Rosi Braidotti: ‘Oorlog tussen feminisme en LHBTQ+-beweging speelt rechts in de kaart’

Geloof het of niet, maar Rosi Braidotti moet niks weten van haar status als pionier, ook al is ze de vrouw die de opleiding Gender Studies heeft opgezet, de Nederlandse Onderzoekschool Genderstudies, de Noise Summer School, het Europees netwerk Genderwetenschappen Athena en het Centre for Humanities. “Alle vrouwen en LHBTQ’ers zijn pioniers, want ze doen allemaal dingen die nog nooit eerder zijn gedaan”, aldus de in Italië geboren filosoof. 

Toen Braidotti in 1988 vanuit Parijs naar Utrecht kwam, was ze 32 jaar oud. In eerste instantie kreeg ze een tweejarig contract om Gender Studies van de grond te krijgen. Vastbesloten als ze was om het vrouwelijk perspectief en de LHBTQ’ers de academische wereld in te brengen - gebruikte ze haar netwerk om de afdeling op poten te zetten en internationale samenwerkingen aan te gaan die haar onderzoek versterkten. In zijn speech volgend op Braidotti’s afscheidscollege van 13 juni, prees UU Rector Henk Kummeling haar rol als “actieve netwerker” en zei hij dat Braidotti niet alleen een enorme internationale reputatie voor zichzelf heeft verworven, maar ook heeft bijgedragen aan de internationale bekendheid van de Universiteit Utrecht.

Hoewel ze zegt dat er nog een lange weg te gaan is, is Braidotti “trots en dankbaar dat ze deel heeft mogen uitmaken van een ongelofelijke culturele revolutie”. Maar ze kijkt ook vooruit. Samen met haar partner Anneke Smelik is ze één van de oprichters van het Rosanna fonds voor vrouwen, wat tot doel heeft ervoor te zorgen dat veelbelovende vrouwen die aan de UU studeren of onderzoek doen niet afhaken wegens geldgebrek. Ze vindt ook dat ze moet plaatsmaken voor de jeugd, hoewel diezelfde jeugd wel de context moet proberen te begrijpen waarin de oudere generaties hebben moeten werken. “Sommige mensen van wie ik les heb gehad, staan nu nog steeds voor de klas. Die zijn al 80 hoor!”, zegt ze terwijl ze haar armen in de lucht gooit.

In 2005, nadat ze een lintje kreeg van Koningin Beatrix, besloot Braidotti afscheid te nemen van Gender Studies. "Mensen noemden me de tsarina van Gender Studies. En ik dacht: 'Ik kan dit niet meer doen. De beweging moet radicaal blijven. We moeten plaats maken voor de jeugd, met ons als adviseurs op de achterbank’." Ze zette vervolgens het Centre for Humanities op en concentreerde zich op haar werk rond de posthuman, wat gaat over veranderingen of eliminatie van de mensheid  door onder meer technologische ontwikkelingen of de evolutie.

Wat betekent de stad Utrecht voor u? 
“Ik kwam uit Parijs naar Utrecht. Daar had ik bijna 10 jaar gestudeerd en gewerkt. Mijn Parijse vrienden dachten dat ik gek was geworden. Destijds publiceerde de Franse krant Le Monde een artikel met de kop Utrecht à voix basse. En in 1987 was Utrecht een rustige plek, beschermend en gastvrij. Mooi en compact en net buiten de drukte van Amsterdam.

“Ik heb nergens langer gewoond dan in Utrecht. De stad betekent alles voor me. Ik ben lid van het Utrechts Klokkenluiders Gilde en gecertificeerd klokkenluider en ik houd ervan om lekker door de stad te fietsen. Ik heb aan de wieg gestaan van drie alternatieve boeken over de stad. De eerste, van Esther Captain, gaat over Utrecht en de slavernij, later werd die uitgebreid door Nancy Jouwe, en de andere twee richten zich op het Joodse Utrecht en Utrecht & Vrouwen.

