Buitenlandse studenten giechelen om Nederlandse onnozelheden

Alles in Nederland moet met mayo, foto 123RF Peter Zijlstra

“Ik ben Max, en ik ben een alcoholist. Ik ben hier gekomen voor gratis bier.” Gelach stijgt op na deze ontboezeming van een adolescent ogende, schattige Oekraïense jongen met een opgeschoren Oostblokkapsel en een klein toefje bruin haar op zijn schedelpan. Ik ben hier niet bij de anonieme alcoholisten, maar bij een bijeenkomst van Time Space. Dit is een initiatief van vier oud-studenten van de UU van wie de roots in Rusland liggen. Zij  willen alle studenten meer met elkaar in gesprek laten gaan. Vandaag staat in het teken van net gearriveerde internationale studenten die op een grappige wijze door ‘ervaren’ studenten bekend gemaakt worden met de grillen van de Nederlandse cultuur. “Eén woord dat je moet kennen is gezellig. Gebruik dat woord voor alles, en het komt altijd goed.”

Handige integratietips
Verhalen vertellen over de gekke Nederlandse cultuur staat vanavond centraal: één van in kringetjes zitten tijdens verjaardagen, stroopwafels, gezelligheid, fietsen, directheid, en nog meer fietsen. “Als je ergens te laat voor bent, zeg dan altijd dat je fiets kapot is!”, roept Slava – een innemend mannetje dat de lachers op zijn hand heeft. “Of geef de NS de schuld!”

Fietsen zijn een terugkerend thema. Er worden handige tips gedeeld over hoe je er één steelt en hierbij zoveel mogelijk binnen de grenzen van de wet blijft. Je gaat naar het fietsendepot waar zwerffietsen en verkeerd gestalde fietsen terechtkomen met de boodschap dat je je zwarte damesfiets kwijt bent geraakt. Vervolgens zoek je een mooie uit zonder slot, reken je 20 euro af, en ben je voorzien van een stalen ros. Ik mag dan zo Hollands zijn als Edammer kaas, deze handige integratietip is ook voor mij nieuw.

De wereld van bereisde studenten
“Ik ben gek op westerse vrijheden. Wiet roken vind ik fantastisch.” Tussen de kringgesprekken door spreek ik een goedlachse jongen uit Saoedi-Arabië. Voor hij naar Nederland kwam, deed hij zijn bachelor in Amerika. Net als Max leerde hij dat genotsmiddelen een universeel goed zijn. Van heimwee heeft hij geen last. “In mijn geboorteland word je opgepakt als je drinkt. Bovendien lijkt iedereen op elkaar, je hebt nauwelijks individualiteit. Ik voel me hier veel meer thuis.”

De buitenlandse student is een studieobject op zich. Een cultuur apart, al komen ze van over de hele wereld. Je herkent ze aan hun sociale vaardigheden die ze zich eigen maakten tijdens hun vele reizen: ze glijden door gesprekken als anaconda’s door het regenwoud. Zijn angstaanjagend slim. Komen uit intellectuele families. Zijn gevaarlijk ambitieus, en doen studies met griezelige namen als Law & Economics en Finance & Control. Lachen veel, en spreken probleemloos Engels, hier en daar met een vettige Amerikaanse tongval. Gebruiken te pas en te onpas het woord ‘like’ in hun verhalen – zoals wij Nederlanders ons graag beroepen op ‘zeg maar.’ “In Holland there is like, no good food, and like, no sun.”

“Het is hier zo koud! Ik vraag me af hoe dat in de winter gaat, rijden jullie dan ook rond op fietsen?” Ik spreek Isadora, een meisje uit Cyprus dat een master Musicologie komt doen. Ze slaakt een diepe zucht als ik haar laat weten dat het vanaf dit moment alleen nog maar erger wordt met de Nederlandse kou. Naast de temperatuur verbaast ze zich over het woningaanbod. Ze is hier sinds twee weken en heeft nog geen uitzicht op een kamer. “Waarom zijn er zo weinig studentenhuizen hier? Is er niemand die op het idee komt om daar iets aan te doen?” Goede vraag.

Vreemde jongens die Nederlanders
Als je bij deze bijeenkomst Nederlander bent – zoals ik – voel je even hoe het is om buitenlander te zijn. Ik krijg een geinig soort vreemde-eend-in-de-bijt-sensatie, als ik deze mensen vol verwondering hoor praten over zaken die ik zo normaal vind. Wat zo vreemd aan de Hollander is? Hij is koel en direct. Ze betalen alles met de pinpas. Ze zijn absurd punctueel en plannen een koffieafspraak twee weken van tevoren. Ze zoenen elkaar drie keer op de wang – wat (te) veel is. Ze zijn gek op friet, en moeten dit minstens drie keer per week eten, met veel mayo. Alles in Nederland is plat. Alles in Nederland moet met mayo.

Een Noors meisje verwondert zich over onze rivieren, die ze eruit vindt zien als kanalen. Een Mexicaanse jongen vindt het vreemd dat hij van tevoren aan moet geven of hij aanwezig is bij de kerstviering van zijn schoonouders. Een Engels meisje maakte het bijna uit met haar vriend omdat hij zo direct was. Ze vinden het eten smerig en de taal lelijk: “Die ‘GGG’ klinkt alsof je een haarbal uitspuugt”, zegt iemand. Dit is geen plek voor de PVV-stemmer: veel te veel buitenlanders, die bovendien ook nog eens met de botte bijl inhakken op de Nederlandse cultuur.

Vergaarbak van onnozelheden
Als echte Nederlander kan ik niet anders dan deze avond omschrijven als gezellig. Onze cultuur is een vergaarbak van onnozelheden, besef ik eens te meer als ik door deze studenten op de gênante blinde vlekken van onze natie word gewezen. ‘Cultuur is pleinvrees’, zei een wijze man me ooit. We zouden er wat vaker om moeten giechelen, in plaats van bang zijn dat iemand het van ons komt afpakken. Sterker nog: ik kijk uit naar het moment dat iemand mijn cultuur van me afpakt. Ik zou een ledemaat afstaan om nooit meer in een kringetje te hoeven zitten op een Nederlandse verjaardag.

Het klapstuk van de avond is een verhaal van Masha en Kamila, twee charmante, Anna-Kournikova-achtige dames die de microfoon pakken en in detail vertellen hoe ze een wilde avond hadden, doordesemd met witte wijn, waarin ze van Amsterdam naar Utrecht reisden zonder geld, verliefd werden, verdwaald raakten en uiteindelijk strandden in een heiligdom dat volgens hen de bakermat vormt van de Nederlandse cultuur: een kebabzaak. De bijeenkomst loopt ten einde en iedereen duikt de kroeg in om Nederlandse biertjes te drinken – die overigens heel klein zijn in vergelijking met die van ons – zegt een Duits meisje. Recreatieve alcoholist Max nodigt me uit om mee te gaan, maar ik struin terug naar huis, door de Nederlandse regenachtige zomeravond, stil nagenietend over alle onnozelheden die ons maffe cultuurtje rijk is.

Advertentie