Farmaciestudenten spelen apothekertje: “Zóóó GTST”

Pil vergeten, weekendhoofdpijn, tekenbeet, voetschimmel. Met deze klachten worden studenten Farmacie geconfronteerd in hun fictieve apotheek. De punten die de studenten krijgen voor de Game zijn wél heel echt.

“Ik heb elk weekend last van een bonzende, kloppende hoofdpijn”, klaag ik bij apotheek De Jong. “Ik heb paracetamol geprobeerd en ibuprofen. Daarmee wordt het iets minder, maar echt helpen doet het niet. Zijn er andere, sterkere geneesmiddelen die ik kan nemen?” “Drinkt u veel koffie?” De apotheker kijkt me aan. “Ja, doordeweeks regelmatig. Ik moet toch mijn werkdag doorkomen.” “U moet helemaal stoppen met koffiedrinken, in één keer”, raadt de apotheker me aan. “Onmogelijk…”, stamel ik.

In werkelijkheid drink ik nooit koffie, maar dit is één van mijn casussen als actrice in de Apotheekgame. De Game is een apotheeksimulatieproject. Studenten Farmacie moeten gedurende vier weken werken in een fictieve apotheek waarbij ze onder meer een zo groot mogelijk klantenbestand moeten opbouwen. Er zijn verschillende fictieve apotheken waarbij het ene filiaal concurreert met het andere.

Het concept van de Game werd in 2001 in Groningen ontwikkeld en wordt sinds 2004 ook bij Farmacie in Utrecht toegepast. “De Game is opgezet om de overgang tussen de universiteit en de beroepspraktijk te verbeteren”, aldus Annemarie Heersche, cursusleider van de Game. “Dit is één van de laatste mastervakken in het zesde jaar van de studie waarin alle opgedane kennis en vaardigheden samenkomen. Hierna gaan studenten op stage bij echte apotheken.”

In totaal zijn er zes apotheken, allen gelegen in de fictieve stad Rijnstede; een stad met 60.000 inwoners. De apotheken in de stad zijn elke werkdag open, en ook worden er nachtdiensten gedraaid waarbij de studenten telefonisch paraat moeten zijn. “Ook als ze uit eten zijn”, aldus Heersche.

Heel handig, zo’n apotheekaanbod midden in De Uithof. Maar kunnen studenten ook langskomen met echte kwaaltjes? “Dat hebben we liever niet”, waarschuwt Heersche, “wij willen zicht houden op de casussen die langskomen.’’ ‘’Bovendien is het niet eerlijk als de ene apotheek meer casussen krijgt dan de andere”, voegt cursusleider Simone Kooiman eraan toe, “dan hebben zij meer oefening”. Alles is dus fictief en dat moet duidelijk zijn. Heersche: “Bij De Apotheekgame in Groningen stond er opeens een echte sollicitante aan de balie, zij wilde reageren op de fictieve vacature voor apothekersassistent. Dat soort onduidelijkheden willen we voorkomen.” 

De zesdejaars studenten moeten in de vier weken dat ze een apotheek runnen, steeds van rol wisselen. Elke apotheek kent een eerste apotheker, een tweede apotheker en een aantal apothekersassistenten. Ze moeten klanten helpen aan de balie of hun vragen via de telefoon beantwoorden. Ze moeten recepten invoeren, geneesmiddelen maken, een bedrijfsplan schrijven (inclusief financiele onderbouwing), overleggen met huisartsen, sollicitaties afhandelen, de apotheek inrichten en overleggen met de andere apothekers. Twee studentassistenten spelen telefonisch voor huisarts en klant. Iedereen (ook jij) kan meespelen. Vaak worden medewerkers, vrienden en familieleden ingezet. Zij beoordelen de studenten aan de hand van een aantal punten, zoals vaktaal, wachttijd en natuurlijk het advies.

Ook ik heb een door de cursusleiding opgestelde casus gekregen om aan de apotheken voor te leggen. Ik lijd nu aan chloasma, een vleksgewijze geelbruine verkleuring van de huid, zo staat er op mijn informatieblad. De ziekte kan, in combinatie met veel zon, een bijwerking van de anticonceptiepil zijn. En laat ik die nou net sinds drie maanden slikken! Om mij een realistische patiënt te laten zijn, tekent Heersche vlekken op mijn gezicht. Symmetrisch, want dat hoort bij het ziektebeeld. “Wij proberen de casussen zoveel mogelijk af te stemmen op de 'acteur'”, vertelt Kooiman. Dit is natuurlijk niet altijd haalbaar, getuigt het voorbeeld van student Ahmet, medewerker bij apotheek Griffioen: “Gisteren kwam er een asielzoeker langs. Heel grappig, het was gewoon een student die ik ken. Soms is het zóóó GTST. Niet alle ‘klanten’ kunnen even goed acteren, maar ze doen allemaal hun best.”

