Campuscolumnist: 'Je moet jezelf bloot durven geven'

Als docent word je steeds vaker op jezelf teruggeworpen. Ruud Schotting liet als campuscolumnist zien wat voor gevolgen dat heeft. Hij adviseert de nieuwe campuscolumnist: 'Blijf dicht bij jezelf en heb plezier in het schrijven.'

Hoogleraar Ruud Schotting is nu bijna een jaar campuscolumnist van DUB. Hij won met de column Help! Is daar iemand!?. Die veroorzaakte direct commotie. Ruud Schotting schreef over een ervaring in de collegezaal. Hij had een college overgenomen van een collega. Toen hij in de zaal stond, bleken de computer en beamer niet te werken en kon hij niemand vinden die de boel aan de praat kon krijgen. “Het was een ervaring van een aantal jaren terug. En dus kreeg ik meteen de directeur van de dienst ITS aan de lijn dat het om een oud voorval ging. Ik werd zelfs op vrijdagmiddag op mijn mobiel gebeld door iemand anders van diezelfde dienst. Zeker, het was een ervaring van enkele jaren terug, maar ik hoor van collega’s en weet uit eigen ervaring dat vergelijkbare zaken nog altijd voorkomen.”

Doe mee en word de campuscolumnist 2015
Wie wordt de opvolger van Ruud Schotting? DUB is op zoek naar een nieuwe campuscolumnist. Iedereen die op 1 januari 2015 aan de UU verbonden is, als medewerker of student, kan meedoen. Schrijf twee columns van maximaal 400 woorden en stuur die voor 1 december 2014 naar Ries Agterberg. De winnaar krijgt het Erik Hardeman stipendium van 1000 euro. Elke twee weken wordt een column op DUB gepubliceerd.

De column zette de toon voor het afgelopen jaar. Ruud Schotting, hoogleraar Watermanagement bij Aardwetenschappen, verwerkte als campuscolumnist tal van bijzondere en schrijnende ervaringen in de collegebanken tot columns. Bijvoorbeeld over hoe hij moest lesgeven in de kelders van het Minnaertgebouw en uit protest een leegstaande zaal kraakte. En over een student die last had van demonen en die hij begeleidde in zijn master, maar na de studie koos ‘voor het onvoorstelbare’.

Waarom wilde je campuscolumnist worden?
"In mijn leven als wetenschapper en docent schrijf ik vooral in het Engels en zelden wat vrijere stukken. Toen ik de oproep zag, schonk ik 's avonds een glaasje witte wijn in en ben gaan schrijven. Om te kijken of ik dat leuk vind. Behalve over mijn  ervaring in de collegezaal, schreef ik over mijn reis met studenten naar Oman. Ook dat was een bijzondere ervaring.

"De columns liet ik mijn vrouw lezen en zij vond ze leuk. Voor ik het wist drukte ik op ‘send’. Tot mijn verrassing werd ik eerst genomineerd en later door de jury tot winnaar uitgeroepen.”

En hoe beviel dat?
"Ik heb heel lang gedacht: ‘heb ik wel genoeg onderwerpen?’. Op mijn computer maakte ik een mapje ‘campuscolumnist’ waar ik mijn ideeën verzamelde. En ik moet zeggen dat ik nog steeds een heel lijstje met mogelijke onderwerpen heb.

"Wel moet ik de tijd nemen om een column te schrijven, maar ik kan echt genieten van de manier van schrijven. Ik lees af en toe een zin terug waar ik om kan gniffelen. Voor mij is het schrijven een vorm van ontspanning."

Wat is voor jou de kern van de campuscolumnist?
"Ik heb ontdekt dat het het best werkt om dicht bij mijzelf te blijven. In het begin schreef ik een column over staatssecretaris Sander Dekker. Die man had echt vreemde voorstellen. Maar het is ook wel ver weg. Of mijn column over het verband tussen economie en wetenschap was breed van opzet en daarom minder sterk.

"Na een paar maanden heb ik een gesprek gehad met Erik Hardeman, de vroegere Ublad-medewerker wiens naam aan het stipendium van de campuscolumnist verbonden is. Hij gaf me goede tips. Je kunt wel over leuke zaken schrijven, maar het is ook goed dat het ergens over gaat, dat je een kritische toon laat horen, zei hij. Dat heeft mij wel geholpen.”