“Voor mij is Utrecht ook synoniem voor Anneke, mijn partner. Door haar familie en door mijn intense liefde voor haar begon ik dit land en haar bijzonderheden, die zo anders zijn dan die van mijn eigen land, te begrijpen. Bovendien staat Utrecht voor acceptatie en veiligheid - ik heb me hier altijd heel veilig gevoeld. Maar ik zie natuurlijk ook, met name door mijn onderzoek, dat er in Nederland gender gerelateerde problemen zijn Maar Nederland is in tegenstelling tot mijn eigen land veel minder gewelddadig. Nederland heeft niet dezelfde fascistische inslag en geschiedenis als Italië waardoor de houding ten opzichte van LHBTQ’ers en vrouwen anders is. Hier is geweld tegen vrouwen bijvoorbeeld geen nationale sport zoals in Italië.”

Foto: DUB (Ublad), Maarten Hartman

Wat was uw eerste indruk van de universiteit?
“Ik was verbaasd. Aan de ene kant zijn in Utrecht de stad en de universiteit met elkaar verwezen. Zoals bijvoorbeeld Oxford en Cambridge. Utrecht is gebouwd rond bibliotheken, kerken en collegezalen. De universiteit staat bol van academische tradities. Daarnaast had je de landelijke Uithof met grazende koeien die destijds moeilijk bereikbaar was. Ik kwam uit het centrum van Parijs en met een stukje Parijse arrogantie van destijds was het  voor ons het centrum van de wereld was. Soms dacht ik dus: ‘Waar bén ik terechtgekomen?’

Maar aan de andere kant had Utrecht in diezelfde tijd net één van de eerste vacatures geplaatst van Europa geplaatst voor een hoogleraar Vrouwenstudies & Curriculum. Die maakte onderdeel uit van een landelijke initiatief waarvoor verspreid over het land vijftien experimentele leerstoelen werden geïnstalleerd. Ik dacht: 'hoe werkt dat? Hoe kan een zo traditionele instelling op zo'n eerbiedwaardige plek, volledig openstaan voor zulke radicale onderwerpen?' Ik kon er met mijn verstand niet bij en vond het fascinerend.

“Het was een lange procedure maar uiteindelijk kreeg ik de baan. De universiteit was echt welwillend: ‘laten we kijken of we dit voor elkaar krijgen’. Ik had natuurlijk wel in de gaten dat de installatie van deze leerstoelen repressieve tolerantie is: radicalen binnen een instelling plaatsen is een poging om ze te deradicaliseren. Heel slim en in zekere zin de sleutel tot het Nederlandse sociaal beleid: "Als jullie radicalen denken dat jullie iets te bieden hebben, kom dan maar op! Stop met tegen iets te zijn omwille van het tegen zijn en laat zien wat het is dat je te bieden hebt.

“In die tijd was Utrecht al wel een oude universiteit, maar nog niet hooggewaardeerd. Er werd wel een poging gedaan om de universiteit op de wereldkaart te zetten, in de volle breedte van wat de UU te bieden heeft en ik denk dat ik in dat opzicht wel een handje geholpen heb. Het was echt een gezamenlijke inspanning om zowel vernieuwend als traditioneel te zijn, radicaal maar ook kwalitatief heel sterk. Dat is het profiel van de UU. Maar in het begin wist ik niet hoe die combinatie kon werken.”

Gender Studies is nu een vast onderdeel van de UU en van vele andere universiteiten, toch zien sommigen de studie en het onderzoek nog steeds als activisme, in plaats van als wetenschap.
“Dat blijft denk ik ook wel zo. Het is een stigma dat ook kleeft aan postkoloniale studies, rassentheorie en tot voor kort ook aan klimaatonderzoek. Het doel van deze opleidingen en onderzoek is meer dan alleen wetenschappelijk, er is ook een maatschappelijk doel. Op Europees niveau is dat duidelijk. Zo publiceerde de Europese Commissie onlangs nog een beleidsstuk met de naam Gendered Innovations, met een handleiding hoe je gendervraagstukken kan aanvliegen. Dit project is gecoördineerd door Ineke Klinge, een van mijn eerste PhD’s. Maar dit soort initiatieven ondervinden nog steeds weerstand. Tijdens mijn afscheidscollege bijvoorbeeld kwam er een oudere meneer naar me toe die zei dat hij bang werd toen ik aan het woord was. ‘Bang waarvoor?’ antwoordde ik. Toen zei hij: ‘Ik ben een witte man!' Ik zei dat hij mijn woorden niet zo persoonlijk op moest vatten, dat het beter was om te accepteren dat de heerschappij van witte mannen en daarmee de onverdiende privileges, voorbij zijn.

