Hoogleraar Barbara Oomen vecht tegen stereotype van academicus op weg naar Kamer

Barbara Oomen wil in de Tweede Kamer opkomen voor het belang van de grondwet en de rechtsstaat. Eigen foto's campagne Barbara Oomen

Als grote hoop van de Zeeuwse afdeling van de Partij van de Arbeid presenteerde Barbara Oomen zich vorig jaar aan de commissie die de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen moest samenstellen. Jarenlang was zij de alom zichtbare Dean van het University College Roosevelt in Middelburg (formeel een onderdeel van de UU, red.). Ze had zich bovendien landelijk laten gelden als groot promotor van Zeeland, het Zeeuwse onderwijs en de Zeeuwse economie. De Zeeuwse sociaal-democraten hadden een grote vis gevangen.

De UU-hoogleraar Sociologie van de Mensenrechten had zich voor het Kamerlidmaatschap gemeld uit boosheid over het terugdraaien van het besluit om de nieuwe kazerne van het Nederlandse corps mariniers in Vlissingen te bouwen, vertelt ze in een Teams-gesprek. Dat kabinetsingrijpen voelt nog steeds als een persoonlijke klap in het gezicht.

Oomen: “Steeds als ik als UCR-Dean in Den Haag vroeg om steun voor onze plannen om Zeeland op de kaart te zetten als onderwijsprovincie, kreeg ik te horen dat daar geen geld voor was. Maar we zouden de kazerne krijgen. Dat was de worst die ons werd voorgehouden.”
 

Maar er is nog een andere belangrijke overweging waarom de rechtssocioloog opgaat voor een blauwe stoel in de Tweede Kamer. Ze vecht al sinds jaar en dag voor meer aandacht voor de grondwet en de rechtstaat in de Nederlandse politiek. Ze zat in commissies, schreef opiniestukken in kranten of brieven naar volksvertegenwoordigers. Zonder merkbaar succes. Ze denkt meer invloed te hebben als ze zelf parlementariër is.

“De druppel voor mij was de discussie rond de ‘dikastocratie’ waarmee Thierry Baudet vorig jaar alle rechters wegzette als ‘links en onbetrouwbaar’. Ik vond het niet eens zo erg dat hij dat riep, maar wel dat het aan de andere kant zo stil bleef. Dat niemand in de politiek uitlegde waarom onafhankelijke instituties zo belangrijk zijn of waarom een overheid die zich niet door het recht laat binden, leidt tot de dictatuur van de meerderheid. Toen dacht ik: als iedereen zich zo stilhoudt, dan moet ik het zelf maar gaan doen.”

Als ik er niet inkom, dan komt ook het verdedigen van de rechtstaat er niet in

Door het enthousiasme van prominente landelijke PvdA-leden en van de Zeeuwse partijleden voor haar kandidaatstelling, dacht Oomen kans te maken op een verkiesbare plek. Toen haar uiteindelijk plek 21 werd toebedeeld (na het aftreden van PvdA-leider Asscher nu plek 20), was dat “even slikken”. In de peilingen scoort de PvdA vaak maar net boven de 10 zetels.

Ze deed nog een poging om tijdens het PvdA-congres hoger op de lijst te komen. Met steun van onder meer oud-fractieleider Job Cohen en oud-minister Jet Bussemaker daagde ze nummer 14 en 15 van de lijst uit. Toevallig ging het om twee kandidaten met een relatie met de UU. Kavish Bisseswar, nu diplomaat, was student van het University College Utrecht en enkele jaren terug nog lid van de Universiteitsraad. Charlotte Brand is opleidingsmanager bij het UU Honours College.

De acties waren tevergeefs, het congres besloot de lijstvolgorde te handhaven. Oomen: “Zoiets is heel vervelend, dan kom je bijna op het terrein van de nasty politics. Maar het was niet persoonlijk bedoeld en dat snapten ze allebei wel.”

Oomen benadrukt juist heel enthousiast te zijn over de nieuwe PvdA-lijst. “Er staan veel jonge mensen op, en de lijst is ook heel divers. Dat vind ik allebei belangrijk voor de PvdA. Het enige is: ik heb echt een missie. Ik wil niet arrogant doen, maar als ik er niet inkom dan komt het verdedigen van de belangen van Zeeland er niet in, maar ook van de rechtstaat niet.”

En hoe belangrijk dat verdedigen van de grondrechten is, blijkt volgens Oomen keer op keer. “Kijk naar hoe we omgaan met corona. Toen ik vorig voorjaar met studenten onderzocht hoe landen de ingrijpende coronamaatregelen institutioneel inbedden, zagen we dat overal keurige wetten werden gemaakt, in het Verenigd Koninkrijk, in België, in India, in Zuid-Afrika. Maar in Nederland proppen we alles eerst in noodverordeningen en zeggen dan: ‘nood breekt wet’. Hoe problematisch dat kan zijn, zag je ook weer in discussie over de avondklok. De Kamer laat zo’n maatregel vrij gemakkelijk passeren en gaat dan moord en brand schreeuwen als een rechter er gehakt van maakt. Ze hebben echt ook zelf een verantwoordelijkheid.”

