Op pad met toproeistudent Melle le Fevre: 'We moeten winnen!'

The first match of the rowing season on the Amstel. Photos: DUB

Nina van der Bent studeert geschiedenis en filosofie en vraagt zich regelmatig af hoe haar studentenleven verschilt van dat van andere studenten. De meeste studies worden niet gekenmerkt door een overdaad aan contacturen, en die overgebleven tijd wordt op zeer verschillende manieren ingevuld. Ze loopt een weekend mee met toproeier Melle le Fevre (22) - hoogtepunt was deelname aan wereldkampioenschap Roeien voor studenten - die zijn bachelor Geschiedenis aan het afronden is. Nina valt van de ene in de andere verbazing. Elke dag trainen, letten op wat je eet en dan nog niet zeker zijn van de winst - zijn de offers het waard? Om hierachter te komen, liep ze een trainingsdag en een wedstrijddag met hem mee.

Melle en ik spreken zaterdagochtend om half 7 af bij Triton in Hoograven. Het is mij gelijk duidelijk waarom een carrière als wedstrijdroeier nooit voor mij is weggelegd. Ik ga vaker slapen op dat tijdstip dan dat ik opsta. Als ik aan kom wandelen op een verlaten, donkere, en sfeerloze Driewerf, zie ik drie jongens zitten. Als je niet beter zou weten zou je denken dat ze na een avondje stappen hun sleutels zijn kwijtgeraakt en nu wachten tot er iemand thuis komt. In werkelijkheid zitten ze voor hun trainingscomplex te wachten op de rest. Later leer ik dat één van deze jongen Jacob van de Kerkhof is, winnaar van de Varsity vorig jaar en in volle voorbereiding voor de Olympische Spelen in Tokio in 2020.

Als Melle aan komt lopen, verontschuldigt hij zich gelijk: "De zaterdagtrainingen zijn meestal niet zó vroeg." Eén van de jongens moet werken en nu moeten alle zestien roeiers, vier coaches, twee stuurtjes en ik dus voor het krieken van de dag in Vianen zijn waar vanochtend getraind wordt. Melle vertelt onderweg daar naartoe enthousiast over zijn voorbereidingen op dit intensieve roeiweekend met een training op zaterdag en een wedstrijd op zondag: “Ik was gisteravond op een Indiase bruiloft - en daar draaide ze echt van die muziek.” Vervolgens krijg ik zijn beste poging tot Indiase dans te zien. Dit mocht uiteraard niet zijn training belemmeren. Ter plekke ging hij eerder naar bed om toch de benodigde hoeveelheid slaap te krijgen.

Tijdens de training vraag ik aan één van de coaches wat hij nou het mooist vindt aan het roeien. Zonder een seconde te twijfelen reageert hij: “De commitment van deze jongens.” Dat ze toegewijd zijn, zie ik met mijn eigen ogen. Over elke hap die ze in hun mond stoppen, is nagedacht. Als ik vraag of ze dat niet heftig vinden, kijken ze me vreemd aan. Het is toch logisch dat dit onderdeel is van je leven? Je wordt er beter van!

Melle weet als geen ander hoe het is om je leven te laten leiden door wat je wel en niet eet. Tot voor kort hoorde hij bij de lichte roeiers en moest hij nauwgezet op zijn gewicht letten. De dagen voor het zogenaamde inweegmoment van de wedstrijd, is het van groot belang dat je geen grammetje aankomt. Dat je dan voor het gevreesde moment op de weegschaal in een regenpak onder de douche moet zitten om al het vocht eruit te zweten, hoort er gewoon bij. Ook ligt verhongering op de loer. Melle vertelt: “Vorig jaar was er iemand van een andere vereniging die in een week 10 kilo moest afvallen. Toen hij dat probeerde, eindigde hij met nierfalen in het ziekenhuis en nu functioneert zijn ene nier niet meer." De rest van de overgebleven roeiers grappen: “Dat is in ieder geval 200 gram die je niet meer hoeft mee te wegen.”

