonders was. Mijn ouders waren helemaal door het dolle heen.

11. Wat leerde je tijdens je studie en is nu van nut in de sport?
Omdat ik negen keer per week trainde op Papendal en daarnaast colleges in Utrecht had, moest ik leren plannen. Dat was in het begin even wennen, maar plannen is nu een goede gewoonte. In mijn laatste studiejaar had ik veel tentamens, liep ik stage en haalde ik de limiet voor de EK in Barcelona. Een kwestie van plannen en discipline.

12. Waar verlang je naar, maar moet tot na de Olympische Spelen wachten?
Patatje speciaal!  

Zie hier de site van Esther Akihary. 

Advertentie