Het zegt volgens Oomen ook wel wat over de waardering van kennis van onze grondwet in Nederland dat ze op plek 20 van de PvdA ‘de meest prominente verkiesbare jurist’ is. Die benaming komt van NRC-columnist Folkert Jensma die zich ook zorgen maakt over de kennis van het recht in de Tweede Kamer.” Lachend: “Ik heb het maar meteen op mijn website gezet, want ik moet nu opeens ook aan zelfpromotie doen. Dat is ook even wennen.”

Mensen denken klaarblijkelijk dat wetenschappers wereldvreemd zijn

Oomen hoopt dat lijsttrekker Lillian Ploumen hetzelfde effect teweeg brengt waarmee Diederik Samson de PvdA in 2012 naar een verrassend aantal zetels leidde. Maar het heeft er alle schijn van dat Oomen is aangewezen op voorkeurstemmen. Zo’n 20.000 heeft ze er nodig, denkt ze. “Dat is ambitieus, maar ook weer niet belachelijk.”

Partijleden die haar nu steunen, wijzen vaak op het belang van ‘meer Pieter Omtzigts’ in de Kamer. Bijt Barbara Oomen zich net zo vast in een dossier als de populaire CDA-politicus deed in zijn onderzoek naar de kinderopvangtoeslag?

“Wat ik interessant vind, is dat Omtzigt een echte wetenschapper is: gepromoveerd, dikke boeken geschreven, gewerkt aan hetzelfde instituut in Florence als ik. Maar dat heeft hij helemaal uit zijn cv gepoetst. Niemand weet dat bijna. Dat zeg ik vooral omdat ik – ook in de sollicitatieprocedure – geregeld heb moeten vechten tegen een stereotiep van ‘de wetenschapper’.

“Mensen denken klaarblijkelijk dat academici wereldvreemd zijn. Je krijgt werkelijk vragen of je weleens met gewone mensen praat. Terwijl ik ook op zaterdag als grensrechter op het voetbalveld sta en vrijwilligerswerk doe bij de voedselbank. Bovendien was mijn onderzoek in Rwanda, in Zuid-Afrika, maar ook in Nederland altijd erg gericht op wat het recht in de praktijk betekent voor mensen.

“Wat Pieter Omtzigt volgens mij bewijst, is dat je als academicus een belangrijke vaardigheid hebt. Je hebt geleerd om grote hoeveelheden complexe informatie snel terug te brengen tot de kern en snel te bedenken wat er met die informatie moet gebeuren. Die vaardigheid neem ik natuurlijk ook mee. Dat verandert niet als ik een ander hoedje opzet.

“Maar het is ingewikkeld, want ik vind ook dat de Kamer een afspiegeling moet zijn van de samenleving. Universiteiten en hoogleraren zijn dat niet. Dus het is net zo belangrijk dat er mensen met een MBO-achtergrond inkomen; ik ben allesbehalve een fan van de diplomademocratie. Toch denk ik dat ik specifieke en waardevolle kennis meeneem en die kan vertalen naar wat er concreet nodig is in Nederland.”

Ik heb nu wel een soort coming out gehad

Oomen hoopt dat ook haar bekendheid in de wereld van het hoger onderwijs nog stemmen op kan leveren. Ze noemt elementen uit het PvdA-verkiezingsprogramma als de terugkeer van de basisbeurs, het tegengaan van werk- en prestatiedruk voor onderzoekers en aandacht voor welzijn van studenten. “Dus weg van het markt- en outputdenken, en terug naar wat de kern van een universiteit moet zijn. Dat is precies waar ik ook in Middelburg aan heb gewerkt en wat ik mee wil nemen naar Den Haag.”

Als het haar niet lukt om een zetel te bemachtigen, gaat ze verder als hoogleraar. “Een prachtige baan waar ik veel plezier aan beleef.” Maar ze is ook enigszins huiverig. “Ik heb de combinatie wetenschap en politiek altijd een lastige gevonden. Als onderzoeker is je onafhankelijkheid zo’n beetje heilig, en ook als decaan heb ik die politieke kant van mezelf steeds onder de pet gehouden.

“Ik heb nu echt wel een soort coming out gehad. Esther-Mirjam Sent (hoogleraar in Nijmegen en PvdA-senator, red.) zei tegen me: “Als hoogleraar heb je automatisch autoriteit, op het moment dat je politicus wordt is alles wat je zegt maar een mening en ben je een verdacht figuur geworden. Zo is het misschien wel een beetje. Maar op dit moment is mijn diepste drive de verantwoordelijkheid die ik voel. Ik wil niet op mijn 90ste denken: had ik het maar gedaan.”

We deden een poging om zoveel mogelijk (ex-) studenten en medewerkers op de 37 kandidatenlijsten terug te vinden. Lees hier het resultaat, met onder meer mini-portretten van andere UU-medewerkers en studenten die deze week nog campagne voeren.

 

Advertentie