“Er zijn veel factoren die verklaren waar deze weerstand vandaan komt. En het is heel goed mogelijk dat in de geesteswetenschappen disciplines vasthouden aan het verleden en niet met het heden in het reine komen. Bij andere wetenschappen zou dat onmogelijk zijn. Dit vasthouden aan oude normen komt mede voort uit het humanisme, uit het antropocentrische idee dat de mens het middelpunt van het bestaan is en een ‘als je erbij wilt horen, moet je onze regels volgen’. Bij de oude generatie overheerst die houding vaak nog. Wij zijn daar met Gender Studies tegenin gegaan, maar de vooruitgang gaat maar langzaam. Het is aan jullie, aan de jonge mensen, om vaart te zetten achter de veranderingen."

Wat zou de Rosi van nu voor advies geven aan de Rosi uit 1988?
“Waarschijnlijk om een beetje meer geduld te hebben en te begrijpen hoe cruciaal het is om bepaalde zaken in goede banen te leiden. Niet dat ik de internationale procedures niet gevolgd heb, maar ik was erg ongeduldig en dacht dat we wel even onze eigen alternatieve procedures op konden zetten. Misschien zou ik ook wat voorzichtiger zijn, me gedragen alsof ik wat ouder was. Drieëndertig is vrij jong om hoogleraar te worden. Door mijn ongeduld heb ik tijdens mijn loopbaan misschien wat mensen van me vervreemd, zoals de KNAW, maar aan de andere kant is dat nou eenmaal wat eerste generaties doen. Ik stond onder druk om resultaten te laten zien omdat ik aanvankelijk maar twee jaar had om me te bewijzen

"Ik zou ook tegen mijn jongere zelf zeggen om het wat rustiger aan te doen, misschien wat meer contacten te leggen met al die conservatieve mannen - we hebben ze echt links laten liggen. Mijn hele generatie deed dat toen en mensen begrijpen niet wat ons dat eigenlijk heeft gekost. Iets meegaander zijn geweest was waarschijnlijk beter geweest voor onze carrière. Misschien had ik meer medelijden moeten hebben met die oudere generatie die ons zag als stadse barbaren die de universiteit verpestten, terwijl wij dachten dat we de universiteit juist verbeterden. Uiteindelijk deden we dat wel.

"Dat gevoel wat we daarbij hadden, is niet te beschrijven. We hebben doelgericht en vol overtuiging onze kennis van de wereld naar de universiteit gebracht. Vervolgens hebben we een Europees netwerk opgezet, Gender Studies van de een naar de ander overgebracht, en Gemma opgezet, de Erasmus Mundus Master's in Gender Studies waarbij verschillende universiteiten bij betrokken zijn. Dat gevoel is niet te overtreffen, het was vuurwerk."

Foto: DUB (Ublad)

In juni heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof het landelijk recht op abortus geschrapt. Is het niet frustrerend dat rechten waar vrouwen zo lang en hard voor hebben moeten vechten zomaar worden afgenomen?
"Dit is typisch zo’n kwestie dat steeds opnieuw terugkeert. Elke generatie wil er iets over dit type onderwerpen te zeggen hebben. Daarom mogen vrouwen niet verslappen. Daarom is ook het Rosanna Fonds zo belangrijk, omdat het ervoor zorgt dat er geld is om vrouwen in staat te stellen een opleiding te volgen om deze dialogen steeds opnieuw te kunnen voeren.

