DUB bespreekt verrassende boeken over macht, vriendschap en seks

 

Polaroid van de dagThe banishment of BeverlandAlle tijdFrühling in Utrecht

AanhalingenDe grenzen van het getalNudgingGebiologeerd

Natuurlijke netwerkenSavannah BayMy Mother's Mother's MotherSpoorloos op de droomplaneet

 

Memorabele momentopnamen

Het boek Polaroid van de dag is geschreven door Gert den Toom, communicatieadviseur van de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie. Het boek omvat een selectie uit de blogberichten die hij schreef tussen 2008 en 2010. De polaroid van de dag kan van alles zijn; een filosofische beschrijving, een idee, een ontmoeting met iemand, een droom, een gedachte, een haiku, en ja, ook een polaroidfoto.

De manier van schrijven van Den Toom maken de verhalen poëtisch. De polaroids van de dag zijn chronologisch geordend, waardoor je als lezer mee leeft en al doende dezelfde dingen leert als de auteur.

De onderwerpen van de vaak opzichzelfstaande korte verhalen lopen uiteen. Het gaat over Den Tooms reizen, het leven in de stad, leven en dood, de liefde, existentiële crises, een verzameling vogelhuisjes, enzovoort. De polaroids die te zien zijn in het boek worden verschillende doeleinden ingezet; ter ondersteuning van een verhaal (soms andersom), om een gevoel weer te geven, en soms zegt de polaroid meer dan duizend woorden.

Door de verscheidenheid van de verhalen in uiteenlopende genres heeft het boek Polaroid van de dag voor iedere lezer iets waar hij zich in kan herkennen. Tegelijkertijd geeft Gert den Toom de lezer de ruimte voor een eigen mening of interpretatie.

Alle verhalen en foto’s samen maken een soort dagboek vol snapshots van de betreffende dag. Gert den Toom omschrijft de momentopnamen heel gedetailleerd en zorgvuldig zodat de lezer een helder beeld krijgt van het inmiddels vervlogen moment. ‘Het is een autobiografie en een encyclopedie ineen’, aldus Gert den Toom. (Sofie Bolder)

Gert den Toom, Polaroid van de dag. 2019. Te bestellen via zijn eigen site Prijs: 24,50.


Seksuele revolutie begon bij Utrechtse studenten

In de herfst van 1678 begon op de Universiteit van Utrecht de eerste 'seksuele revolutie'. Die herfst circuleerde er onder de studenten het proefschrift Prostibulis Veterum van Nederlands eerste libertijn, de begenadigd latinist Adriaan Beverland. Erin beweerde Beverland dat de vrouw van nature niet kuis, maar lustig is, en de erfzonde de coïtus was. 'Eva was haar onderlichaam niet meer meester. Wild als dartel vee, loopt ze door de tuin van Eden, tot ze met haar gloeiende ogen de begerenswaardige boom bemerkt. Ze vliegt Adam om de hals, kust hem vurig, bijt hem in de hals, lacht hysterisch en murmelt. 'Gebruik de giften van de natuur.'

Geschiedenis onderzoeker Karen Hollewand besteedt in haar dissertatie The Banishment of Beverland aandacht aan de profeet van deze revolutie, die overigens maar een jaartje duurde. Beverland werd door het academische gerecht uit het 'tolerante' Holland verbannen. Hij moest alle exemplaren van het proefschrift verbranden. Hollewand geeft in haar boek een mooi beeld van de humanistische cultuur in Nederland in de Gouden Eeuw en de ijdele, erudiete libertijn die Beverland was. Overtuigd van zijn libertijnse waarheid en wars van de hypocrisie in de geleerdenwereld en de kerk stortte Beverland zichzelf in grote ellende. Spot, hoon en isolatie waren het gevolg. Maar een meer dan 400 jaar oud notitieblokje van een Utrechtse student uit de universiteitsbibliotheek toont dat het niet helemaal voor niets was geweest. Eruit blijkt dat homoseksualiteit en masturbatie die herfst openlijk werden besproken. En dat de clitoris en de penis anatomisch eigenlijk hetzelfde 'plezierorgaan' zijn – een ontdekking die de Volkskrant dit jaar voor het eerst bracht. (Henk Klomp)

Karen Hollewand, The Banishment of Beverland.2019. Uitgeverij Brill. Prijs: 119 euro. Hier is een samenvatting te lezen.


