Twee eredoctoraten in teken van duurzaamheid

Tijdens de viering van de 375e dies van de UU op 25 maart worden eredoctoraten verleend aan twee onderzoekers die hun sporen hebben verdiend op het gebied van de duurzaamheid, een van de Utrechtse speerpunten. Carlos Duarte onderzoekt de gevolgen van de klimaatverandering; Chris Murray ontwikkelt materialen voor een meer duurzame energievoorziening.

Carlos Duarte (foto rechts) is hoogleraar Global Change aan het Mediterranean Institute for Advanced Studies op Mallorca. Centraal in zijn onderzoek staat de vraag naar het effect van de klimaatverandering op mariene ecosystemen, variërend van kustwateren tot de diepzee, en van de wisselwerking van die systemen met de aardse atmosfeer.

Volgens zijn erepromotor, de Utrechtse hoogleraar geochemie Jack Middelburg, is het onderzoek van Duarte niet alleen van groot belang voor een beter begrip van de processen in zeeën en oceanen, maar stelt het ons ook in staat om adequaat op de uitdagingen van de huidige klimaatverandering te reageren.

Middelburg: “Duarte heeft bijvoorbeeld laten zien hoe belangrijk mangrovebossen zijn voor de koolstofcylus in de aardse biosfeer. Ook heeft hij onderzocht wat er zal gebeuren als de oceanen warmer worden en het zuurstofgehalte van het zeewater daardoor afneemt. Hij heel een heel mooi overzicht gepubliceerd van de groepen dieren en planten die daar de meeste last van zullen krijgen.”

Nanokristallen

Christopher Murray (foto) is hoogleraar Chemistry and Materials Science aan de Universiteit van Pennsylvania. Hij maakte al op jonge leeftijd furore door als promovendus een synthesemethode te ontwikkelen waarmee bij hoge temperatuur colloïdale nanokristallen kunnen worden gevormd die volkomen defectvrij zijn. “Het artikel uit 1993 waarin hij die vinding publiceerde kende algemene navolging en is inmiddels bijna vierduizend keer geciteerd”, zegt erepromotor, hoogleraar gecondenseerde materie Daniël Vanmaekelbergh, met ontzag in zijn stem.

Colloïdale nanokristallen zijn minuscuul kleine bolletjes in een vloeistof, die bij verdamping van die vloeistof regelmatig gevormde superroosters vormen. Omdat de onderlinge kracht tussen de bolletjes veel zwakker is dan de onderlinge kracht tussen atomen, zijn de kristallen en hun eigenschappen veel gemakkelijker te manipuleren, aldus Vanmaekelbergh.

“Dat maakt ze niet alleen heel geschikt voor fundamenteel onderzoek naar de thermodynamische en kinetische aspecten van kristallisatie en naar de eigenschappen van materialen, nanocolloïden vormen ook de bouwstenen voor de constructie van nieuwe materialen. Veelbelovend is op dit moment met name het onderzoek naar de mogelijkheid om nanokristal superroosters te gebruiken als alternatief voor silicium bij de productie van zonnecellen.”

Na zijn eerste artikel heeft Murray enkele jaren geleden ook aangetoond dat nanokristal superroosters konden worden gevormd bestaande uit twee verschillende soorten nanokristallen (bijvoorbeeld isolerend en metallisch).  Vorig jaar slaagden Vanmaekelbergh en zijn medewerkers erin om op basis van de methode-Murray in Utrecht het eerste superrooster te vormen dat bestaat uit drie verschillende nanocolloïden.

EH

Tags: eredoctoraat

Advertentie