Incluusion breidt programma voor vluchtelingen verder uit

Foto: Geluksvogel Nour Alhalbouni

De Syrische Nour Alhalbouni (31) was zowel student als trainee bij Incluusion en is gevraagd om te helpen bij het ontwikkelen van de voorbereidende cursus. “Ik denk dat ik de grootste geluksvogel ben van Incluusion”, zegt ze lachend. Alhalbouni studeerde Business Administration aan de universiteit van Damascus voor ze in 2017 met haar zoontje van twee naar Nederland kwam.

Na het volgen van de cursussen Coaching & Training aan de UU en Introduction to Sociology bij UCU, werd Alhalbouni een stage van acht maanden aangeboden bij Social Research. Hier vertaalde ze interviews van het Arabisch naar het Engels. In 2020 meldde ze zich opnieuw aan bij Incluusion voor het net opgestarte traineeprogramma. Dit programma zoekt binnen de UU een traineeship voor vluchtelingstudenten. Zij kunnen met behoud van hun uitkering zes tot acht maanden werkervaring opdoen. Vanwege haar ervaringen met marketing kwam ze terecht bij de directie Communicatie & Marketing van Incluusion. Inmiddels heeft ze een eenjarig contract om Incluusion te helpen met de inhoud van de voorbereidende cursus. “Ik had zelf ook graag zo’n cursus gevolgd toen ik hier kwam. Dan was ik beter voorbereid op wat ik kon verwachten.”

De universiteit ontdekken
Incluusion zorgt ervoor dat asielzoekers en statushouders gratis een cursus kunnen volgen aan de UU. Ze hoeven maar aan twee eisen te voldoen: ze moeten het academische niveau aankunnen en hun Engels moet goed genoeg zijn om actief mee te kunnen doen in college.

Via de UU krijgt Incluusion een budget op project basis plus subsidies van verschillende andere instellingen zoals de gemeente Utrecht.

Het idee om een voorbereidende cursus te maken, komt voort uit een evaluatie. Deze is gebaseerd op een enquête die is afgenomen onder oud deelnemers. Hun werd onder andere gevraagd naar verbeterpunten. De meeste respondenten lieten weten dat ze vooraf graag hadden geweten hoe de Nederlandse universiteitscultuur is en wat docenten van studenten verwachten. Ook wilden zij graag meer ondersteuning bij het opdoen van onderzoeksvaardigheden en academisch schrijven en bij het samenwerken met hun medestudenten. Dit laatste omdat niet alle respondenten bekend zijn met werkgroepen.

“We denken dat een voorbereidende cursus goed is om de universiteit te leren kennen en om erachter te komen hoe de docenten zijn en hoe ze hun weg in alle digitale systemen kunnen vinden. Programma’s als Blackboard en Teams kunnen best lastig zijn als je er nog nooit mee hebt gewerkt”, legt Incluusion project manager Ragna Senf uit. “De cursus zorgt er ook voor dat er een gemeenschap van Incluusionstudenten ontstaat. We willen ze stimuleren contact te blijven houden met elkaar en met het team van Incluusion.”

“Mijn ervaring is", vertelt Alhalbouni, "dat het soms voelde alsof ik ineen vreemde wereld was gestapt. Een training als deze pakt de stress aan die ze vóór een cursus kunnen hebben en bereidt ze voor op uitdagingen waarmee ze tijdens de cursus kunnen worden geconfronteerd."

Senf: “Mensen vragen zich misschien af wat het verschil is tussen een internationale student en een vluchtelingstudent. Beide groepen moeten wennen aan het Nederlandse onderwijssysteem en de cultuur binnen de universiteit, maar internationals hebben zich voorbereid voor hun komst. Zij hebben gekozen voor Utrecht, hebben vooraf dingen opgezocht over Nederland en wonen samen met medestudenten. Daardoor kunnen ze makkelijker integreren. Vergelijk dat met iemand die nog niet zo lang in Nederland woont, in een asielzoekerscentrum woont en een kamer deelt met verschillende mensen. Probeer je dan maar eens te concentreren op je studie."

Dat de vluchteling gratis mag meedoen aan een cursus, kan ook zorgen voor een aarzelende houding in de klas, merkt Senf op. "Er is veel dankbaarheid, maar daar doen we het niet voor. We doen het omdat we geloven in de waarde van onderwijs en omdat hun deelname een verrijking is voor de universiteit. Het probleem met dankbaarheid is dat studenten zich bevoorrecht voelen dat ze überhaupt college mogen volgen en daarom geen vragen stellen als ze iets niet begrijpen omdat ze niemand willen lastigvallen."

