‘Wat een bittere armoe’

DUB schetste onlangs tien maatregelen die studenten sneller naar het einde van hun studie brengen en dus afstudeerboetes voorkomen. De reacties van site-bezoekers waren ronduit negatief, soms zelfs vijandig. Begrijpelijke emoties, maar terecht?

De suggesties in het artikel 10 x sneller naar de eindstreep zijn tekenend voor een hard en schraal academisch klimaat, zeggen veel DUB-bezoekers. In de comments wordt herhaaldelijk gewezen op de bureaucratische insteek van de geopperde maatregelen.

BSA uitbreiden en verzwaren? Tentamens na vier jaar laten vervallen? Puur procesmatig denken, zo wordt gefoeterd. De studietijd vergroten van studenten? Dat wordt opdrachten geven om het opdrachten geven; schools dus

“Wat een bittere armoede”, zeg Bla (gewoon je eigen naam gebruiken op DUB is klaarblijkelijk erg eng). “Kort samengevat staat er: we gaan de student hard straffen als hij niet opschiet! Als hij niet opschiet, dan zal hij het weten!”.

Student GW vult aan: “Deze maatregelen en de hele mentaliteit die ermee gemoeid is maken me heel verdrietig … als men het onderwijs en de maatschappij nog meer wil vertunnelen, vereconomiseren en beperken dan blijft er inderdaad weinig ruimte over voor persoonlijke ontwikkeling, menselijk contact, kwaliteit en vrijheid van kennis.” Man van weinig woorden voorziet “bureaucratie, heel veel meer bureaucratie”.

Daarbij menen veel site-bezoekers dat de lasten van de bezuinigingen en de afstudeerboete geheel bij de studenten worden neergelegd. Arie klaagt: “Voor studenten moet blijkbaar gelden dat wie de deadline niet haalt gestraft moet worden, maar zodra men voorstelt ook docenten die tentamens niet nakijken te straffen, dan gelden opeens andere normen. Want ach docenten zijn zo druk.”

Jaro ziet dat zijn scriptiebegeleider weinig onderneemt om hem op het rechte spoor te houden bij zijn scriptie. “Werkelijk waar: het maakt ze geen flikker uit. Dat zorgt pas voor langstudeerders: het gaat nu om nummers, niet om mensen.”

Mathijs Jansen kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de -in zijn ogen- armzalige voorstellen in het artikel “uit de krochten van de universiteit” zijn gekomen. “Met deze laffe suggesties laat men zich voor het karretje van de overheid spannen.”

Maar het belangrijkste bezwaar dat uit de reacties naar voren komt, is dat de maatregelen een averechts effect hebben. Een aantal comments verwijzen naar de harde knip die de doorstroom naar de master soms verhindert. De nieuwe voorstellen zouden eenzelfde blokkerend effect hebben. D.Tompot stelt: “Meer dan een kleine tegenslag is er niet nodig om studenten in de positie van langstudeerder te brengen.”

Toka heeft kritiek op het voorstel om tentamens na vier jaar te laten vervallen, zoals dat bij de Leidse rechtenfaculteit gebeurt: “Wat een rare hersenkronkel moet iemand bezitten om te denken dat dat een student sneller laat studeren. Een jaar extra vanwege één gemist vak en al je eerder behaalde progress brokkelt achter je af.”

Fred vraagt zich af wie zit te wachten op studenten die onder druk van de genoemde maatregelen snel weten af te studeren: “Zij hebben nooit geleerd initiatief te ontplooien, hebben geen sociaal leven en bovenal hebben ze nooit de tijd gekregen om kritisch te zijn.”


     DUB vroeg vier betrokkenen bij de onderwijsdiscussie op deze reacties te reageren:

