Een master op de arbeidsmarkt

logoHet hebben van een mastertitel helpt je op de arbeidsmarkt. Zo veel is duidelijk. Maar soms maak je meer kans als je twee mastertitels hebt of een portie levenservaring: bedrijven zoeken starters met ‘een behoorlijke mate van volwassenheid’.

Het kiezen van een master is geen sinecure. Je hele werkzame toekomst kan daarvan afhangen. Maar hoe kies je? Kijk je naar je kansen op de arbeidsmarkt of volg je je enthousiasme? Samen met 17 andere hogeschool- en universiteitsbladen heeft DUB een masterspecial gemaakt. Wij publiceren vier dagen lang elke dag een ander verhaal en verzamelen die in de rechterbalk onder de kop Masterspecial. Op die manier hoef je niets te missen! Vandaag de eerste aflevering. Lees je de verhalen liever vanaf papier? Je kunt alles gemakkelijk uitprinten. 

“Ik was nog niet klaar met studeren.” En dus deed Eefke ter Sluis (24) na haar master Accountancy aan de Universiteit van Tilburg nog een master Finance aan dezelfde universiteit. Deze zomer rondde ze die tweede master af. Het heeft haar goed gedaan: Ter Sluis kon direct beginnen bij het prestigieuze bureau PricewaterhouseCoopers.

Esmee Meijs (23) rondde deze zomer haar hbo-bachelor Journalistiek af. “Het liefst wil ik meteen aan de slag als journalist. Maar tot nu toe is het niet gelukt een vaste baan te vinden. En als dat zo blijft, ga ik volgend jaar verder studeren. Je wilt toch je hersens aan de gang houden. Ik ben me gaan oriënteren op een vervolgmaster. Ik wil me dan meer inhoudelijk verdiepen. Bijvoorbeeld Politicologie of Geschiedenis & Maatschappij in Rotterdam. Het is een behoorlijke investering, maar ik hoop zo wel mijn kans op de arbeidsmarkt te vergroten.”

Het lijkt inderdaad een mooie manier om je positie op de arbeidsmarkt te verbeteren: een extra jaar studeren. Of het nu gaat om een tweede universitaire master of een master na je hbo-bachelor. Het is wel een kostbare aangelegenheid. Behalve dat je studiefinanciering op is, ben je door nieuwe wetgeving voor je tweede studie een fiks hoger bedrag aan collegegeld kwijt. Maar als die investering je helpt aan een veel betere baan, kan het in deze tijden van economische crisis toch verleidelijk zijn om je studietijd op te rekken.

 

Aan de bak

aan de bakOverigens zijn de cijfers van afgestudeerden op de arbeidsmarkt niet extreem slecht. Studenten uit het hoger onderwijs die een jaar voor de crisis zijn afgestudeerd, kwamen nog redelijk snel aan de bak. Dat blijkt uit het schoolverlatersonderzoek van het Maastrichtse onderzoeksinstituut ROA, mede gebaseerd op de WO-monitor 2009 van universiteitenvereniging VSNU. Binnen een jaar na het behalen een universitaire master heeft 96 procent van de afgestudeerden een baan. Niet al die banen zijn overigens ‘op niveau’ en in het ‘vakgebied’. Van de studenten met een academische achtergrond werkt 40 procent onder zijn niveau (meestal hbo-niveau); 45 procent heeft een baan in een ander vakgebied.

Bij hbo-afgestudeerden zijn de cijfers vergelijkbaar: 83 procent van degenen die de arbeidsmarkt opgaan, vindt een baan van wie 80 procent in het eigen vakgebied. Ruim twintig procent gaat een vervolgmaster doen, aan de universiteit of aan een hbo-instelling. Hbo-bachelors moeten eerst een premaster halen voor ze toegelaten worden op een universitaire masteropleiding. Dat kost hen dus een jaar extra.

 

Tevreden werkgevers

wergeversGezien de grote investeringen in tijd en geld die de extra studie kost, is het belangrijk om te weten of het de kansen op werk daadwerkelijk vergroot. Maar helaas. Hoewel er jaarlijks vele arbeidsmarktonderzoeken worden gedaan, dit is nog niet onderzocht.

Uit het rapport De masterjaren tellen van de Onderwijsinspectie (uit 2007) weten we wel dat werkgevers tevreden zijn over de kennis en vaardigheden van starters die een master hebben gevolgd. Veelal krijgen de starters intern een extra opleiding om de bedrijfscultuur beter te leren kennen.

Ook het grootste deel van de studenten zelf (60 procent) vindt de opleiding voldoende basis bieden om de arbeidsmarkt op te gaan. Daar staat 20 procent tegenover die het als zwaar onvoldoende beoordeelt. Opvallend daarbij is dat 64 procent van studenten de masteropleiding niet veeleisend vindt. Zo’n 40 procent noemt het zelfs veel te makkelijk.