Jaloersmakend liefdevol 

‘Neuken, neuken en nog eens neuken’. Met die woorden omschreef een recensent ooit het werk van Ronald Giphart. Zat een kleine kern van waarheid in. En ja: ook in Alle tijd is neuken een van de favoriete bezigheden van de hoofdpersonen – en dan vooral in hun jonge jaren, in aftandse studentenhuizen, met meisjes van wie ze de volgende dag de namen allang weer vergeten zijn. De lezer wordt in kleurrijke doch nuchtere beschrijvingen voorgesteld aan Jonas de acteur, Luciën de lijkensnijder, Mike de dienstweigeraar, Berend de beer, voorlopig de laatste Cola, en een goeroe genaamd Gregor. Het toeval deed z’n werk: het bracht deze jonge mannen samen en we lezen in deze kroniekachtige roman hoe de band van het zestal in beginsel studentikoos want pril was, maar steeds meer zal ‘stollen’ (Gipharts woorden) en magische vormen aanneemt. Op een gegeven moment gaat hun vriendschap gisten. Bruisen. Letterlijk. De zes beginnen een succesvolle bierbrouwerij. 25 jaar later besluiten ze die te verkopen voor grof geld, maar niet voordat ze nog één weekend weg zijn geweest met z’n allen…

Het kost wat moeite om de kluwen hoofdpersonen uit elkaar te houden – zes is vermoeiend veel – maar het is de moeite waard om ze één voor een te leren kennen. Want wie Alle tijd leest, zal plaatsvervangende melancholie voelen voor hun verledens en wordt nieuwsgierig naar hun hedens. Doordat het boek vol intertekstuele toespelingen zit, doet het je onbewust ook reflecteren op eigen vriendschappen. En misschien, heel misschien, zal er een beetje jaloezie voelbaar zijn; dit zestal is zo hecht dat de lezer er niet tussenkomt, en vormt bovendien een utopie die maar moeilijk na te streven is in het echte leven. Inleven is daardoor lastig, maar doorlezen des te makkelijker. Alle tijd is te herleiden naar slechts één prachtig gegeven: vriendschap, vriendschap, en nog eens vriendschap.(Lisanne van Sadelhoff)

Ronald Giphart, Alle Tijd. 2019. Uitgeverij De Bezige BijPrijs: 24,99 euro. E-book 7,99.


Stunden gegen den Wind stinken

Het eerste dat de ik-figuur uit Frühling in Utrecht na aankomst in de Domstad opvalt is hoe waanzinnig hard Nederlandse fietsers rijden. Fahren war sowieso der falsche Ausdruck, sie jagten vielmehr in dichten Pulks durch die Stadt. Met deze beeldende en ook voor veel Utrechtse voetgangers herkenbare beschrijving, lijkt de toon in deze tweede roman van Julia Trompeter (spreek uit Trómpeter) gezet. Want ook in volgende hoofdstukken, met titels als Zwarte Piet, Rokjesdag en Beschuit met muisjes, grossiert de Duitse in geamuseerde observaties over de eigenaardigheden van Nederlanders en hun taal. So konnte man hier Stunden gegen den Wind stinken, was mir trotz meiner geringen Erfahrung plausibel vorkam.

