Studieverenigingen Geesteswetenschappen willen zestig extra bestuursbeurzen

Foto van de kamer van Albion, met een iets jongere Job Petersen en Anna de Roest, ook een oud-voorzitter van Albion. Foto DUB

Student Engelse Taal & Cultuur en lid van de faculteitsraad van Geesteswetenschappen Job Petersen heeft hierover namens de studieverenigingen een brief geschreven aan de Universiteitsraad en het College van Bestuur om een bespreking van de bestuursbeurzen sneller op de agenda te krijgen. Aanleiding was het bericht dat het overleg over het Beleidskader met een jaar is uitgesteld. In het Beleidskader staan de criteria beschreven waaraan studentenorganisaties moeten voldoen om een beurs te krijgen.

Het Beleidskader heeft alleen indirect iets te maken met de verdeling van de gelden, zegt studentendecaan Nina Keulers. “Gesprekken over de hoogte van het budget of de verdeling van de beurzen over in dit geval de faculteiten, staan daar los van.” Een aantal jaren geleden is in samenspraak met de Universiteitsraad een verdeelsleutel afgesproken waarop het beschikbare budget voor de studieverenigingen over de faculteiten wordt verdeeld. Deze verdeling geldt voor een periode van drie jaar. Na drie jaar wordt opnieuw gekeken naar de verdeling via een toetsing.

De verdeling van beurzen over de faculteiten
De faculteiten krijgen elk een vaste voet aan beurzen. Deze vaste voet is gebaseerd op het aantal opleidingen dat een faculteit heeft. Zo krijgt Geesteswetenschappen een vaste voet van 120 beurzen, Diergeneeskunde 50 en Geneeskunde 100. Boven op de vaste voet krijgen faculteiten ook nog eens extra beurzen. Dit aantal is afhankelijk van het aantal ingeschreven studenten bij de faculteit en de hoeveelheid en het soort activiteiten dat een vereniging organiseert. Dit aantal is dus flexibel.

Aan de hand van het Beleidskader kan de faculteit vervolgens bepalen welke verenigingen voldoen aan de minimale voorwaarden voor erkenning en hoe de maanden over de verenigingen verdeeld moeten worden. Eventueel kan de faculteit aanvullen met extra bestuursmaanden.

Zo krijgt de Bètafaculteit met bijna zesduizend studenten in totaal 150 bestuursbeurzen van de UU. Geesteswetenschappen met bijna 5900 studenten krijgt er 149. Het grote verschil voor de verenigingen is dat de Bèta’s de beurzen ‘maar’ over vijf studieverenigingen hoeven te verdelen en de geesteswetenschappers over 21. Dit scheelt per vereniging aanzienlijk veel geld. De faculteiten kunnen bovenop de UU-beurzen uit eigen budget studieverenigingen extra beurzen gunnen. Zo geeft Bèta nog eens 48 beurzen aan haar verenigingen. Geesteswetenschappen 35.

Heeft elke studie recht op een vereniging en heeft elke vereniging recht op een beurs?
“In totaal worden er komend jaar en net als dit jaar 950 beurzen beschikbaar gesteld voor de 55 universitaire studieverenigingen”, zegt Keulers. “Dat is 40 procent van het totale budget (1,2 miljoen euro, red.) dat beschikbaar is voor bestuursbeurzen voor alle studentenorganisaties waaronder dus ook de sport-, culturele- en gezelligheidsverenigingen.”

Keulers: “Het probleem van Geesteswetenschappen ligt met name in de versnippering. Bij andere faculteiten zijn de verenigingen relatief groter, terwijl zij soms meerdere opleidingen vertegenwoordigen. De vraag is of elke vereniging, ongeacht de grootte, ook bestuursbeurzen nodig heeft.

Dit is precies waar Job het over wil hebben met het College van Bestuur. “In het beleidskader kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat elke studie een vereniging mag hebben in plaats van hetgeen er nu in staat dat een vereniging een bepaald aantal leden moet hebben. Kleine studies van Geesteswetenschappen hebben een klein aantal leden. In deze context kan ook toetsing worden geëvalueerd. Bij een evaluatie kun je dus aangeven dat het budget voor studieverenigingen omhoog moet en uitleggen waarom Geesteswetenschappen zoveel verenigingen heeft en dat die verenigingen meer beurzen verdienen.”

