Vertrekkend directeur: waarom de universiteit Studium Generale nodig heeft

Melanie Peters: "Universiteiten gaan er vaak vanuit dat ze aan de 'goede' neutrale kant zitten" (Foto: Rathenau Instituut)

Na acht jaar is het Melanie Peters-tijdperk aan de UU voorbij. Haar erfenis als directeur van Studium Generale: honderden symposia, lezingen en debatten. Samen met DUB blikt ze terug op drie kenmerkende bijeenkomsten.



Wat is wetenschap? Hoe werkt wetenschap? Wat mag je van wetenschap verwachten en wat niet? Het zijn vragen die aan bod komen tijdens de vele gratis toegankelijke lezingen en debatten die Studium Generale organiseert, meestal in het Academiegebouw.

Melanie Peters gaf de afgelopen acht jaar leiding aan die vrijplaats waar studenten en docenten, maar vooral ook geïnteresseerden van buiten de universiteit kennis kunnen maken met het werk van onderzoekers en daarover in discussie kunnen gaan. Volgende week verruilt ze de UU voor het Rathenau Instituut.

Volgens Peters kan een podium als Studium Generale de universiteit helpen kritisch te reflecteren op de eigen kwaliteiten en gebreken. Dat is hard nodig nu de wetenschap steeds moet verantwoorden wat zijn meerwaarde voor de maatschappij is. Bovendien komen door de debatten mogelijkheden voor meer samenwerking met overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in zicht.


1) Show don´t tell
 

Filosofe Susan Neiman: Word Volwassen
(Klik en kijk)

“Filosofe Susan Neiman sprak bij ons in het Academiegebouw, nadat eerder op de dag de nieuwe wetenschapsvisie van het kabinet gepresenteerd was. De sprekers bij die bijeenkomst in Rotterdam vertelden allemaal hoe belangrijk wetenschap is. Met als achterliggende gedachte: geef ons geld. Ik zat daar en dacht: elke keer dat het woord ‘wetenschap’ valt, kun je net zo goed ‘de kappersbranche’ of ‘de bouw’ noemen. Dit is toch geen aantrekkelijke boodschap?

“Mijn uitgangspunt is altijd geweest: show, don´t tell. En Susan Neiman liet ´s avonds precies zien hoe je wél moet aantonen dat wetenschap, in haar geval filosofie, een unieke bijdrage levert aan onze maatschappij. Aan de hand van oude denkers toont ze aan dat mensen tegenwoordig de jeugd te veel idealiseren en weigeren om oud te worden en verantwoordelijkheid te nemen. Ze vertelt kortom in welke tijd we leven en wat ons te doen staat.

“Universiteiten lijken het vaak niet zo nodig te vinden om zich te verantwoorden. Ze gaan ervan uit dat ze aan de ‘goede’ neutrale kant zitten. Maar wetenschap is niet neutraal. Je zult moeten uitleggen waarom je het één wel een probleem vindt en het ander niet en welke keuzes je in je onderzoek hebt gemaakt. En vooral ook wat de beperkingen van je bevindingen zijn.

 “Tijdens zo´n avond met Susan Neiman heb je dat gesprek echt te pakken, in een volle zaal. Het mooie van de setting van Studium Generale is dat we de tijd hebben. Het hoeft niet in oneliners en we hoeven het antwoord niet paraat te hebben. Zoiets lukt niet op tv.”



2) De link met de maatschappij
 

Healthy City: Forks over knives
(Meer informatie hier)

“De afgelopen jaren hebben we met Studium Generale enkele grote debatten gehouden over thema´s die van belang zijn voor de stad Utrecht, de laatste keer deden we dat naar aanleiding van enkele films. In die debatten konden we duidelijk maken dat onderzoekers een andere rol en een andere blik hebben dan lokale politici en bestuurders, maar dat ze elkaar heel goed kunnen aanvullen.

“Wetenschappers abstraheren en proberen de werkelijkheid te vangen in een model. Anderen brengen de complexiteit van de dagelijkse praktijk in. Neem een onderwerp als obesitas. De Utrechtse GG & GD werkt in de Utrechtse wijken aan veelbelovende campagnes om scholieren te helpen. Daar kan de kennis die we hier in Utrecht hebben over de psychologie van voeding en eten een bijdrage aan leveren.

“We weten dat dit soort bijeenkomsten kunnen leiden tot blijvende contacten tussen wetenschappers en politici en beleidsmakers en andere stakeholders. Universiteiten zeggen wel dat ze die relaties belangrijk vinden, maar ze worden niet daadwerkelijk geïnstitutionaliseerd en expliciet gemaakt. Vaak komen ze toevallig tot stand, dankzij inspanningen van individuele wetenschappers. De Utrechtse faculteit Bètawetenschappen heeft nu een maatschappelijke adviesraad. Dat is een goed begin, maar nog niet genoeg."



3) Verschillende blikvelden
 

De hersenonderzoeker van Arnon Grunberg- Zichtbaar in het brein?
(Klik en kijk)

“In onze lezingen en debatten willen we laten zien hoe onderzoekers uit verschillende vakgebieden tegen eenzelfde fenomeen aankijken. Een beetje zoals in dat bekende voorbeeld van die blinde mannen en de olifant. Wie alleen aan de poot voelt, denkt dat het een boom is. Wie de slurf grijpt, voelt misschien een slang, etcetera. Steeds wordt slechts een deel van het verhaal onderzocht.