Vooral dankzij haar lichtvoetige ironie, die doet denken aan de onderkoelde stijl van Paulien Cornelisse, houdt Trompeter – die sinds 2016 als postdoc aan de UU onderzoek doet naar het werk van de antieke geneesheer Galenus - de aandacht lang vast. Maar op een gegeven moment begon deze lezer zich af te vragen wat hij nu eigenlijk moest met de weinig enerverende belevenissen van een Duitse vrouw van in de dertig, die in Berlijn op goed geluk in de trein naar Utrecht is gestapt. Gelukkig krijgt de roman geleidelijk vaart en wint de hoofdpersoon naarmate het boek vordert aan diepgang.

Haar vertrek uit Berlijn was een manier om een einde te maken aan de uitzichtloze relatie met haar vriend Hauke. Maar ook in de Domstad kan zij hem niet echt loslaten, terwijl zij zich tegelijkertijd steeds afhankelijker voelt worden van haar gevoelens voor godsdienstwetenschapper Thijs. De verrassende katharsis komt op het moment waarop zij eindelijk haar schroom voor hard fietsen heeft afgeschud en nu zelf als een dolle door de stad racet. Waarna zij in een paar mooie, poëtische hoofdstukken nadenkt over Hauke, Thijs en dem was man so leichthin Leben nennt. Een fraai slot van een roman met twee gezichten. (Erik Hardeman)

Julia Trompeter, Frühling in Utrecht. 2019. Schöffling & co. Bij Bol.com als E-book 17,90.


Hoogleraar worden dankzij een databank

In hoeverre is de academische wereld de afgelopen twintig jaar veranderd? Die vraag doemt op bij het lezen van de roman Aanhalingen van Ad van Iterson. De roman speelt zich af op een niet nader genoemde universiteit en speelt zich af eind jaren negentig. Het verhaal gaat over ambitie, datafraude, liefde en macht in de academische wereld. Een bedrijfskundige wordt door een jeugdliefde uit de studietijd geworven om als toegevoegd docent bij een vakgroep psychologie te gaan werken (had je toen externen die in opdracht van de universiteit in het bedrijfsleven op zoek gingen naar toegevoegde docenten?). Van publiceren had de hoofdpersoon geen kaas gegeten, gepromoveerd was hij niet, maar hij wilde wel hoogleraar worden. Er werd door de universiteit een beroemde Amerikaanse hoogleraar ingevlogen die de vakgroep moest gaan leiden. Aanwezig was ze nauwelijks. Ze reisde veel naar congressen en de hoofdpersoon mag regelmatig mee. De Amerikaanse hoogleraar Heather beheerst een databank over variabele schoonheid. Een gewilde databank die goud waard blijkt te zijn. De hoofdpersoon Acquoy weet de databank te bemachtigen (met als onverwachte bonus enkele niet eerder gepubliceerde artikelen) en daarmee hoopt hij hoogleraar te worden. Hoewel het verhaal zich afspeelt eind jaren negentig, komt er een fraudezaak in voor die sterk lijkt op de affaire rond Diederik Stapel. Zo zijn er meer zaken die het onduidelijk maken of het nu gelezen moet worden als tijdschets van twintig jaar geleden of van de huidige academische wereld. Het is altijd leuk om te lezen over de universiteitscultuur, maar hier en daar was dat beeld wat karikaturaal. (Ries Agterberg)

Ad van Iterson, Aanhalingen. 2019. Uitgeverij Brooklyn. Prijs: 17,50


Het innerlijk kompas van de wetenschapper

‘Wiskunde is als zuurstof. Als het er is, merk je het niet.’ Met die woorden van Spinozaprijswinnaar Lex Schrijver, vangt het boek De grenzen van het getal aan, geschreven in opdracht van Platform Wiskunde Nederland. In hoofdstukken die qua nummering geinig genoeg de getallen van de Fibonacci-reeks aanhouden (1, 1, 2, 3, 5, 8, 13 et cetera) komen zeventien wiskundigen aan het woord die zich ophouden in allerlei domeinen van de samenleving. De een buigt zich op de academie over fundamentele kwesties als de theory of everything (Marcel Vonk, die zijn wiskundige kennis ook gebruikt op pokertoernooien) of doet onderzoek naar sociale robots zoals het bekende robotzeehondje Paro, vaak ingezet bij dementerenden (Merel Jung), de ander  interventies om de verspreiding van malaria af te remmen (Teun Bousema) of begeleidt Afrikaanse marathonlopers (Jos Hermens).