Kennis gaat verloren
Door het uitstel van de bespreking van het beleidskader naar december kan Job het standpunt van Geesteswetenschappen niet meer verdedigen, net als de huidige bestuursleden van studieverenigingen die zich verdiept hebben in de toetsingscriteria en uit ervaring weten hoeveel werk het kost om een studievereniging draaiende te houden. “In oktober treden de nieuwe besturen aan. Die moeten zich nog helemaal verdiepen in de materie en hebben in december nog niet zoveel ervaring als bestuur opgedaan.”

Keulers zegt dat het gesprek over het beleidskader in december losstaat van de hoogte van het budget of de verdeelsleutel. “In het Beleidskader staan de criteria waaraan een vereniging moet voldoen om in aanmerking te komen voor een beurs. De toetsing waarin wordt gekeken of studieverenigingen recht hebben op een beurs is net achter de rug.” Dat betekent, volgens Keulers, dat het aantal beurzen onveranderd blijft tot het volgende toetsmoment in 2021. “Dan kijken we opnieuw wie wel en niet in aanmerking komen voor een beurs. De verdeling geldt voor een periode van drie jaar.”

Job begrijpt dat die trein is gepasseerd en dat Geesteswetenschappen pas weer in 2021 kans maakt op meer beurzen. Hij wil wel nu een gesprek over het verhogen van het bedrag dat de universiteit reserveert voor studieverenigingen en de toetsingscriteria. “Nu krijgen onze studieverenigingen samen minimaal 120 beurzen op basis van het aantal opleidingen. Ik vind dat dat aantal omhoog moet naar 180, omdat de faculteit veel meer studieverenigingen heeft dan andere grote faculteiten.” Wat Job betreft, moet er opnieuw naar de verdeling worden gekeken en moet voor Geesteswetenschappen een aparte categorie gemaakt worden waardoor er meer beurzen beschikbaar komen.

Ook vindt Job dat er in totaal meer geld moet komen voor alle studieverenigingen, omdat ze van de universiteit steeds meer taken op zich moeten nemen. “Internationalisering is daar een goed voorbeeld van. Er zijn verenigingen die een Engelstalige tak van hun vereniging hebben moeten opzetten, maar daar komt geen extra steun voor vanuit de universiteit. Nu springt de faculteit bij met extra geld.” 

Het beleidskader en de gedragscode
De verdeling van zowel het afgelopen collegejaar als van het komende jaar, is te vinden op de site van Bestuurlijk Actief Utrecht. Hier (pdf) is goed te zien hoeveel studieverenigingen per faculteit er zijn. Geesteswetenschappen springt er met 21 verenigingen bovenuit. De eerstvolgende is de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie met acht verenigingen en Sociale Wetenschappen met zeven.

Het Beleidskader wordt besproken in december van dit jaar. De reden waarom het vaststellen van de kader opnieuw is uitgesteld is omdat de hogeschool en de universiteit nog overeenstemming moeten vinden over de zogeheten gedragscode. Deze code waarin onder andere wordt opgenomen wat de normen en waarden zijn waaraan studentenorganisaties en onderwijsinstellingen zich houden, is nog onderwerp van discussie. Ook moet de UU nog met de HU overleggen, of de 80 procentregel kan worden veranderd. De Universiteitsraad ziet verenigingen nu in de problemen komen die niet voldoen aan de zogeheten 80-20 norm. Deze norm houdt in dat 80 procent van de leden ingeschreven moet staan bij de universiteit of de hogeschool en slechts 20 procent van de leden van buiten mogen komen. “De UU en HU moeten hier nog over praten.”, zegt UU-studentendecaan Nina Keulers.

Op 26  juni organiseren de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht een inputsessie voor de koepelorganisaties zoals Vidius en FUG en de medezeggenschap met betrekking tot het Beleidskader.

De bestuursbeurs
Eén bestuursbeurs staat gelijk aan één bestuursmaand en dat staat voor een bedrag van 425 euro. Krijgt een studievereniging 11 beurzen voor een collegejaar dan betekent dit dat de vereniging 425 x 11 = 4675 euro krijgt. De vereniging verdeelt dit bedrag onder het aantal bestuursleden. De hoogte van de bijdrage aan bestuursleden is dus afhankelijk van het aantal beurzen en het aantal bestuursleden dat hiervan een bijdrage moet krijgen.

Dit verhaal is na publicatie op 4 juni aangepast op 17 juni 2019 vanwege onduidelijke passages.

Advertentie