Theologen verzetten zich tegen afbouw

Studenten kunnen per 1 september 2014 waarschijnlijk geen theologie meer studeren in Utrecht. De hoogleraren Annette Merz en Bob Becking vrezen dat de bronnen van het christendom straks alleen nog bestudeerd kunnen worden aan kerkelijk gebonden instellingen. Volgens decaan Van den Akker gaat het tweetal te kort door de bocht.

De hoogleraren, die per mail laten weten "voorlopig alleen schriftelijk te willen reageren", stellen (pdf) "onaangenaam verrast" te zijn door de voornemens van het faculteitsbestuur. Zij beklagen zich over het feit dat hun financieel gezonde en goed bekendstaande studie moet wijken, terwijl de argumentatie daarvoor te vinden moet zijn in de nog vertrouwelijke facultaire toekomstvisie Ambitie en Krimp.

Annette Merz"Voor de maatschappij is het juist in deze tijd van onder andere toenemend religieus fundamentalisme van belang, dat een onbevooroordeelde wetenschappelijke bestudering van het verschijnsel religie – en dus ook van het christendom - mogelijk blijft", schrijft het tweetal. "Daarbij hoort een niet confessioneel gebonden bestudering van de bronnen, de geschiedenis en de wijsgerige reflectie van de religies in kwestie."

Merz en Becking noemen de nieuwe "puur op het heden gerichte" insteek van de faculteit met de Religiewetenschappen "wetenschappelijk niet toereikend". De universiteit zou zich daarmee bovendien niet onderscheiden van andere universiteiten.

Profilering
In een reactie (pdf) op de brief van de twee hoogleraren onderschrijft decaan Wiljan van den Akker het belang van de "onbevooroordeelde wetenschappelijke bestudering van het verschijnsel religie". Maar hij geeft daar een andere invulling aan. "Daarom zijn we nu juist voornemens om religiewetenschappen versneld uit te bouwen. Het christendom hoort daarbij, uiteraard zou ik zeggen."

Bob BeckingHoewel de decaan wijst op de gevolgen van de afnemende instroom van theologiestudenten voor de financiële gezondheid van het departement op de lange termijn, stelt hij dat het voornemen om theologie af te bouwen niet alleen op financiële gronden is gebaseerd. Ook meent Van den Akker dat de opleiding in Nederland straks niet is voorbehouden aan een confessionele universiteit. Met de keuze van de Protestantse Theologische Universiteit voor een masteropleiding in Groningen en niet in Utrecht is de alom gewenste profilering van de Nederlandse universiteiten volgens hem een belangrijke rol gaan spelen. "Wie theologie wil studeren aan een niet-confessionele universiteit, kan in Groningen terecht."

 'Onnodig'
De voorzitter van het departement Religiewetenschappen en Theologie prof. dr. Marcel Sarot vindt de sluiting van theologie “onnodig”. “Financieel hebben we de zaken goed op orde en inhoudelijk zit er gezien allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zeker muziek in, zoals de twee hoogleraren ook aangeven.”

De departementsvoorzitter heeft het faculteitsbestuur bij een eerste bespreking van de plannen eind vorige week echter niet kunnen overtuigen. Desondanks toont Sarot zich niet ontevreden met de uitkomst van de bijeenkomst. “Ik ben blij met de vooruitzichten die ons nu met Religiewetenschappen en ook Islam en Arabisch worden geboden, bovendien is er ook binnen Religiewetenschappen de mogelijkheid om aandacht te besteden aan theologische expertise. Maar ik geef toe: die ruimte wordt kleiner.”

Advertentie