Geneeskundestudenten schrijven hun eigen studieboek

Het idee voor het naslagwerk ontstond in mei 2015 in de wandelgangen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Studenten van onze opleiding halen hun informatie uit tientallen boeken. Sommige boeken zijn geschreven in het Engels, andere weer in het Nederlands,” vertelt Veerle. “En allemaal in een andere stijl. Romée en ik dachten: dat moet makkelijker en overzichtelijker kunnen.”

Dat hun initiële idee voor ‘een soort samenvatting’ uit zou monden in vier dikke boeken van elk 300 pagina’s hadden de studentes niet verwacht. Maar toen ze in 2015 via Facebook op zoek gingen naar talentvolle geneeskundestudenten om hen te helpen schrijven, kwamen er zoveel aanmeldingen dat ze de sollicitatieprocedure eerder hebben stopgezet. Veerle: “Toen kwam het besef: dit gaat veel groter worden dan we van tevoren dachten.” Ook Rick, toen nog geneeskundestudent aan de Universiteit Utrecht, reageerde op de oproep. “Ik had geen aantoonbare ervaring met schrijven, maar wel net een vakinhoudelijke stage achter de rug.”

Zestig studenten, veertig specialisten
In totaal schreven er zo’n zestig studenten mee aan het boek, twee auteurs per hoofdstuk. Rick en zijn schrijfpartner van de Radboud Universiteit Nijmegen bogen zich over het hoofdstuk Endocrinologie, het deel van de geneeskunde dat zich focust op hormoonaandoeningen en stofwisselingsziekten. Rick: “Wij zijn begonnen met het uitpluizen van bestaande literatuur. Wat is van belang en wat niet? Begin 2016 zijn we gaan schrijven. Daarna hebben we ons gericht op de indeling van het hoofdstuk. Waar komen de tabellen, wat zetten we in kaders en welke illustraties hebben we nodig? Uiteindelijk zijn we er ruim een half jaar mee bezig geweest. Je ziet het project dan voor je ogen groeien, dat was heel gaaf.” 

Naast de vele studenten werkten er ook bijna veertig medisch specialisten mee aan de serie boeken. “Zij hebben elke letter gecheckt, en de stof vaak nog wat dichter bij de praktijk gebracht”, aldus Rick. Over het eindresultaat is hij meer dan tevreden. “Het is een samenvatting geworden van alles wat een student moet weten voor hij aan zijn coschappen begint. Ik had het zelf ook graag willen hebben.” Elk hoofdstuk is opgedeeld in een klinisch en een niet-klinisch segment. Het begint met anatomie, embryologie, histologie, fysiologie en algemene diagnostiek en daarna wordt aandacht besteed aan onder meer de klinische ziektebeelden.

Een eigen BV gestart
Het oorspronkelijke idee van Romée en Veerle om hun naslagwerk in januari 2016 al op de markt brengen, bleek ‘een grote inschattingsfout’. Veerle: “Toen het schrijfwerk eenmaal af was, dachten we het grootste gedeelte achter de rug te hebben. Maar toen moest het hele grafische proces nog beginnen. Alle illustraties zijn speciaal voor de boekenserie gemaakt door geneeskundestudenten met tekentalent, en elke millimeter van het werk is in InDesign ontworpen. Meerdere mensen zijn hier enkele maanden fulltime mee bezig geweest. Daar hebben we ons behoorlijk op verkeken. En omdat we de boeken zelf wilden uitgeven, zijn we ook nog een BV gestart.”

De nieuwe streefdatum voor de lancering van het boek was september 2016. “Dat is gelukt, maar daar hebben we nachten voor moeten doorhalen”, aldus Veerle. “De eerste druk van 1250 boekenseries was direct uitverkocht. Ook de tweede druk gaat snel. Er zijn nu zo’n 1600 naslagwerken in omloop en we krijgen veel positieve reacties. Vrienden zien studenten met onze boeken in colleges zitten, anderen zien de boeken bij hun huisarts staan. Het is echt een succes.”

Dat de boeken nu af zijn, betekent niet dat Romée, Veerle en Rick rustig achteroverleunen. Er wordt druk gebrainstormd over een volgende stap. Een vertaling bijvoorbeeld, of pocketversies van het naslagwerk. Rick: “Ideaal om in de zak van je witte jas te stoppen.” Hemzelf is het auteurschap goed bevallen. Hoewel hij nu als basisarts werkt in het ziekenhuis in Apeldoorn, zou hij best nog een boek willen schrijven. “Deze ervaring heeft bij mij die wens wel aangewakkerd, ja.”

Advertentie