'Sluit geen partij uit, ook de PVV niet'

Debat legitimiteit Wilders en de PVV
Debat legitimiteit Wilders en de PVV

Een debat over de vraag 'Hoe legitiem zijn Wilders en de PVV?' De aankondiging klonk veelbelovend genoeg. Maar in de raadzaal van het voormalige Provinciehuis Achter Sint Pieter bleef het dinsdag 22 februari bij een beleefde uitwisseling van standpunten tussen twee bevriende hoogleraren. Een echt debat wilde het geen moment worden.

“Vorig jaar stelde Geert Wilders voor om criminele jonge Marokkanen samen met hun ouders het land uit te zetten. Dat is niet alleen in strijd met het internationale recht, maar ook met artikel 1 van de grondwet. Naar mijn mening hoort een partij die de uitgangspunten van onze grondwet niet onderschrijft, niet thuis in de regering, ook niet als gedoogpartij.”

Het standpunt van Bas de Gaay Fortman liet dinsdag niets aan duidelijkheid te wensen over. Het gedachtegoed van Wilders staat volgens de emeritus-hoogleraar mensenrechten en oud-partijleider van de PPR (de voorloper van Groen Links) op gespannen voet met de gedachte van de rechtsstaat. Zo’n standpunt verdient het dan ook niet om door regeringsdeelname te worden gelegitimeerd.

De Gaay Fortman was een van de twee sprekers die dinsdagmiddag op uitnodiging van het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM) de degens met elkaar kruisten. In een met rond veertig belangstellenden matig gevulde zaal kregen beide sprekers tien minuten de tijd om de aanwezigen uit te leggen dat regeringsdeelname van de PVV wel (Tom Zwart) of niet (Bas de Gaay Fortman) legitiem is.

Formele democratie

Hoezeer hoogleraar mensenrechten Tom Zwart de mening van De Gaay Fortman over de PVV ook onderschrijft (“Ik ben geen Wilders-supporter”), dat rechtvaardigt in zijn visie niet een standpunt dat op gespannen voet staat met de beginselen van de Nederlandse democratie. “In tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland heeft Nederland gekozen voor een formele vorm van democratie”, aldus Zwart. “Dat betekent dat geen partij van deelname aan de parlementaire democratie kan worden uitgesloten, ook de PVV niet.

“Het alternatief zou niet alleen het einde betekenen van een partij als de PVV, maar bijvoorbeeld ook van de SP of de SGP. Dat zou ik zonde vinden, want als actief lid van de VVD heb ik regelmatig met leden van de SP te maken en ik kan u verzekeren dat zij een belangrijke rol spelen. Daar komt bij dat de praktijk in onder meer Frankrijk en Denemarken uitwijst dat het binnenhalen van zo’n partij bijdraagt aan de deradicalisering van haar standpunten. En dat lijkt me geen ongunstige ontwikkeling.”

Beleefde vragen

Nadat de twee sprekers de aftrap hadden verricht, was het tijd voor de zaal. Maar wie gehoopt had op een felle en met passie gevoerde discussie kwam bedrogen uit. Gehinderd door het feit dat het debat in het Engels werd gevoerd, kwam de vooral met studenten gevulde zaal niet verder dan wat beleefde vragen, die door de sprekers even beleefd van een antwoord werden voorzien.

Maar ook onderling toonden de twee debaters, die vooraf omstandig hadden uitgelegd hoezeer zij elkaar mogen en respecteren, helaas weinig lust om hun opponent verbaal aan het rapier te rijgen. Gevolg was een nogal matte discussie, die alleen even vaart kreeg toen een aanwezige Hongaarse organisatiesocioloog duidelijk maakte wat de gevolgen kunnen zijn van de door De Gaay Fortman bepleitte uitsluiting van partijen.

Dictatuur

“Ik heb de eerste drieëndertig jaar van mijn leven geleefd in een dictatuur die zichzelf democratie noemde, maar die mij en acht tot tien miljoen andere kiezers in naam van die democratie het recht onthield om te stemmen op de partij van onze keuze. Daarom sympathiseer ik met professor Zwart. Ik heb ervaren hoe gevaarlijk het is als politieke bewegingen bepalen wat de inhoud is van de democratische rechtsorde. De huidige situatie in Nederland rechtvaardigt de uitsluiting van geen enkele politieke partij.”

Hij werd bijgevallen door een in Utrecht werkende Chileense onderzoeker. “Ik ben het met De Gaay Fortman eens dat onze formele democratie tot problemen kan leiden, maar ik vind de voordelen groter dan de nadelen. De kernvraag, die in deze discussie nog niet is beantwoord, is de vraag wie de macht zou moeten hebben om een partij van deelname aan de regering uit te sluiten. Ik mis in dit debat iemand die verdedigt dat de Raad van State hier een verantwoordelijkheid heeft.”

Stemming

Een interessante gedachte, vond dagvoorzitter, hoogleraar Jenny Goldschmidt, met een blik op de klok, maar daar hebben we nu helaas geen tijd voor. Er was nog net gelegenheid voor twee slotverklaringen en een stemming met een weinig verrassende uitslag. Kon het standpunt van Zwart voor aanvang van het debat rekenen op zestig procent van de stemmen, na afloop was dat percentage gestegen tot tachtig. Voorlopig hoeft Wilders zich dus weinig zorgen te maken.

EH

Advertentie