“Vijftien jaar geleden ben ik begonnen al mijn dozen met documenten uit te zoeken en ze te archiveren bij Atria, het Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis in Amsterdam dat al sinds 1930 bestaat. Het is een van de grootste archieven over feminisme in Europa en is toegankelijk voor het publiek. Je kunt daar alles vinden: de totstandkoming van het masterprogramma, de totstandkoming van Athena, van de Noise-zomercursus… Als wij ooit verdwijnen dan zal er over honderd jaar iemand weten dat we er zijn geweest.

“Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om dingen te archiveren voor toekomstige generaties. Per slot van rekening kan één uitspraak van het Hooggerechtshof ons zo terug de Middeleeuwen in slingeren. Dat is de kracht van het stervende patriarchaat. Het mag dan stervende zijn, maar het heeft nog genoeg woede in zich om te vechten tot het einde. Wij nieuwkomers? Wij komen pas net kijken op een instituut dat al 386 jaar oud is."

Het aantal vrouwen dat werkzaam is bij de UU is sterk toegenomen sinds u bij de universiteit bent gaan werken. Vorig jaar, voor de eerste keer in de academische geschiedenis van Nederland, was één op de vier voltijd professoren van Nederlandse universiteiten een vrouw. Hoe kijkt u naar deze verandering?
“Het is een van de grote successen van mijn generatie. Ik kijk met dankbaarheid naar degenen die strijden voor gelijke kansen, ook de liberaal feministische beweging, die niet mijn manier van denken volgt. Maar ze hebben geweldig werk verricht. Christine Lagarde, de president van de Europese Centrale Bank, heeft een ongelooflijk goed beleid gevoerd om de carrières van vrouwen vooruit te helpen: overal 50 procent vrouwen, salarisgelijkheid, zwangerschaps- en ouderschapsverlof... Een onvoorstelbare steun in de strijd. En dan doen sommigen het af als liberaal feminisme, alsof het alleen gaat om getallen omdat het niets zou veranderen aan het beeld dat mensen van vrouwen hebben. De beweging voor gelijke rechten moet gesteund en in leven gehouden worden. Het gaat langzaam, het is niet radicaal, het schopt de boel niet overhoop, maar het doet wel iets belangrijks. Het laat vrouwen en LHBTQ’ers toe! Daartoe behoren ook onze afgestudeerden die banen bemachtigen waar ze gelijke kansen krijgen op verschillende niveaus.

"Toen ik naar Utrecht kwam, was mijn positie heel bijzonder. Ik was niet alleen heel jong, 32 pas, maar was een feministisch hoogleraar. Wie anders neemt een baan waarbij ze als je begint al zeggen 'we denken niet dat je hier langer dan twee jaar gaat zijn'? In 1988 was ongeveer 2 procent van de professoren aan de UU een vrouw. We hadden ook geen professionele netwerken en organisaties, zoals het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren, dat opgericht is in de jaren 90. Nu ligt het aantal vrouwelijke hoogleraren op 25 procent en hun aantal stijgt. Dus onze missie is absoluut geslaagd, geweldig werk van degenen die strijden voor gelijke kansen voor vrouwen.

"De kritische kanttekening die ik hierbij wil maken is ten eerste dat we niet moeten stoppen bij gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar het hele  intersectionele proces gaande moeten houden; ten tweede, dat deze gematigde vooruitgang helaas samengaat met het verlies aan onderzoeksfinanciering en maatschappelijke prestige voor geestes- en sociale wetenschappen. Ik vrees dat we de plaats in hebben genomen van de mannen die deze velden hebben verlaten. De tendens is dat wanneer meer vrouwen in een bepaald vakgebied werken, het in aanzien daalt." 

In veel landen is extreemrechts in opkomst. Zij zien genderstudies en de LHBTQ-beweging vaak als een enorme bedreiging. Zoals bijvoorbeeld president Jair Bolsonaro van Brazilië en Viktor Orbán van Hongarije. Wat vindt u daarvan?
"In de Verenigde Staten zijn christelijke fundamentalisten actief sinds het landelijk recht op abortus is verworpen. Hun protestants extremisme is afkomstig van de religieuze fanatici die rond 1770 Engeland en Nederland verlieten. Het witte suprematisme is het cement dat hen bindt. Trump heeft het smeulende vuur doen ontbranden waardoor ze nu zo actief zijn.