Melle - in het midden - na de prijsuitreiking van het studentenwereldkampioenschap

Nu hij geen lichte roeier meer is, geniet Melle meer vrijheid in zijn dieet maar daar zijn niet alle gevaren mee geweken. Je hebt ook nog zoiets als overtraind raken. De jongens trainen gemiddeld zes tot acht keer in een week. Als je elke training te ver gaat, kan je lichaam op een gegeven moment niet meer herstellen. Dan heb je een flink probleem en kan je er zomaar een jaar uitliggen. Over het algemeen maken ze zich hier maar weinig zorgen om. Jacob, die twee weken daarvoor nog out ging tijdens een wedstrijd in Duitsland, reageert nonchalant: “Je moet je lichaam gewoon goed in de gaten houden.”

De roeiers maken zich niet zo druk over de wedstrijd van morgen, maar wel over de toekomst. Het onderwerp 'trainingswater' komt regelmatig voorbij. Ze hebben het geld, de kennis, de mensen en het materiaal voor topniveau maar zowel gemeente als universiteit faciliteren de roeiers te weinig, vinden ze. Er worden nog meer bruggen gebouwd over het Merwedekanaal en vanaf november zijn ze ook niet meer welkom in Vianen. Een duidelijke oplossing is er nog niet, en dat frustreert roeier, coach en toeschouwer.

De wedstrijddag

Op zondag wordt duidelijk of hun harde trainen beloond wordt. De Amstelbeker staat op de planning, en dat is de eerste wedstrijd van het seizoen. Het is misschien niet de belangrijkste wedstrijd maar de heren van Tritons oude acht zouden niet zo ver zijn gekomen als ze niet overal zouden willen winnen. Ze hopen nu verder te komen. De jongens zijn in vorm en dat weten ze.

Wedstrijdroeien is flirten met de afgrond. Een wedstrijd winnen, betekent doorgaan als je eigenlijk echt niet meer kan, en trainen betekent roeien tot het je neus uitkomt. Dat lijkt voor een buitenstaander onbegrijpelijk. Toch snap ik na een weekend waarom deze Melle en de rest van zijn boot zichzelf consequent zo hard pushen. Je doet het namelijk als groep. Hoewel de acht heren in karakter ontzettend verschillend zijn, hebben ze een grote gemene deler: samen gaan ze voor de winst. Coach Niels is hier ook heel duidelijk in: "De groep komt altijd op de eerste plek, individuele problemen op de tweede."

Naarmate de wedstrijd vordert en Triton verder komt, worden de korte evaluaties van de rondes intenser. De jongens ruiken de winst en dat is te zien in hun ogen. "We moeten één ding doen: winnen. Anders zijn we echt sukkels", aldus Melle. Dat de winst uiteindelijk uitblijft, is dan ook jammer. Een langsvarend bootje is aangewezen als schuldige partij. Gefrustreerd bediscussiëren ze hoe de golven hun ‘push’ op de 250 meter verpestte. Toch vinden ze zichzelf geen sukkels. Triton was tot deze editie niet verder gekomen dan de kwartfinale en nu weten de roeiers het tot de finale te schoppen. Met gegronde blijdschap wordt er bier gehaald. Zowel winst als verlies wordt gezamenlijk gedragen.

Jaco haalt bier

Na hamburgers te hebben gegeten - "Ik ga carbs loaden, mag ik er twee bestellen?" - keer ik huiswaarts. Mijn conclusie is helder: Melle en ik studeren aan dezelfde universiteit, hebben dezelfde bachelor gedaan, maar leven in totaal andere werelden. Hij en de mensen met wie hij omgaat, leven voor het roeien. Ik vind de offers die Melle voor zijn sport brengt te groot, los van het feit dat ik alleen maar kan dromen om een roeitalent te zijn. Desalniettemin begrijp ik mijn oud-werkgroepgenoot goed. Doorzettingsvermogen, discipline en ambitie zijn ook mij niet vreemd. Dat je daarbij je grenzen opzoekt, is een noodzakelijk kwaad. Ik hoop van harte dat het bij Melle niet voor niets is en uitzonderlijke sportprestaties oplevert, ook nu nu hij bij het zwaarroeien hoort.  .

Tags: roeien | vianen | sport

Advertentie