UU kiest voor vier onderzoeksprofielen, studentselectie en hoger collegegeld

De Universiteit Utrecht kiest voor een ambitieus profiel voor onderzoek en onderwijs. De komende tien jaar zijn de vier speerpunten op het gebied van onderzoek Life Sciences, Duurzaamheid, Instituties en Jeugd en Identiteit. Het college van bestuur wil in het onderwijs alleen nog gemotiveerde studenten toelaten door middel van matching- of selectiegesprekken. Zij krijgen in kleine groepen onderwijs. Aan de veranderingen hangt wel een prijskaartje: de UU gaat voor sommige opleidingen meer collegegeld vragen.

De keuzes die het college van bestuur maakt voor de komende tien jaar zijn te lezen in het concept Profiel Universiteit Utrecht dat de komende week in de commissies van de universiteitsraad besproken zal worden. Alle Nederlandse universiteiten moeten zich van het ministerie van Onderwijs profileren. Vandaar dat universiteiten keuzes moeten gaan maken in hun onderzoek.

Daarnaast is er overeenstemming tussen universiteitenvereniging VSNU en het ministerie van Onderwijs over de zogeheten prestatiebekostiging. In de week van 5 december ondertekenen zij de afspraken die hierover zijn gemaakt. Het betekent dat universiteiten worden afgerekend of beloond op het studiesucces van haar studenten. Hoe meer studenten op tijd afstuderen, hoe meer geld daar mee te verdienen valt. Het is één van de redenen waarom het college van bestuur het Utrechtse onderwijsmodel aan het afstoffen is.

Keuzes in  onderzoek

UU-profiel onderzoek

  • Life Sciences
  • Duurzaamheid
  • Instituties
  • Jeugd en Identiteit
Extra
 
  • Ruimte voor vernieuwend onderzoek

Afstoten

  • Afbouwen niet-profiel onderzoek

Het profiel met de vier speerpunten vindt zijn fundament in de 15 focusgebieden die de universiteit rijk is. Life Sciences, zo schrijft het CvB in de profielnotitie, focust zich op de perspectieven die stamcellen bieden, op het voorkomen en genezen van kanker en op de volksgezondheid. Duurzaamheid richt zich op de duurzame samenleving en kijkt naar energie, water en klimaat en houdt zich ook bezig met de stedelijke omgeving. Instituties doet onderzoek naar welvaart, rechtvaardigheid en veiligheid. Jeugd en Identiteit ten slotte gaat over de ontwikkeling van jongeren in een sterk veranderende, mondiale samenleving.Heel verrassend is de keuze voor de speerpunten Life Sciences, Duurzaamheid en Instituties niet. Deze drie onderzoeksgebieden stonden al in een vrij vroeg stadium min of meer vast. Het was nog wel even spannend of er een vierde speerpunt zou komen. In de wandelgangen werd het speerpunt Youth, Education and Society, YES, geplugd. Dat heeft het onder de naam Jeugd en Identiteit gehaald.

Het college van bestuur denkt met het gekozen profiel wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke vragen te integreren en zich als universiteit te kunnen onderscheiden door ‘wetenschappelijke prominentie’ en ‘maatschappelijke prioriteit’. Ook blijft er ruimte voor vernieuwend onderzoek en komt er een internationaal toptalent-programma dat aansluit bij de speerpunten en zal de universiteit zoeken naar nieuwe strategische allianties in Nederland en Europa.

De allianties moeten de positie van de universiteit ook versterken als het gaat om valorisatie. De Universiteit Utrecht wil, zo staat in de notitie, de regie op valorisatiegebied in handen nemen, ook hier vanuit de gekozen speerpunten. Om de regie te kunnen nemen. is een grote rol toebedacht aan het Utrecht Valorisation Center.

Zoals verwacht - en door sommigen gevreesd - wordt het onderzoek dat niet in het nieuwe profiel past afgebouwd of ondergebracht bij andere universiteiten of kennisinstellingen. Al langer is bekend dat het CvB niet extra meer wilde investeren in onderzoek dat niet binnen één van de vijftien focusgebieden valt. De faculteiten hebben er de laatste jaren voor gezorgd dat het grootste deel van het Utrechtse onderzoek binnen een focusgebied is ondergebracht. Collegevoorzitter Van Rooy zei tijdens een eerdere vergadering met de universiteitsraad dat wetenschappers die onderzoek doen dat buiten de speerpunten valt, nog wel zelf naar geldschieters mogen zoeken.

Keuzes in onderwijs

UU-plannen onderwijs

  • Matching- en selectiegesprekken
  • Collegegelddifferentiatie
  • Flexibel eerste bachelorjaar
  • 12 tot 18 contacturen, 20 uur zelfstudie
  • Kleinschalig onderwijs
  • Colleges voor honourstudenten

De ambities voor het Utrechtse onderwijs zijn groot. Het college van bestuur wil de onderwijsvoorsprong op andere Nederlandse universiteiten weer vergroten. Daartoe maakt het college impopulaire keuzes. Zo worden studenten alleen nog maar toegelaten na matchings- of selectiegesprekken en voert het CvB collegegelddifferentiatie in. Dat betekent dat de student voor sommige opleidingen een hoger dan het wettelijk bepaalde collegegeld moet betalen. Ook zullen bachelor- en masteropleidingen die minder dan twintig studenten trekken, verdwijnen.

Daar staat tegenover dat het eerste bachelorjaar meer flexibel wordt. Studenten kunnen in de eerste maanden van hun studie al vakken volgen bij andere opleidingen en aan het eind van het eerste jaar eventueel overstappen naar een andere, meer passende studie. Massale colleges zijn uit den boze; ook studentrijke opleidingen zullen het onderwijs zo moeten organiseren dat studenten in kleine groepen college krijgen. Studenten kunnen bovendien rekenen op 12 tot 18 contacturen per week plus dat ze daarnaast zelf nog eens minimaal 20 uur moeten studeren. Voor de heel ambitieuze student komt er meer honoursonderwijs. Wie een dergelijk plusprogramma volgt, moet verplicht een periode in het buitenland studeren.

Onderzoek en valorisatie krijgen een meer prominente plek in het onderwijs. Al in het eerste jaar krijgen studenten onderzoeksvaardigheden en zal minimaal 10 procent van alle studenten en assistenten in opleiding tijdens zijn universitaire carrière een vak op het vlak van ondernemerschap moeten volgen. Masterprogramma’s moeten beter gaan aansluiten op het onderzoek in de focusgebieden en zullen dus ook worden beperkt tot programma’s die onder de gekozen profielen vallen. De academische masters moeten er voor zorgen dat afgestudeerden een goede positie op de arbeidsmarkt krijgen.

Alle maatregelen moeten er uiteindelijk voor zorgen dat het rendement ofwel het studiesucces in 2015 met 10 procent is gestegen. Ook de waardering van de student voor de opleiding moet stijgen. Bij verschillende studentenquêtes die gaan over onderwijskwaliteit moet de UU gemiddeld een 7,5 scoren. De ambities van de universiteit mogen er niet toe leiden dat studenten niet meer actief zijn naast de studie. Het college van bestuur wil blijven bijdragen aan deze activiteiten.

Wat nu?
Het profiel is tot stand gekomen na vele brainstormsessies van het college van bestuur met de raad van toezicht, medewerkers en studenten en externe partners. Het voorstel (pdf) wordt deze week in de drie commissievergaderingen van de universiteitsraad besproken en later met de gehele U-raad. Het profiel zal vervolgens weer een plaats krijgen in het nieuwe Strategisch Plan van de universiteit dat volgend jaar wordt verwacht.

Advertentie