Gezocht: 3 zigeunerachtige types #vuurwapengevaarlijk

De Drenthse districtschef Gerda Dijksman vloog al twitterend uit de bocht. Het gebruik van nieuwe media heeft voor politieagenten klaarblijkelijk zo zijn risico’s. Toch kunnen twitter, facebook en youtube ook helpen bij het oplossen van misdaden of het tegengaan van criminaliteit. Maar: wat mag? wat kan? en wat werkt? De Utrechtse bestuurskundige Albert Meijer leidt het komende jaar een onderzoek naar ‘Politie en Sociale Media’.

Volgens Meijer hebben veel korpsen grote verwachtingen van de mogelijkheden die sociale media bieden. Hij wijst op het nieuwe fenomeen van de twitterende wijkagent, maar ook op het plaatsen van filmpjes van overvallen op youtube. Daarnaast zijn er tegenwoordig sites als www.depolitiezoekt.nl of www.overvallersgezocht.nl. “Veel misdadigers worden opgepakt doordat burgers contact opnemen met de politie. Die sociale media maken het gemakkelijker om mogelijke tipgevers te benaderen. Bovendien kunnen ze het werk van de politie grotere bekendheid geven en daarmee het vertrouwen in de politie vergroten.”

In wetenschappelijke termen wordt dit samenspel tussen politie en burger vaak aangeduid als ‘cocreatie’. Volgens Meijer bestaat er echter geen hard bewijs dat het gebruik van nieuwe media tot dat gewenste effect leidt. Alleen van Burgernet, het lokale broertje van het landelijke Amber Alert, is na onderzoek de positieve werking vastgesteld. De politie vraagt met Burgernet mensen die zich in de buurt bevonden toen een misdaad plaatsvond om meer informatie. “Wij willen nu ook een aantal van die andere initiatieven onder de loep nemen en kijken welke daarvan doen wat ervan gehoopt wordt en welke niet.”

Perverse gevolgen

Vanuit het onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap heeft Meijer een subsidie van 85.000 gekregen om samen met zijn collega, promovendus Stephan Grimmelikhuijsen, en twee Rotterdamse collega’s een jaar lang onderzoek te doen. Praktisch obstakel bij het onderzoek is volgens de bestuurskundige de grote dynamiek op het terrein van de nieuwe media. “We kunnen een jaar twitter bestuderen om er vervolgens achter te komen dat iets anders veel populairder is geworden.”

Het onderzoek beoogt niet alleen twitter en youtube te evalueren, maar ook een methode te ontwikkelen die in de toekomst kan worden gebruikt om nieuwe sociale media te toetsen. De opzet van het onderzoek voorziet nu daarom in een historisch onderzoek naar parallellen en verschillen tussen de nieuwe media en massamedia als radio en tv. Vervolgens vindt een vergelijkend onderzoek plaats naar de media die op dit moment al worden gebruikt, de manier waarop en de effectiviteit daarvan.

Daarnaast komen er natuurlijk ook een aantal ethische kwesties op tafel. Zo bestaat de neiging om op internet steeds meer persoonsgegevens van verdachten vrij te geven en kunnen er perverse gevolgen optreden wanneer deze onder aandacht van een groot publiek worden gebracht. Helemaal als dat op een sensatie-zuchtige wijze gebeurt. Meijer: “Laatst las ik een sms waarin gevraagd werd om informatie over ‘drie zigeunerachtige types’. Als op straat een agent je zoiets vraagt, vind je dat waarschijnlijk niet vreemd, maar het voelt toch anders als dat zo digitaal verspreid wordt.”

Dronken feestje

Een andere belangrijk aspect is de mate van vrijheid die individuele politieagenten krijgen of nemen op internet. De Twitter-uitspattingen van @GroteDame Dijksman maken duidelijk dat er klaarblijkelijk een grens is aan wat maatschappelijk acceptabel is. De districtschef noemde de PVV in tweets een fascistische partij en becommentarieerde de dood van een stel in een Meppelse flat met ‘vast huiselijk geweld’, terwijl later bleek dat het om koolmonoxidevergiftiging ging.

Volgens Meijer hanteren de meeste korpsen geen andere richtlijnen dan de normale regels voor ambtenaren met betrekking tot sociale media. Een werknemer mag alles, behalve zijn werkgever schade toebrengen. “De meeste initiatieven voor het gebruik van sociale media komen van onder in de organisatie, van de werkvloer. Langzaam komen de pioniers erachter welke ruimte ze hebben.”

Of aanvullende eisen aan het gebruik van sociale media voor politieagenten wenselijk zijn, noemt Meijer een ingewikkelde kwestie. “Als sociale media zoals twitter cruciaal worden voor het persoonlijk contact tussen mensen, mag je dan voor agenten de mogelijkheden die het medium biedt beperken? Mag een agent geen foto’s van een dronken feestje uploaden terwijl dat voor anderen helemaal normaal is. Nu loopt een agent nog de kans door GeenStijl aan de schandpaal te worden genageld, maar voor komende generaties is dat wellicht helemaal geen issue meer.”

Meijer wil aan het einde van zijn onderzoek zijn bevindingen en zijn analyses bespreken in een kleinschalig publiek debat met vertegenwoordigers uit de politiepraktijk. “Met die groep van 15 tot 20 mensen willen we onderzoeken welke aspecten van ons onderzoek nu direct relevant kunnen zijn. Dat moet geen politieke bijeenkomst worden van hooggeplaatsten, daar komt misschien ook die twitterende buurtagent aan bod. Uiteindelijk moeten deze bijeenkomsten leiden tot een onderbouwing van de keuzemogelijkheden voor gebruik van sociale media door de politie: wat mag, wat kan en wat werkt.”  XB

In opdracht van Politie Amsterdam Amstelland werd de volgende presentatie gemaakt over het dilemma wat politieagenten mogen twitteren en wat niet. 

Advertentie