 

Jaartje volwassen worden

Dat gaat dus over de ‘gewone’ master. Extra studietijd – in de vorm van een tweede master, of één na een hbo-bachelor – is dus niet per se noodzakelijk volgens de werkgevers. Maar het kan je wel een stuk sterker maken in de strijd om de banen. In hetzelfde onderzoek klagen werkgevers namelijk dat afgestudeerden erg jong zijn en ze zouden teveel een we-zien-wel houding hebben. Bedrijven zoeken starters die ‘een behoorlijke mate van volwassenheid hebben’. Die functioneren beter op de arbeidsplek en weten zelf beter wat ze willen. Een extra jaartje (of twee) volwassen worden kan dus gaan kwaad.

Dat was ook de reden dat Marieke Bergsma (27) koos voor een extra studie. “Ik was 21 toen ik klaar was met mijn hbo-opleiding Communicatie in Leeuwarden. Ik was nog niet toe aan een ‘serieuze’ baan.” Bergsma werkte een jaar als assistent in een winkel en vertrok vervolgens voor een aantal maanden naar het Zuid-Amerikaanse Equador. Daar besloot ze dat ze verder wilde studeren. Het werd de master Sociologie van Kunst & Cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Ik heb van jongs af aan al een passie voor kunst en cultuur. Communicatiewetenschap was eigenlijk niet mijn ding, ik had de studie gekozen, omdat hij vrij breed was en er veel kunst en cultuur in zit.”

 

Inhoudelijke specialisatie

Bacheloropleidingen krijgen steeds meer een bredere en algemenere opzet. Een (extra) masteropleiding zorgt voor een (extra) inhoudelijke specialisatie. Werkgevers willen volgens het onderzoek van de Onderwijsinspectie een stevige, vakgerichte opleiding die voldoende ruimte biedt voor inhoudelijke specialisatie en zo het analytisch vermogen van de studenten ontwikkelt. “Belangrijk is dat je door een masterkeuze kunt aangeven waar je inhoudelijke interesse naar uitgaat”, zegt Kim Teeselink van het werving- en selectiebureau Ebbinge & Company. “Bedrijven kijken naar het cijferniveau. Je hebt gekozen voor verdieping en men verwacht daar dan ook resultaat te zien.” Een master na de hbo-bachelor, tweede master of een speciale tweejarige master zijn volgens haar alleen belangrijk als ze inhoudelijk wat toevoegen.

Het valt Bergsma ‘wel wat tegen wat je op de arbeidsmarkt aan zo’n mastertitel hebt’. Ze werkt sinds haar afstuderen noodgedwongen onder haar niveau en in een andere sector. “Ik hoop dat ik snel een baan vind waar ik me helemaal in kan vinden.”

Nevenactiviteiten

nevenactiviteitenBedrijven kijken niet alleen naar je opleiding, maar ook naar wat je naast je studie hebt gedaan. Een stage bijvoorbeeld, werkervaring, reizen naar het buitenland en nevenactiviteiten bij een vereniging. Dat stimuleert de sociale en organisatorische vaardigheden. “Voor bedrijven is deze ervaring minstens zo belangrijk als goed studeren”, constateert Teeselink. Helaas staan al die ‘extra’s’ door de huidige bama-structuur en het strengere regime om tijdig af te studeren onder druk.

De ontwikkeling van vaardigheden komt ook binnen de opleidingen in het gedrang, signaleren de werkgevers. Bedrijven zien met lede ogen aan dat universiteiten en hogescholen een steeds schoolser karakter krijgen met bijvoorbeeld aanwezigheidsplicht en huiswerkcontrole. Volgens de werkgevers heeft dit op den duur een averechts effect als het gaat om het stimuleren van competenties als zelfstandig werken. Het zijn juist dit soort vaardigheden waar werkgevers naar zoeken in nieuw personeel.

Met nevenactiviteiten zit het op de cv van Emiel van Dongen (26) wel goed. Toch koos ook hij ervoor om na zijn universitaire master Rechten nog een tweede master te volgen: Journalistiek in Amsterdam. “Tijdens mijn studie Rechten werd me geleidelijk duidelijk dat ik liever journalist wil worden dan jurist. Met deze master hoop ik een baan te vinden die beter bij mij past. Wie weet helpt het dat ik ook al een meestertitel heb.” De kans dat het nieuwe Haagse beleid de doorstudeerders afschrikt is wel groot. Van Dongen twijfelt er aan of hij dezelfde keuze had gemaakt wanneer de tweede master hem erg veel meer had gekost. “Dan had ik die beker waarschijnlijk aan mij voorbij laten gaan.”

Ries Agterberg

                          

 

Nieuwe wet, hogere kosten

Heb jij al een bachelor en een master afgerond, en wil je doorstuderen? Dat kan, maar hou er rekening mee dat vanaf september 2010 je dan heel wat dieper in de buidel moet tasten dan voorheen. De overheid betaalt voortaan nog maar één bachelor- en één masterstudie per student. Voor die studie draag jij als student het wettelijke (normale) collegegeld bij. Voor een tweede studie moet voortaan dus de kostprijs worden betaald. Dat kan oplopen tot 19.000 euro collegegeld. De studentenvakbonden zijn hier tegen, maar hun verzet is gestrand. Wat ze wel hebben bereikt, is dat studenten die tijdens hun eerste master aan een tweede studie beginnen dat nog tegen het wettelijke collegegeld mogen doen.

 

 

Advertentie