Wat bindt de bèta's en geo’s?

Bij de videowall in het Koningsbergergebouw zit DUB op 21 november tijdens DUB on Tour Foto: DUB

Op woensdag 21 november stopt DUB on Tour in het Koningsbergergebouw in De Uithof. De redactie wil graag kennismaken met medewerkers en studenten van geo’s en bèta’s om van hen te horen wat zij van onze berichtgeving vinden en waarover DUB zou moeten publiceren. In het kader daarvan dook DUB in de geschiedenis van de twee faculteiten en komt tot de conclusie dat de huidige bestuursvorm eenvoudig samenwerken in de weg zit.

Gemeenschappelijk onderwijsgebouw
Wie de trap van het Koningsbergergebouw beklimt, maakt kennis met de enorme videowall. Hier staan nieuwtjes op van zowel de faculteit Bèta als van geowetenschappen. Geen wonder. Het in 2016 geopende gebouw is de thuisbasis van studenten van beide faculteiten. Er zijn studentenbalies, werkplekken, collegezalen en onderwijslaboratoria.

Ook de studieverenigingen van beide faculteiten delen sinds die tijd een gang in het aanpalende Buys Ballotgebouw. Dat je op elkaars lip zit, maakt contact wel makkelijk. De bestuursleden van de studieverenigingen lopen bij elkaar naar binnen organiseren soms samen een feest of een lezing. Zo was er afgelopen donderdag een feest, is er eind november een gezamenlijk sporttoernooi en vindt jaarlijks het Science Symposium Utrecht plaats, georganiseerd door de studievereniging UAV van Aardwetenschappen, A-Eskwadraat van Natuur- en Wiskunde, UBV van Biologie en Proton van Scheikunde.

Het gebouw is het centrum van de Noordwesthoek van De Uithof waar in de omliggende gebouwen de wetenschappers van beide faculteiten gehuisvest zijn. In dit pand geven ze onderwijs en komen ze elkaar sneller tegen. Dat je dicht bij elkaar zit, maakt het wel makkelijk contact te zoeken. Al moet er ook een inhoudelijke klik zijn.

Dat de faculteiten zo dicht op elkaar zitten, leidt ook tot intensieve bestuurlijke contacten. Elke twee maanden is er overleg tussen de decanen waarbij het onder meer gaat over afstemming van onderwijs en onderzoek Het overleg gaat ook over de samenwerking op het gebied van interdisciplinair onderwijs en onderzoek. Heel concreet wordt  er nu gewerkt aan een voordracht van een gezamenlijke hoogleraar.

Speeddate voor onderzoekers
De meest in het oog springende samenhang tussen bèta en geo zit in het strategische thema Duurzaamheid, meer precies Pathways to Sustainability. De faculteit Geo is als penvoerder het eerste aanspreekpunt en werkt samen met Bèta en de faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie, vooral binnen de hubs, de plek waar onderzoekers en organisaties uit de samenleving samenkomen. Binnen de faculteit is het onderwijs en onderzoek rond duurzaamheid verankerd in het Copernicus Institute for Sustainable Development.

In het verlengde van het thema duurzaamheid zijn er verschillende focusgebieden waar de samenwerking tussen de faculteiten vorm krijgt. In het focusgebied Complex systems bijvoorbeeld, waarbij vanuit interdisciplinair perspectief naar oplossingen van complexe systemen gekeken wordt. Onderzoeksthema’s zijn onder meer klimaatverandering en big data modellen. Naast een Complexity lab waar data geanalyseerd wordt, is er ook een groep jonge wetenschappers vanuit verschillende disciplines die onder de naam Young Complexity Researchers Utrecht workshops organiseren en feed back geven op elkaars onderwijs en onderzoek.

Een ander voorbeeld is de universitaire duurzaamheidshub Future Food Utrecht waarvan de bioloog Rens Voesenek de directeur is. “De voedselketen is niet bepaald duurzaam en binnen deze hub kijken we hoe we dat in de toekomst kunnen verbeteren”, legt hij uit. “Daarbij is het noodzakelijk dat je het probleem interdisciplinair bekijkt. ”In dit gebied wordt veel samengewerkt met Sociale Geografie. “Je kijkt niet alleen naar hoe het voedsel gezonder maken is, maar ook hoe je het bij de mensen krijgt en hoe je mensen beweegt voor gezonder voedsel te kiezen. En met name hoe je in stedelijk gebied de voedseldistributie aanpakt.”

Voesenek zegt dat onderling contact tussen wetenschappers belangrijk is. “Het is zeker handig als je elkaar bij de koffieautomaat tegenkomt, maar er zijn ook andere manier om met elkaar in contact te komen. “Wij hebben met Future Food een keer een speeddate georganiseerd waarbij wetenschappers in het kort vertelden waar ze mee bezig waren. Daarna kon je de onderzoekers die jij interessant vindt, gaan opzoeken.” Hij merkt ook dat je soms tijd nodig hebt om elkaars taal of manier van werken te begrijpen. “De sociale geografie is nauw verbonden aan de gamma-wetenschap en stelt andere vragen dan de bèta-wetenschappers. Dat is ook goed, want alleen met technische oplossingen kom je er niet. Maar het is ook wennen om op een andere manier naar de problemen te kijken.”

