Een drankverbod tot 16 jaar werkt echt

We kennen de slogan allemaal: ‘Geen 16? Geen druppel’. Maar wie houdt zich daar nou echt aan? Als vader wind je je niet op over je 15-jarige zoontje die een biertje vraagt tijdens een spannende voetbalwedstrijd op tv. En voor je 14-jarige dochter knijp je een oogje toe als ze wat Breezers uit de koelkast pakt tijdens een feestje met vriendinnen... De meeste ouders denken dat verbieden toch geen zin heeft. Liever drinken onder toeziend oog van pap en mam, dan stiekem in het fietsenhok. Bovendien, alcohol moet je ‘leren drinken’ en 'één biertje kan toch geen kwaad,' denken vele ouders.

Zuipschuiten

Maar klopt het dat verbieden averechts werkt en dat ouderlijke begeleiding voor minder schade zorgt? Is het typisch Nederlandse gedoogbeleid van ouders in dit geval wel effectief? Sinds toenmalig minister voor Volksgezondheid Hans Hoogervorst in 2006 “Nederlandse jongeren [...] de zuipschuiten van Europa” noemde, is de aandacht voor drankgebruik en preventie onder 16-minners sterk toegenomen. Reclamespotjes van Sire, waarschuwingen bij drankreclames, aangepaste wetgeving en andere voorlichtingscampagnes zorgden voor een nationale afname van het drankgebruik onder kinderen. De aandacht voor wetenschappelijk onderzoek op dit gebied bloeide op. Haske van der Vorst van de Radboud Universiteit Nijmegen nam het voortouw in het onderzoek naar de verantwoordelijkheid van ouders: zij ontdekte dat strenge ouders kinderen hebben die minder drinken. De vraag die met deze beschrijvende studie naar voren kwam was, of het ook helpt om ouders voor te lichten en te adviseren over hun (al dan niet verbiedende) rol in het drinkgedrag van hun kinderen.

School & ouders

Deze onderzoeksvraag is de afgelopen jaren door de Utrechtse promovenda Ina Koning onder de loep genomen. Vandaag promoveert zij. De resultaten van haar onderzoek zijn bemoedigend te noemen. Slechts een korte voorlichtingscampagne voor ouders en 12-jarige jongeren, reduceert het drankgebruik significant. Zelfs op langere termijn. Een drietal korte presentaties van maximaal 15 minuten tijdens ouderavonden verspreid over 3 jaar, een voorlichtingsfolder en vier lessen voor de leerlingen in de brugklas (plus één herhalingsles een jaar later). Dit ‘pakketje’ aan les- en voorlichtingsmateriaal zorgt er voor dat de jongeren niet alleen later beginnen met wekelijks drinken, maar ook op 16-jarige leeftijd nog steeds minder drinken. Opmerkelijk is wel, dat alléén de ouder- of alléén de jongereninterventie niet helpt. “Met minimale middelen behaal je al resultaat. Maar je moet er wel echt beide groepen bij betrekken”, concludeert Koning in haar onderzoek.

Goede voorbeeld

Daarnaast ontdekte Koning dat overbezorgde ouders met weinig zelfvertrouwen over het algemeen minder streng zijn, en minder goed communiceren met hun kinderen over alcoholgebruik. Dit is echter contraproductief en leidt uiteindelijk tot meer drankgebruik onder de kinderen. Ouders met meer zelfvertrouwen die meer regels opstellen en daarover ook duidelijker communiceren, hebben uiteindelijk minder zwaar drinkend kroost. Opvallend is dat het stellen van regels bovendien belangrijker is dan het alcoholgebruik van ouders zelf. Oftewel: verbieden helpt beter dan het goede voorbeeld aan kinderen geven. Daarbij wijst Ina Koning op het belang van de school: “Ouders kunnen het niet alleen. Ze hebben echt de steun nodig van de school en het liefst ook van de overheid”. Hulp bij het stellen van die regels is dus onontbeerlijk, aldus Koning.

Studenten & drank

Hoewel ze komende vrijdag promoveert, is Ina Koning nog lang niet ‘uitonderzocht’. “Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar de 16-minners, maar de groep drinkende 16-plussers is daardoor een beetje ondergesneeuwd. De invloed van vrienden en ouders is voor die groep minder bekend. Hoe voorkom je dat deze 16-plussers zware (wekelijkse) drinkers worden en hoe krijg je ze weer in het gareel?” Om op onder meer deze vragen een antwoord te vinden, was er gisteren een congres speciaal gericht op drinkende jongeren boven de 16 jaar. Voorspellingen over welke factoren het drinkgedrag onder studenten beïnvloeden, daar waagt Koning zich dus voorlopig nog niet aan. Wel groeit ze mee met haar doelgroep: “In 2002 vroeg mijn tante of ik als vrijwilliger wilde meewerken met het opzetten van de stichting Gezonde Toekomst. Tijdens ouderavonden in groep 7 en 8 van de basisschool informeerden wij ouders over drinkgedrag onder kinderen, en na twee jaar zijn wij ook leerlingen gaan informeren. Dat werkte heel goed. Toen in 2006 deze promotieplek vrijkwam, heb ik gesolliciteerd. De interesse, kennis en achtergrond had ik al. Ik heb echt van mijn hobby mijn werk kunnen maken”. Haar promotieonderzoek richtte zij vervolgens op 16-minners; nu volgt een postdoc positie waarin ze hopelijk onderzoek kan gaan doen naar de groep 16-plus.

Ína Koning: Preventie van alcoholgebruik bij vroeg adolescenten: Gebundelde krachten van school en ouders

Advertentie