Je ziet het misschien niet altijd, maar wiskunde ligt ten grondslag aan allerlei uitvindingen en ontwikkelingen in de samenleving, wil het boek maar zeggen. Het is daarmee zowel leerzaam voor de jonge student die zich op de toekomst beraadt als voor eenieder die nog denkt dat wiskundigen de hele dag aan het rekenen zijn. Interessant is de aandacht voor het innerlijk kompas van de wetenschapper. Veel academici in het boek stellen dat zij er voor zijn om kennis te genereren, het is aan anderen om iets met die kennis te doen. Maar nemen zij daarmee genoeg verantwoordelijkheid voor het onderzoek dat zij doen en de invloed die zij daarmee uitoefenen op de maatschappij? Ons eigen emeritus hoogleraar Henk van der Vorst moest bijvoorbeeld bij zijn geweten te rade gaan toen een wapenfirma hem vroeg mee te denken over het koelen van geweerlopen, zodat er sneller mee gevuurd kon worden. Hij sloeg de uitnodiging af: zijn meewerken aan wapenontwikkeling, vindt hij, maakt hem deels verantwoordelijk voor het gebruik ervan—een verantwoordelijkheid die hij liever uit de weggaat. Notabene: 1/3e van de wiskundigen aan het woord is vrouw. (Linda van der Pol)

Karin Verouden(red), De grenzen van het getal. 2019. ISVW UitgeversPrijs: 24,95


Net het zetje in de goede richting

Wanneer je – net als ik – een student bent met uitstelgedrag, dan is Nudging: Makkelijke oplossingen voor moeilijke keuzes echt een boekje dat je even wilt lezen. Hoogleraar psychologie Denise de Ridder en hoogleraar bestuurs- en organisatiewetenschap Lars Tummers behandelen in hun boek de problematiek van keuzes maken.

Waar elke student, en waarschijnlijk wel meer mensen, zich in zal herkennen, is het eeuwige probleem met knopen doorhakken en keuzes maken. Wat als die volgende IPhone toch beter lijkt te zijn? Welke zorgverzekering moet ik nu afsluiten deze maand? Moet ik niet eens beginnen aan die scriptie?

In dit boek komen de Ridder en Tummers met simpele en heldere oplossingen voor het overwinnen van de problemen die de hedendaagse mens teistert. Met het toepassen van nudging, ofwel kleine zetjes geven in de goede richting, kunnen we het onszelf zo veel gemakkelijker maken.

En ja, natuurlijk is dit niet dé oplossing voor je ultieme uitstelgedrag. Er wordt, zoals de auteurs ook schrijven, nog altijd veel mee geëxperimenteerd. Maar het zijn de kleine zetjes die je tot een gevoel van overwinning kunnen leiden. Goed dat je voor een appel hebt gekozen in plaats van die chocoladereep, fijn dat je de drang naar Netflix even opzij hebt gezet om echt even aan die thesis te zitten.

Nudges zijn ideaal als kortetermijnoplossing, en als je dit boek hebt gelezen, zal het je hopelijk ook helpen op de lange termijn. Mij heeft het in ieder geval geïnspireerd om de boel eens even anders aan te pakken, en nu al met succes. Hopelijk kan deze recensie helpen om hetzelfde te doen. (Matthijs Meulblok)

Denise de Ridder en Lars Tummers Nudging: Makkelijke oplossingen voor moeilijke keuzes. 2019. Uitgeverij Prometheus. Prijs: 19,99 E-book 11,99


Opgroeien in een dierenpark met lachende chimpansees

In de autobiografie van de befaamde hoogleraar Gedragsbiologie en Socio-ecologie komen veel verhalen samen. Professor Jan van Hooff (1936) is bekend van zijn onderzoek naar sociaal gedrag bij primaten, zijn prominente rol bij het departement Biologie in Utrecht en zijn vele televisieoptredens bij programma’s als RTL Late Night. Van Hooff beschrijft naast zijn grensverleggende onderzoek ook over het beloop van dierenpark Burgers’ Zoo, waar hij geboren en getogen is, en over de interessante en soms roerige ontwikkelingen in de Sociale Biologie.