Duurzaamheid is niet het enige raakvlak tussen de faculteiten. Wiskunde is een vak dat bij zowel bèta als geo gegeven wordt. Ook hier werken de docenten samen. Zo maken de docenten gebruik van elkaars werk en is er een samen een zomercursus ontwikkeld voor studenten die deficiënties moeten inhalen om een studie te mogen volgen.

Bestuurlijke grenzen zijn logistiek lastig
Als er inhoudelijke raakvlakken zjjn, wat betekent dat dan voor de bestuurlijke samenwerking? Is het een obstakel dat het onderwijs en onderzoek per faculteit zijn georganiseerd?

Appy Sluijs is hoogleraar Paleoceanografie bij de groep Marine Palynologie en Paleocenagrafie die bij Geowetenschappen hoort. Maar voor 2012 hoorde dezelfde groep bij bèta. Samen met Paleo-ecologie en Natuurwetenschap & Samenleving maakten deze onderzoekers vanwege een ingrijpende reorganisatie bij de bèta’s de overstap. Sluijs: “Wij werken nog altijd heel veel samen met Biologie en het Institute for Marine and Atmospheric research Utrecht (IMAU), zowel op het gebied van onderzoek als onderwijs.”

Sluijs merkt wel dat de grenzen van de faculteit soms hinderlijk zijn. “De onderhandelingen voor een nieuw vijfjarig convenant heeft ontzetten veel tijd en moeite gekost.” Problemen liggen vooral op het gebied van onderwijs omdat er dan altijd overleg nodig is op facultair niveau om de financiën. Als docenten bèta een vak geven bij geo of omgekeerd, dan moet daar onderling voor betaald worden. “Dat zijn logistiek lastige kwesties”, weet Sluijs.

Zeker nu het onderzoek en onderwijs steeds meer op interdisciplinaire leest geschoeid wordt, vraagt dat om een andere aanpak. “Het is inderdaad niet altijd makkelijk”, zegt hoogleraar Bert van der Zwaan die een geschiedenis heeft als decaan van Geowetenschappen en voormalig rector van de universiteit is. “Maar tot nu toe is er nog geen goed alternatief gevonden om zaken binnen de universiteit te organiseren. Daar heb je een faculteit voor nodig.”

Oude discussies over fuseren
In het verleden is de discussie over een mogelijke samenvoeging van bèta en de bètakant van geo in alle hevigheid gevoerd. Die discussie speelde begin van deze eeuw. Wat nu geo is, bestond uit twee faculteiten: Aardwetenschappen en Ruimtelijke wetenschappen. Bèta kende zelfs vijf aparte faculteiten: Natuur en sterrenkunde, Wiskunde en informatica, Biologie, Scheikunde en Farmacie.

“In die periode is gesproken over een mogelijke fusie. Moesten de aardwetenschappers zich aansluiten bij natuurwetenschappen of samengaan met de faculteit ruimtelijke wetenschappen? Verschillende groepen binnen de Aardwetenschappen vochten via het Ublad een oorlog uit. Uiteindelijk is in 2003 gekozen voor één faculteit Geowetenschappen”, herinnert Pieter Hooimeijer zich. Hij was als hoogleraar sociale geografie de eerste decaan geowetenschappen, samen met vice-decaan Bert van der Zwaan die uit de faculteit Aardwetenschappen kwam.

Gericht op de toekomst
In hoeverre belemmert de bestuurlijke indeling onderlinge samenwerking? Hooimeijer denkt dat de wetenschappers vroeger meer aan hun discipline vasthielden dan de huidige generatie. De contacten met andere faculteiten gaan daarbij verder dan alleen geo en bèta. Bèta heeft het strategisch thema Life Sciences en werkt daarbij nauw samen met Geneeskunde en Diergeneeskunde. Zowel geo als bèta hebben ook meer contacten met Sociale wetenschappen, Rebo en Geesteswetenschappen.

Dat de studenten en docenten nu dicht bij elkaar zitten en elkaar in één onderwijsgebouw makkelijk ontmoeten, heeft de samenwerking wel in stroomversnelling gebracht. Het nieuwe onderwijsgebouw stimuleert vooral het contact tussen studenten.

Docenten Geo zitten nu in een apart gebouw en hebben daardoor minder contact met studenten. Maar wetenschappers zitten relatief dicht op elkaar en kunnen daarom makkelijk bij elkaar binnenlopen.. Er zijn meer formele en informele contacten. Die samenwerking betekent niet dat er behoefte is aan één faculteit, zo denken de docenten. Wel is er behoefte aan een flexibeler en creatiever manier om te zorgen dat de schotten tussen de faculteiten geen obstakels voor de samenwerking zijn. Maar dat probleem geldt binnen de hele universiteit en niet alleen voor faculteiten Geo en Bèta.

Advertentie