Hectische dag op ‘de klantenservice van de UIT’

Eerstejaars die alsnog een UIT-polsbandje willen veroveren, mensen die klagen dat de UIT-lopers de straten blokkeren. Op de centrale post kan iedereen terecht voor vragen en problemen. DUB liep een middagje mee.

Het is iets na één uur en het is druk op de centrale post. De opening van de UIT op het terrein van University College is begonnen en alle UIT-lopers die te laat zijn, worden naar de centrale post gestuurd.

De post is ingericht in een muziekschool aan het Domplein. Een paar aan elkaar geschoven tafels vormen de ‘balie’. Op een bank in de hoek zit een EHBO’er verveeld op een laptop spelletjes te spelen en te luisteren naar Hollandse hitjes. Aan de balie is een jongen in een discussie verwikkeld over zijn deelname aan de UIT. Hij had zich op tijd ingeschreven maar geen geld overgemaakt zodat hij automatisch uit het systeem gehaald is. Inmiddels zit de UIT vol en kan hij zich niet meer inschrijven. Op emotionele toon probeert de jongen toch nog zo’n felbegeerd toegangsbandje te bemachtigen: “Maar wat maakt het allemaal uit? Ik kan toch gewoon met een groepje mee lopen?” Maar UIT-trainer Anne moet hem teleurstellen. Kort daarop loopt hij met waterige ogen weer naar buiten.

Mentor van de dag
Even later vertelt Anne dat dit de vervelendste momenten zijn tijdens het werk op de centrale post: “We krijgen elk jaar mensen die komen vragen of ze zich toch nog kunnen inschrijven, maar de UIT zit jaar op jaar al dagen van te voren rammend vol. We hebben een vergunning voor 3.500 studenten, dus de rest moeten we helaas wegsturen.”

Als trainer is Anne vandaag verantwoordelijk voor de centrale post. Zij stuurt drie UIT-coaches aan die de post bemannen. ‘We zijn eigenlijk de klantenservice van de UIT. We helpen hier late UIT-lopers die nog een mentor zoeken. Je kunt ons bellen voor vragen en bijvoorbeeld voor het opgeven van de mentor van de dag. Ook hebben we een bagagedepot waar de deelnemers hun spullen kunnen bewaren.’

Bandje kwijt
Tijdens het interview wordt Anne telkens weggeroepen of gebeld omdat haar hulp nodig is. Heb je dan eigenlijk nog wel tijd om af en toe even pauze te houden? Anne: “Dit is eigenlijk het eerste moment vandaag dat ik even kan zitten.” Als het de hele dag zo hectisch is, is het dan geen vervelend werk? “Ik vind dit genieten. Je ziet heel veel mensen voorbij komen en je kan ze met kleine dingen heel blij maken. En ik vind al dat geregel wel leuk.”

Het is inmiddels twee uur. Door problemen op de logistieke post is de lunch op de centrale post nog niet geleverd. Coach Bob besluit zelf maar wat tosti’s voor het team klaar te maken. Ondertussen blijven er mensen binnen stromen. UIT-lopers die de opening misten krijgen een polsbandje en worden gekoppeld aan een mentor. Koffers en tassen worden ingeleverd en opgehaald. Er komen UIT-lopers wiens polsbandje te strak zit of juist te los. Een enkeling is haar bandje kwijt geraakt. Coaches Tabhita en Rikjan staan ze, in alle rust, één voor één te woord.

VIP
Twee mannen komen hun VIP-bandje ophalen, maar de speciale bandjes zijn kwijt. Ze wachten terwijl één van de coaches op zoek gaat. De mannen vertellen dat ze via-via op de gastenlijst terecht zijn gekomen.

Ze zijn eigenlijk geen student meer maar vinden het nog steeds ‘heel leuk om mee te maken en te zien hoe heel de stad door nieuwe studenten wordt overgenomen.’

Verkeerschaos
Daar is niet iedereen blij mee, blijkt even later als er een slonzige man de muziekschool in komt lopen. Hij is duidelijk geen UIT-loper of mentor en vraagt wie er ‘verantwoordelijk is voor het verkeer’. Coach Tabitha vraagt hem of hij soms een klacht heeft en de man brand los over alle misstanden die hij vandaag al tegen is gekomen: “Vanochtend liep ik op de hoek van de Oudegracht en de Lange Viestraat en toen stonden al die mensen gewoon op stráát.” Om zijn woede kracht bij te zetten doet hij zijn armen over elkaar. Trainer Anne besluit om de man even apart te nemen.

Na een kort gesprek vertrekt de man weer. Anne vertelt: “Ik heb gezegd dat ik zijn klacht door zal geven. Maar hij verwacht dat we nu iedereen gaan vertellen dat ze op de stoep moeten gaan lopen. Ik kan daar nu natuurlijk niet zo veel mee doen. Het is wel vervelend voor hem, maar ik verwacht dat hij zich nog drie dagen kapot gaat ergeren.”  

Advertentie