Ook is het onderwijs in Nederland anders dan veel studenten gewend zijn. Alhalbouni was verrast toen haar docent studenten op de grond liet zitten om met ze in discussie te gaan. “Ik dacht ‘wat is dit?’. Je mag hier echt alles zeggen!” In Syrië was ze gewend aan een collegezaal met ongeveer 2000 studenten. “Ik vind dit verschil heel leuk. Want door die discussie begrijp ik het onderwerp waar het over gaat echt."

Hoewel er aan de inhoud van de voorbereidingscursus nog wordt gewerkt, is het al wel duidelijk dat er een Blackboardtraining komt en een workshop Intercultural Awareness. Wanneer de cursus officieel gelanceerd wordt, staat ook nog niet vast, maar zegt Senf: “we beginnen met een pilot van twee modulen in blok 2”.

Waarschuwing voor start college
Docent Julie Fraser van de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie, heeft een tiental Incluusion-studenten gehad in haar bachelorcursus Mass Atrocities, Human Rights & Law en in haar cursus voor Summer School Introduction to Human Rights. Ook zij vindt dat de deelname van studenten met een vluchtelingenachtergrond de cursuservaring voor iedereen verrijkt.

"Ik vind het erg waardevol om hun perspectief te horen als ze bereid zijn om over hun eigen ervaringen te praten. Volgens mij is dat een enorm voordeel. Onlangs hadden we een student uit Irak die sprak over de Iraakse regering, corruptie en hoe ze probeerden over te stappen van het Saddam-regime naar deze nieuwe regering, en toen kwam Isis in beeld. Het was ongelooflijk dat deze student zijn eigen ervaringen deelde met de anderen. Dat is een stuk beter dan alleen een artikel lezen en het onderwerp vervolgens theoretisch over discussiëren."

Wat Fraser ook leuk vindt aan de aanwezigheid van vluchtelingen en asielzoekers in haar cursussen, is dat studenten gaan nadenken over het beeld dat zij van asielzoekers hebben. "Mijn klassen zijn normaal gesproken al heel divers, dus Incluusion-studenten vallen niet automatisch op. Dat is geweldig, want het laat de studenten zien dat vluchtelingen niet per se arme, ongeschoolde, achtergestelde mensen zijn. Ze kunnen bijvoorbeeld heel welbespraakt zijn en mensen van wie je veel kunt leren."

Wat Incluusion-studenten wel en andere studenten niet krijgen, is dat de docent de vluchtelingen waarschuwt over aspecten die behandeld worden in haar cursus Mass Atrocities. "Omdat die cursus heel confronterend kan zijn. Maar tot nu toe heeft nog nooit iemand afgehaakt vanwege de waarschuwing", zegt Fraser.

Het is volgens Senf zeker niet de bedoeling dat docenten vertellen wie van de studenten vluchteling is. Dit mag alleen met toestemming van de student zelf. “Sommige studenten willen niet bekend komen te staan als ‘die vluchteling’ - ze zijn blij weer gewoon student te zijn.”

Incluusion_afbeelding mensen (002).JPG

Veel uitvallers 
De introductiecursus moet ook voorkomen dat Incluusion-studenten de cursus niet voltooien. Tijdens collegejaar 2020-2021 maakte 29 procent van de studenten het door hun gekozen programma niet af. Onder Nederlandse studenten is het percentage uitvallers 20 procent. Senf: “Je hoopt dat de cursus helpt uitval te verminderen, maar ook al verandert het percentage uitvallers niet, dan is deze cursus toch waardevol. Deelnemers beginnen immers wel makkelijker aan een cursus. Bovendien zijn er ook andere factoren die een rol spelen bij deze uitvallers. Vaak gaat het om de asielprocedure. Ze moeten langs advocaten of ze moeten opeens verhuizen naar een ander asielzoekerscentrum.”

De asielprocedures en bureaucratie waarmee vluchtelingen te maken hebben, speelt ook een rol in het feit dat niet alle Incluusion deelnemers uiteindelijk ook een bachelor- of masteropleiding gaan volgen. In de enquête gaf 70 procent van de respondenten aan een dergelijke opleiding te willen gaan doen, waarvan 48,5 procent aan de UU en 21,5 procent aan een andere Nederlandse universiteit. Van de 34 studenten die zich bij de UU aanmeldden, werden er slechts acht aangenomen. Vijf studenten werden geweigerd en de meerderheid (21) zei dat de procedure zo onduidelijk of ingewikkeld was dat ze ervan afzagen.