Sommige columns zijn heel persoonlijk.
"Dat klopt. Ik vind dat een columnist persoonlijk moet zijn. Zolang het ook herkenbaar is voor anderen. De columns van Sylvia Witteman en Aaf Brandt Corstius spreken me doorgaans heel erg aan. Leuke, herkenbare onderwerpen. Maar zodra ze schrijven over iets dat ver van mij afstaat haak ik af.

"Op mijn column waarin ik schrijf hoe ik worstelde met een lastige student in de collegezaal, kreeg ik het commentaar dat ik me teveel bloot zou geven. Maar het was echt iets wat me raakte en dan moet je je als columnist ook bloot durven geven. Zo zit ik in elkaar."
 

Wil je als campuscolumnist ook wat bereiken?
"Je wilt wel wat laten zien. Het onderwijs vind ik belangrijk. Ik merk dat je als docent steeds vaker op jezelf teruggeworpen wordt. Je krijgt een zaal en moet het verder maar uitzoeken. Vroeger had je conciërges die iedereen kende. Als je problemen had, belde je hem en tien minuten later was het opgelost. Nu moet je ‘call’ maken en is het allemaal heel onpersoonlijk.

"Maar het kan nog erger. Deze zomer kreeg ik het rooster te zien en toen bleek dat ik was ingedeeld in twee zalen op hetzelfde moment. “Dat kan niet”, zei ik. Bleek dat ze mijn hoorcollege Wiskunde voor 200 studenten in tweeën geknipt hadden. De ene helft zou bij mij in de zaal zitten en de andere helft volgt het college via een videoverbinding. En dat bij een wiskundecollege waar ik het als uitdaging zie om studenten echt te boeien zodat ze niet met hun smartphone gaan spelen. Die dubbele zaal heb ik echt geweigerd, zoals ik ook in mijn favoriete column over het onderwijs heb geschreven.

"Ik snap ook niet dat studenten dit allemaal pikken. Ze zouden soms best assertiever mogen zijn als de faciliteiten onvoldoende of slecht zijn en niet wachten tot de evaluatie.”

Krijg je ook veel reacties?
"Studenten sturen een mail en zetten als PS erbij dat ze mijn column leuk, goed of interessant vinden. Ook tijdens colleges merk ik nu dat studenten de columns gelezen hebben. Soms steken voor mij wildvreemde mensen in de gang hun duim omhoog. Dat is wel heel bijzonder.

"En soms komt er ook een reactie van buiten. Ik schreef een column over mijn oude jeugdvriend Don Poldermans, de Rotterdamse hoogleraar Geneeskunde die op non-actief is gesteld wegens vermeende wetenschappelijke fraude. Ik werd benaderd door het televisieprogramma Zembla dat ze mij wilden interviewen. Het bleek dat ze heel moeilijk in die medische wereld konden doordringen. Dat heb ik dus niet gedaan.

"Een andere keer werd ik benaderd door de LSVb omdat er een Vlaamse filmploeg een item wilde maken over het leenstelsel en ik me daar in een column kritisch over uitgelaten had. Ik was toen helaas niet in De Uithof.

"Soms ben ik wel onzeker. Als jurylid Ronald Giphart in een interview met DUB zegt dat hij ‘eloquent’ geschreven columns wil, denk ik ‘dan zal hij mijn columns wel niet goed vinden’. Maar dat stimuleert me ook wel weer. Giphart zegt eveneens dat seks een visitekaartje is, dus ben ik gelijk begonnen met het broeden op een column over seks op de UU campus. Dat valt inderdaad niet mee, want ik heb een heel ander visitekaartje. En dat is maar goed ook!”

Tips voor de nieuwe campuscolumnist

  • Zorg dat je het schrijven leuk en ontspannen vindt
  • Zoek naar onderwerpen die dicht bij jezelf liggen en toch herkenbaar zijn
  • Kijk onbevangen naar je omgeving en stel vragen als : waarom is dat eigenlijk?
  • Durf kritisch te zijn en geef ongezouten je mening

 

Advertentie