De ene casus is moeilijker dan de andere, zegt een studente van de Game: “Als je zwangerschap en waterpokken googlet, krijg je direct de richtlijn te zien. Bij de ziekte van Parkinson kan dit niet, dan moet je veel meer research doen.” Mijn casus blijkt een lastige. In alle apotheken wordt naarstig overlegd over mijn vlekken: de studenten zoeken op hun laptop, kijken in dikke boeken, trekken ernstige gezichten. Maar niemand ‘raadt’ wat ik heb. Heersche: “Studenten leren tijdens deze Game goed doorvragen, dat doen ze lang nog niet genoeg.” Er staat inderdaad belangrijke aanwijzingen op mijn casus die ik alleen mag geven als er specifiek naar gevraagd wordt. Maar dat gebeurt niet. En zo ga ik huiswaarts met adviezen die niet helemaal aansluiten bij mijn ‘aandoening’.

Dat er discussie kan bestaan over wanneer een advies juist is, blijkt uit mijn tweede casus. Het is de weekendhoofdpijncasus. Op het eerste gezicht een peulenschil voor de studenten. Dat de doordeweekse koffie de boeman is, wordt direct geraden. Toch lopen de adviezen van de drie apotheken enorm uiteen: van ook koffie drinken in het weekend (!) naar cold turkey stoppen.

Het advies had moeten zijn: de doordeweekse koffieconsumptie minderen of stoppen. Als ik dit achteraf vertel aan de studenten van apotheek De Jong, zijn ze verontwaardigd: “Dan hebben ze de richtlijn niet goed gelezen, daar staat in dat je direct moet stoppen!” Anderen hebben in college gehoord dat koffiedrinken in het weekend ook een optie is om van de hoofdpijn af te komen. Zo blijkt de praktijk toch weerbarstiger dan in deze Game het geval is.

Als het gaat om de echtheid van de apotheekgame, zijn de recepten de bottleneck volgens docenten en studenten. Heersche: “De studenten moeten de recepten die ze krijgen, controleren, invoeren in het systeem en vervolgens de etiketten klaarmaken. Ze hoeven de geneesmiddelen echter niet echt af te leveren bij klanten, dus dat gesprekmoment is afwezig.”

Ook de inhoud van de recepten is niet vergelijkbaar met de praktijk, vertelt Ahmet die nu als apotheker in De Game staat en in het dagelijks leven ook in een apotheek meehelpt. “Er komen hier heel veel gekke recepten langs die niet kloppen.” Kooiman: “Dat doen we expres. We schrijven bijvoorbeeld geneesmiddelen voor die niet samengaan met andere geneesmiddelen die de patiënt slikt. De studenten moeten dit er dan uithalen.” Iets waar de studenten af en toe genoeg van krijgen, verzucht een medewerkster van apotheek De Jong: “Dan krijg ik een recept voor mijn neus waarvan ik zeker weet dat een echte neuroloog dat nooit of te nimmer zou voorschrijven!”

De hectiek in de apotheek en de druk die er op de apothekers in spe ligt, is wel getrouw aan het apothekersleven. Iedereen is de hele dag druk bezig; op het moment dat twee apothekersassistentes fluisterend overleg voeren over mijn klacht, is de eerste apotheker in gesprek met de huisarts over een recept en zijn de anderen druk bezig met hun bedrijfsplan.

De werkdruk om snel recepten te controleren en in te voeren, is een goede voorbereiding op de praktijk, aldus Ahmet die dit herkent uit de echte praktijk. Hoewel hij al in een apotheek werkt, heeft ook hij veel geleerd van de Game: “Ik heb geleerd te werken met Pharmacom, een invoersysteem dat apotheken gebruiken, ik heb inzicht gekregen in de hele organisatie van de apotheek en heb leren samenwerken met andere apothekers.” Of het beter voorbereid op de stage? Volgens een student in apotheek De Jong zeker: “Apothekers merken het verschil tussen een stagiair die wel of niet heeft meegedaan aan de Game.”

Allemaal leuk en aardig, die voorbereiding op de praktijk. Maar uiteindelijk gaat het in deze Apotheekgame om het aftroeven van de concurrerende apotheken. Het vak wordt niet voor niets de Game genoemd. Elke apotheek wil alle opdrachten zo goed mogelijk uitvoeren om zo veel mogelijk patiënten over te houden. Scores (patiëntenaantallen) worden dagelijks bijgehouden op een website. De apotheek die aan het eind de meeste klanten heeft, wint. De buit: een certificaat waarop staat dat ze de beste farmaceutische zorg in Rijnstede leveren, en een boekenbon.

Advertentie