Senf: “Als vluchteling heb je niet alleen te maken met de UU, maar ook met de gemeente, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en soms ook met de stichting vluchtelingstudent (UAF). Die bureaucratie kan heel verwarrend zijn en lastig om door te komen zijn. Ook heb ik vervelende verhalen gehoord. Zoals over een medewerker van een gemeente die iemand ontraadde te studeren zolang die persoon een uitkering had.”

Het toelatingsbureau werkt aan een EU-project om instrumenten te ontwikkelen waarmee de kwalificaties en ervaringen van gevluchte studenten kunnen worden beoordeeld. Incluusion zal aan dit project meewerken.

Elf trainees in 2022
Niet elke vluchteling wil echter graag studeren. Sommigen zoeken een betaalde baan. Incluusion heeft daarom ook een programma voor trainees opgezet in 2020, vlak voor de coronapandemie uitbrak. “Covid maakte het lastig om werkplekken te vinden. Iedereen was toen bezig met ‘hoe komen we door de eerste golf?”, herinnert Senf zich. Toch wierp het programma zijn vruchten af. Van de vijf deelnemers hebben er vier een betaalde baan gekregen, waarvan drie binnen de UU. De vijfde deelnemer is begonnen aan een masteropleiding.

"De traineeships zitten nog in de ontwikkelingsfase. Hoe zorgen we ervoor dat we alle kandidaten op een eerlijke manier beoordelen? Hoe zorgen we ervoor dat het matchingsproces goed verloopt, want daarmee begint het allemaal", zegt Senf die een stapel cv's op haar bureau heeft liggen. Het programma van de traineeships gaat de tweede ronde in. "Vandaag bekijk ik ruim tachtig aanmeldingen voor het nieuwe traineeship. We hebben in 2022 plek voor 11 nieuwe trainees en hopen daarbovenop nog twee of drie trainees uit Afghanistan op te kunnen nemen, gezien de plotselinge stijging van het aantal vluchtelingen uit dat land."

Trainees krijgen een cursus Nederlands waar ze een woordenschat geleerd krijgen die voor het werk belangrijk is. Ook krijgen ze trainingen. "Iemand die in de communicatie werkt, kan bijvoorbeeld een cursus krijgen over het maken van content voor websites", legt Senf uit.

Op de vraag hoe ze de kandidaten gaat selecteren, antwoordt Senf: "Ze moeten werkloos zijn, want we willen een opstapje zijn naar duurzame participatie op de arbeidsmarkt. Ook moeten ze genoeg tijd hebben om het traineeship te volgen en een bepaald niveau Nederlands spreken. Anders wordt het werk te moeilijk. Daarna hebben we een sollicitatiegesprek en gaat het er echt om uit te zoeken wat de perfecte werkplek voor hen is."

Nour Alhalbouni herinnert zich dit proces nog goed. "Wat ik goed vind aan het programma is dat ze investeren in mensen. Senf stelde een plan op voor mijn traineeship, ze was meer een mentor dan een manager. Ze zei dat ik moest doen wat ik leuk vond. Mijn eerste gedachte was 'ik wil een contract!' maar zij zei 'nee. Je moet doen wat je leuk vindt. Iets wat je in de toekomst wilt doen' ."

In het werk voor Incluusion is het gelukt die passie te vinden. "Ik wil in de toekomst zeker lesgeven. Ik vind het heel leuk om met de inhoud van deze cursus bezig te zijn en kan niet wachten om hem te geven. Als medewerker van de UU ga ik ook zeker gebruik maken van de mogelijkheid om cursussen en workshops te volgen. Ik doe mijn best om mezelf te verbeteren. Ook als ik niet bij Incluusion blijf, zal ik een manier vinden om op deze weg verder te gaan."

Donaties 
Incluusion is voor een groot deel nog steeds afhankelijk van donaties. Als je iets wil doneren aan het project, kan dat hier. Het geld wordt gebruikt om de reiskosten van de vluchtelingstudenten te vergoeden (wanneer de gemeente dit niet doet) en om de benodigde boeken te betalen. Daarnaast gaat een deel van het geld naar het Incluusion buddyprogramma. Dit zorgt voor een snellere integratie van deze studenten.

Advertentie