Inbrekers Pnyx wisten waar ze moesten zijn

De universiteit wil  deze week gezamenlijk aangifte doen van de inbraak in het pand Pnyx, waar zo’n 30 studentenorganisaties gehuisvest zijn. Een week na de inbraak zijn de deuren weer gerepareerd, maar is de precieze toedracht nog onduidelijk.

Het was schrikken voor de studenten in het pand Pnyx op maandagochtend 29 augustus. Er lag glas, heel veel deuren waren uit de voegen getrapt. En hoewel de meeste verenigingskamers normaal gesproken niet het toonbeeld zijn van een opgeruimde kamer, lag nu alles zo door en over elkaar dat het niet gewoon was. Inbrekers. De politie werd gebeld en de studenten mochten enige tijd niet naar binnen. De politie deed sporenonderzoek.

Later op de dag kon de balans opgemaakt worden. Een aantal laptops was verdwenen, een mooie camera en bij een aantal verenigingen hadden de inbrekers de kluis opengebroken en contant geld meegenomen. Vooral één vereniging was zwaar getroffen. Ze hadden veel geld  in de kas liggen.

Sporenonderzoek

Hoe kon het gebeuren? Na eerdere overvallen zijn er veiligheidsmaatregelen genomen. De voordeur is alleen toegankelijk met een pasje. Bezoekers moeten bellen en mogen alleen binnen als het bekenden zijn. De beveiligers van de binnenstad nemen het gebouw in hun ronde mee, er is een videocamera bij de ingang en sensoren op de verdiepingen. Er zijn beveiligingsstrips bij de deuren aangebracht. En toch kwamen ze binnen.

De politie vertelde over de uitkomst van het sporenonderzoek. Zo bleek dat de inbrekers de brandtrap naar de derde verdieping genomen hadden en daar een ruit hadden ingeslagen. Ze zijn snel en systematisch te werk gegaan. Niet in alle gangen, maar gericht op plekken waar ze veel materiaal verwachtte. “Het zouden wel eens mensen kunnen zijn die het gebouw kennen en wisten waar ze moesten zijn”, vermoedt de politie.

Beveiliging

Maar hoe kan het dat de beveiliging niets heeft opgemerkt en het alarm niet is afgegaan? Onderzoek van het Pnyx-beheerteam heeft uitgewezen dat de beveiliging op zondagavond 18.00 uur een ronde heeft gemaakt. Toen is niets opgevallen. “Het is onwaarschijnlijk dat er toen al ingebroken was. Er lag gebroken glas en die deuren waren eruit. Dat had die beveiliging gezien,” aldus Arjen van Vliet die het beheer coördineert. Een mogelijkheid is dus dat de inbrekers hebben toegeslagen op de vroege maandagochtend. Om 8 uur ’s ochtends gaat het alarm eraf. Op dat tijdstip zouden de inbrekers hun gang kunnen gaan zonder dat het alarm is afgegaan. Voorlopig zijn het slechts theorieën. Maar het zou wel het en ander verklaren.

Schade verhalen

Een ander punt is hoe de schade te verhalen is. Mag je als vereniging een inboedelverzekering afsluiten wanneer je slechts een kamer huurt in een pand van de universiteit? Studentenorganisatie Vidius, die de belangen van de 30 organisaties behartigt, is niet mogelijk. Maar bij een rondgang door het pand, blijkt studentenorganisatie Sib wel degelijk over zijn verzekering te beschikken. “We moeten dit nog precies uitzoeken”, meldt Arjen van Vliet.

De universiteit heeft direct het initiatief genomen om de schade aan het pand te herstellen. Zo waren er al gelijk dezelfde week al bouwlieden aan het werk om nieuwe deuren aan te brengen en kapotte ramen te herstellen. “Ook moeten de afspraken over de beveiliging  herbevestigd worden”, zegt Van Vliet. “Er zitten 30 verenigingen en we moeten gezamenlijk toezien dat er niet mensen zomaar binnengelaten worden.”  

Advertentie