Het verhaal begint met de Tweede Wereldoorlog. Van Hooff groeit op in het Arnhemse dierenpark die is opgericht door zijn grootvader. Al op jonge leeftijd krijgt hij aandacht voor het gedrag en de gezichtsuitdrukkingen van de apen in het park, wat hem er toe zet Biologie te gaan studeren. Hij beschrijft zijn studententijd in Utrecht en in Oxford, waar hij naam maakt met zijn onderzoek naar de evolutionaire oorsprong van de lach en glimlach van apen. De biologische vondsten van zijn onderzoek, of die van zijn leerlingen zoals Frans de Waal, legt hij door het gehele boek op heldere wijze uit. Interessante anekdotes over onderzoek in landen als Amerika en Indonesië volgen elkaar op. Ondertussen blijft Van Hooff betrokken bij het dierenpark en krijgen we een beeld van hoe het familiebedrijf zich naar aanleiding van nieuwe kennis over de dieren ontplooit.

De vraag die Van Hooff aan de lezer blijft stellen is: kunnen we apen met mensen vergelijken? Hij antwoordt resoluut met een ‘ja’ en stelt overtuigend dat onze lach, emoties en moraliteit een evolutionaire oorsprong hebben, net als bij de apen die hij onderzoekt. Levendig beschrijft hij dat ‘menselijke’ emoties als verdriet, rouw en verzoening ook voor chimpansees zijn weggelegd. Bij sommige mensen schiet de biologische verklaring van gedrag in het verkeerde keelgat. De beschrijving van de ideologische strijd die daarover werd gevoerd, ook in de academische kringen van Utrecht, geeft een bijzonder beeld van wetenschap in de praktijk.

Mede dankzij de vele interessante en soms ontroerende afbeeldingen waarmee van Hooff zijn leven en het gedrag van zijn geliefde apen toelicht, is Gebiologeerd een vlotte en informatieve autobiografie. (Marcel Hobma)

 Jan van Hooff, Gebiologeerd. 2019. Uitgeverij Spectrum. Prijs: 22,50.


Studenten Biologie netwerken voor behoud van leven

Alles is verbonden met alles. En alles beïnvloedt elkaar. Dat is heel kort en simpel gezegd waar het boek Natuurlijk Netwerken over gaat. Het boek geeft niet alleen een kijkje in de wijze waarop tien Utrechtse biologiestudenten de wereld zien, maar neemt de lezer ook mee in al wat ze hebben geleerd over verschillende netwerken waaruit de wereld bestaat. Het levert een interessant beeld op over de werking van zenuwen, spieren en organen, maar ook over de rol die elk levend wezen heeft in het netwerk dat ons ecosysteem is.

De boodschap van de tiende honoursgroep van Biologie is duidelijk: wees zuinig op al wat leeft. Of het nu gaat om plankton of schimmels, vogels of zoogdieren. Niet alleen is al wat leeft een wonder, het leeft ook dankzij de aanwezigheid van andere levende organismen. De tien studenten nemen de lezers mee in de wereld van kleine en grote netwerken en leggen uit wat verstoringen voor gevolgen kunnen hebben voor bijvoorbeeld een menselijk lichaam en voor ons klimaat.