Studentlid van de universiteitsraad Tjolina Proost (fractie-VUUR) begrijpt de emoties bij de studenten. “Maar ik denk dat je hier vooral de frustratie over het kabinetsbeleid in hoort doorklinken en misschien ook de onvrede over het nieuws dat de universiteiten en de VSNU een eigen weg kiezen in het verzet tegen de bezuinigingen."
Hoewel sommige van de geopperde maatregelen ook Proost te ver gaan, ontkomt de universiteit er volgens haar niet aan om het langstuderen tegen te gaan. Ook in het belang van de studenten zelf. “Het aantal studenten neemt nog steeds toe. De financiering niet. Als we echt de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs willen waarborgen, dan moet de universiteit in actie komen. De maatregelen uit het artikel zijn ook niet bedoeld om studenten te pesten, maar om ze gewoon nominaal te laten studeren."
'Misschien wordt het studeren minder vrijblijvend, maar misschien waren studenten ook wel wat verwend", vervolgt Proost. "Bovendien wordt een maatregel als een strenger BSA onder specifieke voorwaarden ingevoerd: dan moet er bijvoorbeeld ook betere begeleiding komen. Tenslotte zijn er compensatieregelingen voor de studenten die door persoonlijke omstandigheden de boot missen.”

Directeur Onderzoek & Onderwijs van de UU Leon van de Zande erkent dat de langstudeerdersmaatregel van het kabinet ongelukkig is, maar vindt net als Proost dat er niets mis mee is om van studenten te verwachten dat ze binnen vier jaar een driejarige opleiding afronden. Hij wijst er bovendien op dat langstudeerders de universiteit geld kosten en dus nominaal studerende studenten benadelen.
De maatregelen die in het artikel worden genoemd zijn volgens de directeur O & O zeker niet allemaal strafmaatregelen. “Ze kunnen worden gezien als een stok achter de deur om studenten te helpen gestructureerd te studeren en zo studievertraging en boetes te voorkomen.”
In dat opzicht is hij teleurgesteld over de gevoerde discussie. “Ik lees vooral bezwaren, maar goede alternatieven worden nauwelijks gegeven. Dat vind ik nogal gemakkelijk. Ook zijn er een aantal gevallen van de klok en klepel. Een student noemt de harde knip verwerpelijk, maar in de masterfase gaat de teller weer op nul, dus de harde knip is helemaal niet van invloed op het langstuderen.”
De slotopmerking van Fred noemt Van de Zande “treurig”. “Alsof je geen sociaal leven kunt hebben als je minder dan vier jaar over een driejarige opleiding doet.”

Ook Merlin Majoor, studentlid van de universitaire Onderwijs Adviescommissie, benadrukt dat studenten zich heel goed kunnen ontplooien zonder studievertraging op te lopen. “Ook aan prestigieuze universiteiten als Oxford en Cambridge studeren studenten nominaal en doen ze veel naast hun studie.”
Volgens Majoor is het logisch dat de universiteit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. “En dan komen nu studenten op hoge poten verhaal halen. Door bovendien het handhaven van gestelde deadlines af te doen als bestraffen van studenten maken ze zich volkomen ongeloofwaardig. Waarom zou de regel afspraak is afspraak niet op de student van toepassing zijn.”
Als deze studenten werkelijk bij willen dragen aan de gezondheid van het hoger onderwijs, moeten zij ophouden met het maken van verwijten en zelf een constructieve bijdrage leveren, meent Majoor.

Jelmer de Ronde, voorzitter van USF-Studentenbelangen toont meer compassie met de studenten die bozig reageerden op het DUB-artikel. “Je hoort toch vaak van studenten dat ze weinig contact met docenten hebben. Ik kan me voorstellen dat die studenten sommige maatregelen uit het artikel als bureaucratisch beschouwen; nooit iemand van je opleiding spreken en dan opeens worden afgerekend op een rekensommetje met je cijfers."
De USF-voorzitter stelt: "Het lijkt erop dat de universiteit nu een beetje doorslaat in die richting. Er wordt vooral gekeken naar middelen die een externe motivatie bieden: een wortel als je het goed doet, een stokslag als het minder gaat. Dat lijkt mij ook een valkuil voor de universiteit.”
De Ronde zegt er begrip voor te hebben dat universiteiten het langstuderen graag tegengaan, maar hij denkt dat persoonlijke aandacht voor de student en uitdagend onderwijs hier een grotere bijdrage aan kunnen leveren. “Gelukkig worden er in het artikel ook maatregelen genoemd die daarbij passen: docenten die verdiepende opdrachten geven, bijvoorbeeld. Als de universiteit erin slaagt om dat te bieden, dan zullen de meeste studenten er ook niets op tegen hebben dat ze aan bepaalde eisen moeten voldoen.”

XB

Advertentie