Student Geneeskunde Rosie Duivenbode bekeerde zich tot de islam

Rosie (23) studeert geneeskunde en groeide op in Het Gooi, in een atheïstisch, Nederlands gezin. Ze heeft zich bekeerd tot de islam. “Ik val tussen wal en schip en weet af en toe ook niet meer wat mijn identiteit is.”

DUB portretteert deze week drie Utrechtse moslimstudenten. Merken zij iets van een groeiende vijandigheid tegen moslims nu tv-beelden van IS-barbarij de Nederlandse huiskamers binnenstromen? Dit keer geneeskundestudent Rosie Duivenbode. In de brugklas bekeerde ze zich tot de islam, maar kreeg daarna twijfels. Nu heeft ze definitief voor de islam gekozen.

“Mensen denken dat je op een gegeven moment het licht ziet, maar dat heb ik niet gehad”, vertelt Rosie, terwijl ze nipt aan haar thee. “Je hebt een tijd lang innerlijke discussies, en op een gegeven moment accepteer je dat je iets gelooft.” Ze denkt lang na voordat ze een antwoord geeft, en kiest haar woorden zorgvuldig.

Sinds kort draagt ze een hoofddoek. Voor haar heeft dit vooral een spirituele betekenis: het is een symbool van discipline, het controleren van je eigen ego.  Het gaat haar om het ontwikkelen van bescheidenheid en het beteugelen van lusten en verlangens. Naast het dragen van een hoofddoek bidt ze vijf keer per dag en gaat ze af en toe naar een moskee.

Moslim = allochtoon?
Aanvankelijk verborg Rosie haar religie voor haar omgeving, uit angst voor wat mensen zouden vinden of denken. Zo duurde het een jaar voordat ze haar huisgenoten durfde te vertellen dat ze bekeerd was. Haar rol als Nederlandse moslim is iets waar ze nog steeds mee worstelt. “Als ik onder de Nederlanders ben heb ik het gevoel dat ik tot de moslimgemeenschap behoor. Maar als ik in een moskee ben voel ik me ook een buitenbeentje. ‘Moslim’ wordt geassocieerd met ‘allochtoon’.”

“Laatst fietste ik ergens en toen riep iemand ‘Fatima’ naar me. Ik kon er wel om lachen maar het is natuurlijk absurd. Ik val tussen wal en schip, en weet soms niet meer zo goed wat mijn identiteit is. Over het algemeen heb ik daar vrede mee, maar het wordt vervelend als je in een hoekje wordt gedrukt. Dit merk ik aan een vieze blik van een conducteur in de trein, of er wordt raar gekeken als ik aan het joggen ben met mijn hoofddoek. Ik blijf altijd positief, dat werkt het best.”  

Rosie merkt dus dat moslims worden aangesproken op hun religie en worden gestigmatiseerd. Als dat haarzelf overkomt heeft dat vooral te maken met haar dubbele identiteit; die van een Nederlandse vrouw binnen de islam. “Voor de gemiddelde ‘Nederlander’ ben ik aan het de-emanciperen door mijn bekering, terwijl ik binnen de islamitische gemeenschap een feminist ben. Ik vind het bijvoorbeeld onzin dat als er een gastspreker is in de moskee, ik achter een muur moet zitten zodat ik de spreker niet kan zien. Ik denk dat de islam heel veel steun kan geven aan de vrouw. Vandaag de dag komt dit niet helemaal tot uiting zoals het oorspronkelijk bedoeld was. Ik hoop dat dit kan veranderen.”

Het publiekelijk afstand doen van IS, waartoe moslims enige tijd geleden werden opgeroepen in de media,  is iets waar ze lang over getwijfeld heeft. Het is een terugkerende discussie in de gesprekken die ze heeft met haar vrienden, die overwegend atheïstisch of christelijk zijn. Uiteindelijk heeft ze besloten dat ze zich er toch niet toe geroepen voelt - omdat niks wat IS doet iets te maken heeft met haar religie. “Toen IS net in het nieuws kwam en het heel extreem was had ik wel het gevoel dat ik mijn onvrede daarover uit moest spreken. Ik vind dat als je je aansluit bij IS je bijna geen moslim meer bent, omdat wat IS doet totaal tegen de islam ingaat.”

Religieus uit de kast komen
Rosie bekeerde zich al een keer eerder tot de islam: in de brugklas. Ze kan zich moeilijk voor de geest halen wat het was dat haar daartoe bracht destijds. Ze weet nog dat ze een Indonesisch vriendinnetje had dat moslim was. Dat fascineerde haar. Ook de negatieve beeldvorming na 9/11 riep vragen bij haar op over wat het werkelijk betekent om moslim te zijn.

Naar eigen zeggen is ze altijd al een ‘diepe denker’ geweest, en was ze vanaf jonge leeftijd bezig met existentiële vraagstukken. “Ik ben altijd op zoek geweest naar antwoorden. Ik heb een goede jeugd gehad. Een bekering komt ook niet per definitie voort uit een trauma of een rotjeugd, zoals soms gedacht wordt.”

Haar recente bekering ging gepaard met meer onderzoek en verliep geleidelijker dan de eerste. “Ik wist al een tijd dat als ik een religie zou kiezen, het de islam zou zijn. Maar toen begon ik me af te vragen of ik wel in God geloofde. Op een gegeven moment wist ik niet meer wat ik met mezelf aan moest en ben ik een jaar lang regelmatig gaan bidden. Daardoor ben ik het spirituele van de islam gaan ervaren.”

Volgens Rosie leefde ze altijd al “als een moslim”: ze dronk niet, at geen varkensvlees en bad regelmatig. “De grootste verandering was het ‘uit de kast komen’, wat ook nog wel een jaar heeft geduurd. Het verantwoorden naar je omgeving lijkt soms bijna moeilijker dan het verantwoorden naar jezelf. Mijn ouders begrijpen mijn keuze nog steeds niet, maar hebben het wel geaccepteerd.”

Rosie nu van plan om haar geloof door te zetten en voorgoed moslim te blijven. Twijfelt ze nog weleens aan haar geloof? “Ik denk dat ik een hele spirituele kijk heb op religie. Daar hoort ook twijfel bij. Naar mijn idee is dat gezond. Ik vind dat je vragen hoort te stellen en kritisch naar jezelf moet kijken.”

Lees ook het verhaal van Hammoni Amer: "Het enige wat ik kan doen is ontzettend goed gedrag vertonen."

Tags: islam | is

Advertentie