De studenten nemen de lezer mee in het netwerk van spieren en zenuwen en in het netwerk van natuurgebieden en het ecosysteem en de verbanden daartussen. daarnaast geven zij ook een kijkje in de ontwikkeling van hun vakgebied. Te beginnen bij Darwin die keek naar de wijze waarop dieren in leven bleven door zich aan te passen aan hun leefomgeving. Latere biologen zoomden steeds meer in op details van een levend wezen tot de ontrafeling van ons dna. Maar fouten herstellen in cellen of celonderdelen is niet genoeg om leven te bewaren, zo vertellen de studenten. Daarvoor moet er weer worden uitgezoomd naar de netwerken die leven mogelijk maken.

Een interessant boek dat met een een nationale strijd rond stikstof en pfas heel actueel is. Een aanrader dus voor het netwerk dat Nederland heet. (Gwenda Knobel)

Loes Huibers, Wouter Kelderman, Kirana Huijsman, Rutger van Nunen, Rebecca de paus, Paco Romano Olmedo, Mette Schroeder, Mira Sinha, Dulci Steijvers, Fieke Verhaaf Natuurlijke Netwerken, De rol van de mens in verbinding, verstoring en veerkracht.2019. Uitgeverij de Graaff.  Prijs: 17,50.


Een bescheiden boekwinkel met een groots verhaal

“Bestaan jullie nog?” is een vraag die oudere klanten soms stellen aan de medewerkers van boekwinkel Savannah Bay. “Jonge klanten met interesse voor literatuur en boeken over gender, kleur en seksuele diversiteit vragen juist of Savannah Bay nieuw in Utrecht is.” De boekwinkel is door de jaren heen flink veranderd. Dit jaar viert het haar 35-jarig bestaan en blikt terug op haar roerige geschiedenis met een jubileumboek.

Savannah Bay: Geschiedenis van een Bijzondere Boekwinkel 1975-2019 geschreven onder leiding van Marijke Huisman, docent Public History, Education and Civic Engagement aan de Universiteit Utrecht, legt de boeiende geschiedenis van de boekwinkel vast. Samen met een team grotendeels bestaande uit (oud) UU-studenten beschrijft Huisman hoe de feministische boekwinkel van de jaren 70 nu eerder tot een queer boekwinkel en ‘social space’ is uitgegroeid. De sociale functie van Savannah Bay blijkt essentieel: “Belangrijker was, en is, de verbinding met de mensen, de stad en de wereld.”

Het boek biedt inzicht in de vrouwenboekbeweging en pluriformiteit in de tweede feministische golf. Het onderzoekt de geschiedenis van Savannah Bay als organisatie, het boekenbeleid, de gemeenschap en de winkel als ‘universiteit-zonder-muren’. Ook spelen de vrijwilligers van de winkel, vaak ook studenten, een belangrijke rol in het boek.

Zwart-wit foto’s van jonge vrouwen met korte kapsels, pagina’s uit klantenschriften en feministische posters geven een sfeerimpressie van de beginjaren de winkel, toen nog genaamd de Heksenkelder en gevestigd aan de Oudegracht.

Savannah Bay biedt een kijkje in de indrukwekkende geschiedenis van de ietwat verscholen boekwinkel op de Telingstraat. (Jane Singer)

Marijke Huisman(red) Savannah Bay: Geschiedenis van een Bijzondere Boekwinkel 1975-2019  Uitgegeven door Savannah Bay zelf. Prijs: 25,00 


Zuidafrikaanse schrijfsters over de onstuimige geschiedenis van hun land

In deze uitgave hebben Pieta van Beek en Annemarie van Niekerk zeventig verhalen van Zuid-Afrikaanse schrijfsters van 1652 tot nu bij elkaar gebracht. Het is indrukwekkend om te zien wat zij hiermee allemaal in deze bundel hebben kunnen vatten. De teksten en de biografische omschrijvingen die zij toegevoegd hebben, bieden niet alleen een prachtig inzicht in de individuele levens van de schrijfsters, maar ook in de onstuimige geschiedenis van Zuid-Afrika dat zich van een kolonie door de eeuwen heen ontwikkelt tot de huidige, moderne democratie.

