‘Ik geef antwoordt’ en meer schone schrijfsels van studenten

Studenten maken volop d/t-fouten en schrijven kromme zinnen bij het vertalen van Engels naar Nederlands, blijkt uit een kleine steekproef onder het DUB-panel.


 
Binnen het DUB-panel geven studenten en medewerkers hun mening over universitaire kwesties. Klik hier voor de samenstelling van het panel en eerdere discussies.
 

Op 24 mei organiseren Taleninstituut Babel en DUB de derde editie van het Utrechts Studentendictee. Een mooie aanleiding om eens rond te vragen hoe het nu gesteld is met de spelling en grammatica van Utrechtse studenten.

Voor dit artikel stelden wij de volgende vraag aan ons 41-koppige DUB-panel: wat voor soort tenenkrommende spelfouten kom je aan de universiteit vaak tegen? De meest voorkomende antwoorden zie je terug in onderstaande lijst.


1. Het word nooit wat met die d/t-fouten
 

“Ik wordt.” Of: “Het systeem beïnvloed.” Docenten in het DUB-panel krijgen om de haverklap dit soort fouten onder ogen. En ezelsbruggetjes als ‘t kofschip en ‘t fokschaap dan? Die krijgen studenten er op de middelbare school toch ingestampt? Nee dus. “Veel studenten claimen dat ze het niet snappen of nooit goed geleerd hebben”, reageert Bouke van Gorp, universitair docent Sociale Geografie & Planologie.

Een vergelijkbaar verhaal komt van Femke van Esch, universitair docent Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Het lijkt niet eens slordigheid te zijn want als ik begin over de stam van een woord of het kofschip of fokschaap gaat er soms geen enkel belletje rinkelen. Het mooiste en tegelijk meest tenenkrommende voorbeeld dat ik ooit ben tegengekomen in een verslag was de zin: ‘Ik geef antwoordt’.”


2. Voornaamwoorden: dat zijn altijd lastig
 

Persoonlijke voornaamwoorden (“hun” versus “hen”), betrekkelijke voornaamwoorden (“de afname dat leidt tot”), aanwijzende voornaamwoorden (“deze essay”): het is taaie stof voor veel studenten, meldt een aantal docenten uit het panel.

Ernst-Otto Onnasch, docent-onderzoeker bij het departement Wijsbegeerte, denkt dat context, en niet grammatica, een steeds grotere rol speelt in de Nederlandse taal. “Neem een zin als: ‘Het meisje en de moeder lopen door de tuin, zij heeft een rokje aan.’ Velen zullen uit die zin concluderen dat het meisje het rokje draagt. Moeders dragen immers zelden een minirok. Grammaticaal is echter volstrekt duidelijk dat het hier om de moeder gaat die het rokje draagt. We ontlenen betekenis aan (vermeende of evidente) contexten en minder aan de uitspraken zelf.”


3. Mensen gaan terug naar hun wortelen!
 

Studenten moeten geregeld Engelse teksten lezen, en Nederlandstalige papers schrijven. Die vertaalslag is lastig voor menig student, schrijven meerdere panelleden. Gevolg: kromme, onbegrijpelijke formuleringen.

Er wordt vaak erg letterlijk vertaald”, schrijft Bouke van Gorp, universitair docent Sociale Geografie & Planologie. “Dat levert zinnen op die soms beter te begrijpen zijn als ik mezelf voorstel hoe dat er in het Engels gestaan zou kunnen hebben. Hilarisch hoogte- of dieptepunt was een zinssnede in een essay over identiteit waarin zoiets gemeld werd als dat mensen in deze huidige globaliserende tijd terug gingen naar hun wortelen. De zin weet ik niet meer precies, maar ze gebruikten echt het woord ‘wortelen’ als vertaling van roots.”


4. Spatie fouten; herstel: spatiefouten
 

Spatitis, de ‘los schrijf ziekte’, wordt ook meermaals genoemd door DUB-panelleden. UU’ers zouden om de haverklap woorden die deel zijn van een samenstelling los van elkaar schrijven, met een onjuiste spatie ertussen.

Het wemelt van de spatiefouten in teksten op de universiteit, constateert Casper Hulshof, universitair docent Onderwijskunde. En niet alleen studenten gaan in de fout. “Ik zie het ook in stukken van docenten en beleidsmedewerkers.”

De invloed van de Engelse taal is hier ook weer de boosdoener. Hulshof noemt de spatiefouten “in zekere zin” een anglicisme, “want in Engeland schrijven ze snack bar terwijl wij snackbar schrijven”. Niet voor niets noemen ze onjuist spatiegebruik soms de Engelse ziekte.

Soms zijn die spatiefouten overigens bijzonder grappig. Weet u het nog dat de UU in 2012 een “hoofd docent” zocht? Jazeker, Mocromaffia-gruwelijkheden zijn de universiteit niet vreemd.


5. It’s raining ‘men’
 

Astrid Freriksen, universitair docent Biomedische Wetenschappen, die zichzelf op taalgebied omschrijft als van de oude stempel, komt met een hele waslijst aan fouten die ze regelmatig tegenkomt in essays, tentamens en motivatieformulieren van studenten. Hier vijf die nog niet genoemd zijn:

- Ei/ij-fouten zoals “de stijle lijn” of “de steigende lijn”.

- Lidwoordfouten zoals “de orgaan” of “de neuron” of “het remmende neurotransmitter”.

- Het veelvuldig gebruik van “men”. Freriksen: “Mijn vraag is dan standaard: ‘wie is men?’ Als je dat weet, kun je het gebruik van ‘men’ omzeilen.

- Het gebruiken van Engelse termen zoals signal transduction pathway. “Studenten nemen steeds vaker Engelse termen over zonder ze te vertalen. Waarom niet signaaltransductieroute? Als ergens een Nederlandse term voor is, gebruik die dan. En als je een Engelse term moet gebruiken, zet die dan tussen aanhalingstekens. Overigens ziet Freriksen die verengelsing overal op de universiteit terug. “Als ik een woord als commitment in het strategisch plan lees, denk ik: waarom niet gewoon betrokkenheid?

- Een opvallende schrijffout die veel voorkwam in de motivaties voor onze opleiding was “intresse”. Die was ik nog niet eerder tegengekomen.


6. En welke taalvouten brengen studenten ten sprake?
 

De studenten in ons DUB-panel waren dit keer verrassend stil. Weinig te klagen over taalfouten van hun docenten of medestudenten? Te druk met tentamens? Van het handjevol studenten dat wel reageerde op onze oproep, mailden twee over hetzelfde taaleuvel: het foutieve gebruik van 'bij deze'. Het moet namelijk 'bij dezen' zijn, een oude naamvalsvorm. 

Rik Vangangelt (researchmasterstudent Nederlandse letterkunde): “Je kunt ‘bij dezen’ makkelijk vervangen door ‘hierbij’. Toch kun je hier over twisten: zijn deze oude naamvallen nog wel nodig in het hedendaagse taalsysteem? Bij de opleiding Nederlands worden zulke ‘fouten’ altijd aangestreept, net als het foutief schrijven van ‘te allen tijde’, ‘ter sprake brengen’, ‘ten strengste verboden’, ‘te zijner tijd’, ‘ten voordele van’, ‘in naam der wet’, ‘omwille van’ (ik heb Onze Taal even afgestruind), terwijl mijn vrienden me altijd een aansteller vinden als ik zulke fouten verbeter. Wellicht dat het juist bij de allure van een universiteit past dat we zulke statige taal correct blijven gebruiken.”

Advertentie