“Die tegenstellingen en beperkingen komen bijvoorbeeld naar voren in onze lezingenreeksen over wetenschapsfilosofie. De laatste had als thema de vraag waar creativiteit vandaan komt. Zo was er een lezing van de Amsterdamse hersenonderzoeker Ysbrand van der Werf die samen met Arnon Grunberg onderzoekt of lezers dezelfde emoties ondervinden die de auteur had tijdens het schrijven. Dan kom je bij de vraag: wat is emotie? De voorlopige conclusie van de onderzoeker was dat dat meer is dan prikkels in de hersenen.

“Studenten van de interfacultaire cursus wetenschapsfilosofie moeten op basis van de lezingenreeks een essay schrijven. Voor hen zijn de grote verschillen tussen de disciplines vaak een eye opener. Zelfs wetenschappers hebben daar vaak moeite mee. Bij een lezing van socioloog en voormalig SCP-directeur Paul Schnabel beklaagde een filosoof zich over het feit dat deze alleen statistieken gebruikte om te bepalen hoe "gelukkig" de Nederlander is. Dat was volgens hem een veel te armoedige aanpak.

“Onderzoekers zullen daarom altijd – voor elk publiek - duidelijk moeten maken wat hun perspectief is en hoe ze iets hebben onderzocht. Nobelprijswinnaar Gerard ´t Hooft doet dat altijd heel goed. Die vertelt niet alleen over de maan als mogelijke toekomstige vestigingsplaats voor mensen, maar laat ook even zijn differentiaalvergelijkingen zien. Niet dat je die dan begrijpt, maar je snapt dan wel waarom hij zoiets durft te zeggen.”

De formule van Melanie Peters
 

Bijna 17.000 bezoekers namen vorig jaar de moeite om lezingen en debatten van Studium Generale te bezoeken. Ongeveer 40 procent was student. In totaal werden 170 sprekers uitgenodigd. Het online archief van lezingen en debatten van Studium Generale wist zo'n 134.000 unieke bezoekers te trekken. Hoe interesseer je een publiek voor soms moeilijke wetenschappelijke debatten in tijden van information overload

Liever niet praten over problemen:
“Als programmamakers nemen we bewust niet een probleem als uitgangspunt voor een debat. Een probleem is namelijk altijd de schuld van een ander. En vaak gaat het dan om de ander die net even niet aanwezig is bij een discussie. Bovendien past het niet meer in deze tijd om te praten over  ‘de teloorgang’ van dit of dat. Mensen willen graag een handelingsperspectief: wat is de uitdaging en wat kunnen ze zelf doen? We vragen de sprekers hun betoog op die manier te houden. Voor veel wetenschappers is dat best een lastige omslag, maar vaak zijn ze ons achteraf dankbaar dat we ze daartoe dwingen.”

De persoonlijke insteek:
“We proberen met de thema´s van onze lezingen aan te sluiten bij de persoonlijke belevingswereld van mensen. Mensen geloven niet meer zoals in de jaren zeventig in de maakbaarheid van de samenleving, maar nog wel in de maakbaarheid van het individu. Daar zit heel veel nieuwsgierigheid: wie ben ik en waar hoor ik bij?”

Veel meer online:
“De afgelopen jaren hebben we een enorm online archief opgebouwd van opnamen van lezingen en debatten. Daarnaast zorgen we er via blogs en social media voor dat mensen weten wat we doen. Als het CBS met nieuwe cijfers komt over vermogensongelijkheid dan twitteren we meteen een link naar een lezing van economisch historicus Bas van Bavel die dat fenomeen onderzoekt. Op die manier proberen we actueel te zijn en ook relevant voor een groep mensen die onze lezingen niet bezoekt.”

Meer studenten:
“Door samen te werken met onderwijsprogramma´s hebben we het bezoek van studenten aan onze programma´s sterk vergroot. Onze doelstelling is dat studenten in ieder geval een paar keer geweest zijn, zodat ze hier in hun latere leven profijt van kunnen hebben. We zien dat juist veel recent afgestudeerden ons weten te vinden. Daarnaast trekken we veel oudere bezoekers. Dat is natuurlijk niet zo gek: die hebben de tijd en beschikken vaak over een brede interesse en ervaring. Je zou ze kunnen zien, en nu praat ik Frits van Oostrom na, als cultuurdragers. Zij vertellen hun kinderen en kleinkinderen over wat ze hebben gelezen, gezien en gehoord.”

CV

Melanie Peters was sinds 2006 directeur Studium Generale aan de UU. Ook was zij als docent verbonden aan de opleiding Liberal Arts & Sciences.
Peters studeerde levensmiddelentechnologie en toxicologie in Wageningen en promoveerde in 1993 aan het Imperial College in Londen. Aan de Universiteit van Texas deed ze onderzoek naar het ontstaan van nierkanker. Na terugkomst uit de VS werkte ze als toxicoloog voor Shell.
In 1998 werd ze accountmanager diergeneesmiddelen en hormonen bij het ministerie van Landbouw. Twee jaar later ging ze aan de slag bij de consumentenbond om leiding te geven aan campagnes maatschappelijk verantwoord ondernemen en volksgezondheid.

Advertentie