Daarnaast is de lezer getuige van de veranderende positie van vrouwen zichtbaar door de bundel heen. Deze ontwikkeling ging samen met de vorming van een nieuwe, vrouwelijke literaire traditie. De eerste teksten zijn vooral niet eerder gepubliceerde dagboekaantekeningen en brieven met een religieuze insteek. Saai zijn deze teksten echter zeker niet. Zo spreken de woorden van Susanne Smit (1799-1863) zeer tot de verbeelding. Als lezer zit je haast aan tafel met haar wanneer zij converseert met God. Het ontbrak in die tijd echter nog aan een literaire stroming waar vrouwen zich mee konden identificeren. Deze ontwikkeling kwam op gang toen vrouwen betere onderwijsmogelijkheden kregen en het verspreidde zich verder doordat uitgevers vrouwenliteratuur in het Afrikaans uit gingen gegeven.

Het andere belangrijke component van deze uitgave is het ontstaan van een nieuwe taal. De teksten bieden een mooi overzicht van de taalgeschiedenis van Zuid-Afrika. De eerste teksten zijn in het Nederlands, de taal van het land van herkomst van de eerste schrijfsters. De latere teksten zijn geschreven in de steeds verder ontwikkelende taal, met haar verschillende varianten: het Afrikaans.

Al met al een prachtig boek dat veel te bieden heeft voor zowel ‘gewone’ lezers als onderzoekers. (Anne Karthaus)

Pieta van Beek, Annemarié van Niekerk, My Mother's Mother's Mother, South African Women's Writing from 17th-Century Dutch to Contemporary Afrikaans. 2019. Leiden University Press, Prijs: 69,50 


Zoektocht naar identiteit via droomplaneet

Stel je voor dat iedereen tijdens het dromen naar dezelfde plek zou gaan. Een soort parallelle wereld net als de Aarde, waar de lucht regenboogkleurig is, doorzichtige wezens de vorm aannemen van mensen die je kent en je wensen spontaan uitkomen. Als je je daar een beetje iets bij kunt voorstellen, dan heb je een beeld van hoe de ‘droomplaneet’ eruit ziet. Ofja, de helft ervan althans. De andere helft is--net zoals de achterkant van de Maan--gehuld in duisternis. Dat is waar we heen gaan in onze nachtmerries, waar grote angstaanjagende vogels je krijsend in hun klauwen kunnen grijpen.

Wanneer Minnie haar spreekbeurt houdt over dromen, gaat haar meester zich opeens vreemd gedragen. Diezelfde dag nog komen twee onderzoekers een test bij haar doen, waaruit blijkt dat ze een Superdromer is, een zeldzame gave waardoor ze altijd doorheeft dat ze droomt. En dat is nou juist waar de onderzoekers dringend naar op zoek zijn, aangezien twee kinderen nooit meer zijn teruggekeerd van hun nachtelijke excursie naar de Droomplaneet. Samen met een team van andere Superdromers gaat ze op reddingsexpeditie. Alleen wanneer de Superdromers hun eigen angsten overwinnen, kunnen ze de vermiste kinderen vinden.

Met Spoorloos op de Droomplaneet maakt UU-alumnus Myron van der Velden een memorabel debuut in de kinderboekenwereld. De omgevingen en de gebeurtenissen in het verhaal zijn vindingrijk en creatief, met enkele onverwachte wendingen die het verhaal spannend houden. De zoektocht van Minnie naar haar zelfvertrouwen en haar eigen identiteit zal ongetwijfeld voor veel mensen herkenbaar zijn. Wat mij betreft hadden zulke onderwerpen wat verder verkend mogen worden, maar dat doet niet af aan de kracht van de uiteindelijke boodschap dat mensen, net als de Droomplaneet, zowel een lichte als een duistere kant hebben. Het is maar net welke kant je de overhand laat nemen. (Robert Urbaschek)

Myron van der Velden, Spoorloos op de Droomplaneet. 2019. Uitgeverij Leopold. Prijs:€12,50. E-book €7,99.


 

Tags: boek | literatuur

Advertentie