Nobelprijs voor werking immuunsysteem

De Nobelprijs voor de geneeskunde gaat dit jaar naar drie wetenschappers die de werking van het immuunsysteem hebben bestudeerd. Dat heeft het comité maandag in Oslo bekendgemaakt.

Als ziekteverwekkers het lichaam willen binnendringen, stuiten ze op een barrière. Wittebloedlichaampjes en andere weerstandscellen proberen bacteriën en virussen zo snel mogelijk onschadelijk te maken. Voor hun onderzoek naar de werking van deze ‘aangeboren’ weerstandsmechanismen krijgen de Amerikaan Bruce Beutler en de Fransman Jules Hoffmann de ene helft van de Nobelprijs. Zij deden hun baanbrekende werk in de jaren negentig.

Maar er is ook een ‘adaptief’ immuunsysteem. Wie eenmaal de mazelen heeft gehad, krijgt die geen tweede keer, omdat het lichaam de ziekteverwekker heeft leren kennen en daarna weet hoe het erop moet reageren. In dit ‘verworven’ immuunsysteem spelen ‘dendritische cellen’ een grote rol als aanjagers van de weerstand. Ze bevinden zich in de neus en longen, maar ook in de huid en maag. Deze cellen ontdekte de Canadees Ralph Steinman al in 1973. Daarvoor krijgt hij de andere helft van de Nobelprijs.

In het verleden wonnen drie Nederlanders de Nobelprijs voor de geneeskunde, waaronder Willem Einthoven (uitvinder van het elektrocardiogram), Christiaan Eijkman (die met een Britse wetenschapper het belang van vitamine B1 ontdekte) en Nicolaas Tinbergen (die samen met twee anderen de prijs kreeg voor de biologische achtergronden van gedrag bij dieren).

Advertentie