“En dan heb je ook nog Poetin in Rusland. Of eigenlijk: de filosofie van Alexander Dugin voormalig hoofdstrateeg van het Witte Huis Steve Bannon, die favoriet is bij Poetin. Die is een kruising tussen de Russische autarkische modus en het nostalgisch neo-imperialisme. Het is een spiritueel vernieuwingsbetoog, waarin Europa verwijfd wordt genoemd, omdat vrouwen en LHBTQ’ers hier rechten en waardigheid hebben. Poetin wil de wereld vernieuwen met degelijke traditionele patriarchale waarden.

“Steve Bannons associatie met Dugin heeft een enorme invloed gehad op extreemrechtse bewegingen in Europa. Hij had zelfs een politieke opleidingsschool in Italië, en we weten dat Poetin extreemrechtse bewegingen in heel Europa heeft gefinancierd. Kortom, er is een duidelijke politieke campagne bezig om dit soort reactionair theologisch conservatisme het seculiere gebied van Europa en de verdeelde sociale context van de Verenigde Staten binnen te brengen.

“Amerikaanse rechtse partijen hebben een soort cultuuroorlog ontketend tegen ideeën als genderideologie en de kritische rassenleer. Deze aanpak is effectief gebleken in het verdelen van de feministen en de LHBTQ’ers, waarbij zij met andere ideeën tegen elkaar worden uitgespeeld. Ze worden beledigd en hun positie in de maatschappij versimpeld uit naam van traditionele gezinswaarden aangewakkerd door nationalisme en xenofobie.

“Een culturele oorlog tégen maar ook tússen feministen en de LHBTQ+érs  speelt rechts in de kaart. En dan doen mensen als Orban, Poetin en Bolsonaro er nog een schepje bovenop door te zeggen: "Kijk naar deze mensen, ze zijn niet alleen abnormaal en onnatuurlijk maar ze zorgen ook nog eens voor verdeeldheid!”

“Deze politieke verdeeldheid baart me zorgen, omdat het zo wel erg moeilijk wordt om een basisalliantie te vormen. Ik ben ook boos over het het willen opleggen van enkelvoudige modellen van bijvoorbeeld taal en identiteit aan iedereen in de feministische en LBGTQ+-bewegingen. Dit is geen tijd voor paradigma's met één model, maar juist voor veelvoudigheid, allianties en openheid.

“De feministische- en de LHGTQ+-beweging zijn nooit één ding geweest. Degenen die zeggen dat deze bewegingen bestonden uit blanke vrouwen uit de middenklasse, waren er duidelijk niet bij. Lees de geschiedenis van deze bewegingen er eens op na, neem eens een kijkje in mijn archieven. Het feminisme van de jaren 70 kende natuurlijk zijn beperkingen. Het was de Koude Oorlog en we hadden verdorie niet eens internet. Maar om nou te gaan zeggen dat er alleen blanke heteroseksuele vrouwen waren… doe me een lol. Het was vooral lesbische energie die de beweging dreef. Geloof me, heterovrouwen hadden andere dingen te doen in de jaren 60 en 70, die moesten het huishouden doen en voor de kinderen zorgen. Heb je de serie Mad Men niet gezien? Bovendien waren zwarte vrouwen als Flo Kennedy, Angela Davis en Bell Hooks cruciaal voor de begintijd van de tweede feministische golf.

"Antagonisme en oppositie kunnen absoluut gezond zijn, maar we moeten politieke samenwerkingsverbanden aangaan om rechts een halt toe te roepen. Er moet het besef zijn dat geïnstitutionaliseerde politiek dingen mogelijk kunnen maken. Er staat veel op het spel en wij - de gemarginaliseerde 'anderen' - moeten dus de verkiezingen zien te winnen. Dat is minder dringend in landen als Nederland, waar politiek toch al draait om coalities en samenwerkingsverbanden, maar in Italië bijvoorbeeld, is dat cruciaal.”

Screenshot van interview van Braidotti en Judith Butler met Pussy Riot

Waarom denkt u dat dit zo is? Waarom wordt deze generatie van linkse activisten gekenmerkt door zoveel verdeeldheid?
"Radicaal links is van oudsher heel verdeeld. Ik heb als docent ervaren hoe ingewikkeld relaties tussen generaties kunnen zijn. Zoals ik al zei, ik ben er geen voorstander van om oudere generaties de schuld te geven. Vraag ons "hoe was het?" en we kunnen het uitleggen. Als jongeren zeggen: "Jouw generatie geloofde alleen in twee geslachten, dat is zo binair", zijn ze zich er dan van bewust dat er toen wij begonnen maar één geslacht was? Er moest een hele operatie aan te pas komen om dat in twijfel te trekken, lees Simone de Beauvoirs De Tweede Sekse maar eens. We moesten datgene tot leven brengen wat ontologisch van het toneel verwijderd was. Natuurlijk, we moesten van één naar twee gaan. In de jaren 50 en 60 bestond binair niet eens, er was alleen 'één' en 'min één'. Kortom, ik denk dat er veel onwetendheid in omloop is, er is veel intellectuele luiheid. Wees historisch, en historiografisch accuraat, en wees eerlijk in je beoordeling van een tijdperk dat anders was.

“We moeten samenwerkingsverbanden aangaan en ons focussen op het einddoel. Er bestaat een document waarvan de inhoud door de Europese Commissie is bevestigd, dat aantoont hoe de anti-genderbeweging wordt gefinancierd door de Amerikaanse Republikeinen en de evangelisten, meestal via hun hoofdkantoren in Hongarije. Verbazingwekkende cijfers. Er komen daar miljoenen binnen. Deze infiltranten bestrijd je niet door alleen maar te proberen het woord 'vrouw' uit onze politieke vocabulaire te schrappen. Je kunt niet zomaar een hele categorie schrappen om een andere te vestigen. We moeten juist meer categorieën toevoegen, dus het moet zijn "vrouwen en…., en…., en….". Ik vind de ontwikkeling die zegt dat we het over ‘mensen met een baarmoeder’ moeten hebben ook geen goede. Je hoeft vrouw niet dominant te maken, maar je hebt meer categorieën. Vrouwen vormen meer dan 50 procent van de wereldbevolking, maar ze zijn niet één en dezelfde. Je moet ieder benoemen. We moeten een politiek voeren van optellen, niet van aftrekken. Het narcisme van de kleine verschillen, zoals ik het noem. Waarom moet jouw politiek de mijne opheffen? Waarom is er maar plaats voor één manier van bestaan? Dat is erg autoritair denken!

“Ik ben een heel gelukkige cis lesbische vrouw van de oudere generatie. Laten we eerlijk zijn, ik kan geen 30-jarige zijn met de flexibiliteit die jij nu hebt - die wij voor jou hebben gefaciliteerd. Eén van mijn best verkochte boeken heet Nomadic Subjects, We mogen verschillen, maar we hoeven elkaar niet tegen te werken of kapot te maken. Waarom kunnen we elkaar niet gewoon tegemoetkomen? Als we één model opleggen, doen we hetzelfde als Bolsonaro, maar dan omgekeerd."

Als u terugkijkt op uw carrière, wat zijn dan uw mooiste herinneringen?
“Mijn mooiste herinneringen komen uit die allereerste jaren. Mijn generatie ging helemaal over het vormen van groepen en de straat opgaan. Voor deze generatie is het heel anders, nu is het meer ‘ik en mijn laptop’. We waren met velen en we deden veel samen. Ik organiseerde altijd een kerstfeest bij mij thuis en dan kookte ik voor iedereen. Echt geweldig was dat. Iedereen lachte en gilde. Eigenlijk ging het vooral om de vriendschap, de kameraadschap, het plezier, het samen zijn, het gevoel onderdeel uit te maken van een gemeenschap. Het waren die momenten waarvan je in je hart voelt dat ze de boel misschien wel vertragen, maar waardoor je ook weet dat ze je bestaan nooit kunnen uitwissen.

Advertentie